Hier is nog een hoofdstukje, ik heb me voorgenomen voor één keer een verhaal af te werken.

Toen Gilan zijn ogen langzaam opende begon de zon al bijna langzaam onder te gaan. Toen hij bedacht hoe lang hij had geslapen, probeerde hij verschrikt overeind te krabbelen, maar even was hij vergeten dat hij vastgebonden zat, waardoor hij met een harde smak weer neerviel en enkel wat rond kronkelde op de grond. Halt, die zijn plotse bewegingen had opgemerkt, keek snel achterom. "Is er iets?" vroeg hij onverstoorbaar en Gilan schudde zijn hoofd. Hij stopte onmiddellijk met bewegen. Voor een paar tellen toch, want toen opende hij weer onzeker zijn mond. "Halt..." "Wat nu weer?" "Ik kan mijn vingers nauwelijks bewegen." Met grote passen liep de grote Jager op hem af en even vreesde Gilan dat hij zich wat had aangesteld. Toen pakte Halt zijn mes en sneed het touw rond zijn handen door. "Will!" riep hij, en de jongen kwam aangelopen. "Je hebt hem veel te hard vastgebonden. Kijk dan, Gilans handen zien helemaal wit. "Ja maar Halt, anders gaat hij er misschien vandoor." Will klonk niet echt overtuigd van zichzelf, hij was zelf ook wel flink geschrokken toen hij zag dat Gilan langzaam zijn handen open en dicht bewoog. Zelf bleef Gilan stil, terwijl het gevoel in zijn vingers langzaam terug begon te komen. Even later maakte Halt ook zijn voeten een tijdje los, en hij liet hem aanschuiven bij het avondeten. Will verloor hem echter geen moment uit het oog.

Nog wat later gingen de twee Jagers slapen, terwijl Arnaut de wacht op zich nam. Gilan vroeg zich af of hij zou proberen te ontsnappen en hij woog zijn kansen. Hij kon altijd proberen zijn handen los te krijgen, want Halt had hem niet goed vastgebonden en naar gelang het donkerder was begonnen de touwen al wat losser te komen. Bovendien was Arnaut geen Grijze Jager. Hij had scherpe ogen, maar zou het waarschijnlijk niet onmiddellijk opmerken dat er iemand verdwenen was. Arnauts wacht liep ook al ten einde en hij was niet zo wakker meer. Eigenlijk zou hij dringend moeten wisselen. Plots besefte Gilan dat hij niet veel tijd meer had, of de volgende zou wakker gemaakt worden, en als de volgende Will zou zijn, dan zou hij iedere seconde worden gecontroleerd. Als de volgende Halt zou zijn misschien iets minder, maar Halt kende hem door en door en zou weten dat hij iets zou proberen. Op dat moment stond Arnaut op en hij sloop naar zijn slapende vrienden. Het werd Halt.

Halt nam de plaats van Arnaut over en verdween in de schaduwen. Nog een nadeel, bedacht Gilan, was dat hij nu niet kon zien welke kant Halt opkeek, en hij besefte dat hij waarschijnlijk betrapt zou worden als hij probeerde weg te sluipen. Hij zou het zeker mogen vergeten om Bles en zijn wapens mee te nemen, en dan nog werd hij waarschijnlijk gezien. En als dat zou gebeuren, dan zou het er voor hem niet makkelijker op worden. Als ook Halt hem zou gaan wantrouwen, dan waren zijn kansen verkeken. Hij vroeg zich af wat hij moest gaan doen, maar die keuze werd hem uit de handen genomen toen Halt, een half uur later, uit de schaduwen naar hem toe kwam lopen. Gilan probeerde zo goed en zo kwaad als het kon zijn handen uit het zicht te houden, omdat hij ze bijna bevrijd had en dat viel hard op.

"Dus je hebt het echt niet gedaan, hè," zei Halt zacht. Gilan schudde zijn hoofd, het maakte niet veel uit, want hij zou toch niet meer kunnen bewijzen dat hij niets had gedaan. Hij keek snel op toen Halt verderging. "Ik zou je natuurlijk best de kans willen geven om aan te tonen dat je niets gedaan hebt, maar ik vrees dat Will dat niet graag zou zien gebeuren." Plots begreep Gilan waar de oude Jager heen wilde. "Ik laat je nu ontsnappen, als je denkt dat je dit echt op kan lossen. Als Will je opnieuw vind voordat het in orde is, dan zal het er de boel niet makkelijker op maken, dat besef je toch." Gilan knikte. "Ik wil het proberen, Halt," zei hij, "mijn plaats als Grijze Jager is me dat risico wel waard." "Ik denk dat we dan wel zijn uitgepraat." Halt bevrijdde zijn leerling en hielp hem zijn wapens te pakken. "Bedankt," fluisterde Gilan nog. Halt gebaarde dat hij moest opschieten. "En kom niet terug voordat alles in orde is," zei hij, al betwijfelde hij of Gilan hem kon horen, want hij praatte eerder tegen zichzelf. Gilan sprong in het zadel en wou bles de sporen geven.

"Geen stap verder, Gilan," klonk een kille stem achter hen, en beiden keken ze achterom, waar Will klaar stond, zijn boog in de aanslag. Even was er een algemene aarzeling. Halt, die onzichtbaar voor Will in de schaduwen stond, keek naar het vastberaden gezicht van zijn leerling, en bedacht hoe serieus deze zijn opdracht nam. Toen nam hij een besluit. Zijn vuist schoot uit de schaduwen tevoorschijn en raakte Will vol in zijn gezicht. Hij ving hem handig op terwijl hij in elkaar zakte. Gilan keek hem geschokt aan. Halt legde de bewusteloze leerling voorzichtig neer en gebaarde Gilan dat hij moest maken dat hij weg was. "Ik vertel hem wel dat jij het gedaan hebt, toen je ontsnapte," zei hij, en Gilan bedacht dat Will hem nog harder zou gaan haten. Toen reed hij weg, bang dat Halt van gedachte zou veranderen of dat Arnaut ook wakker zou worden. Achter hem bleef Halt nadenkend staan met Will in zijn armen. Als hij hem nu eens gewoon weer neerlegde en hem, wanneer het zijn beurt was voor de wacht, liet denken dat het gewoon hoofdpijn was. Dat idee zette hij uit zijn hoofd. Hij liet het lichaam in het gras vallen en nam zich voor te zeggen dat hij waarschijnlijk tijdens zijn eigen wacht door Gilan was neergemept

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen