De glimlach die ze hem schonk op het moment dat hij haar complimenteerde met haar auditie was zo oprecht en dankbaar. Het maakte dat zijn mondhoeken automatisch ook iets omhoog kropen. Hij zou willen dat hij haar elke dag die vreugde kon bezorgen, maar dat was iets wat niet mogelijk was. Niet terwijl hij besloten had om uit haar buurt te blijven om haar grote droom niet te verpesten. Zij mocht haar dromen najagen. Hij kon dat niet vermorzelen en nooit meer deze lach zien vol hoop en oprecht geluk. Zelfs al was die niet voor hem bedoeld.

"Ik ben enorm blij dat je het leuk vond! Het voelde gewoon als het juiste lied op dat moment, al was het niet het lied dat ik oorspronkelijk wilde brengen." Hij slikte, haalde een hand door zijn haren. Wat wilde ze hiermee zeggen? Had ze zin gehad in een ander lied? Wilde ze hem zo duidelijk maken dat ze de waarschuwing van Shizowitz had gehoord en niet van plan was om zich door hem te laten verpulveren zonder enige weerstand. Hoewel het had geklonken als een stille steunbetuiging aan hem, kon het niet waar zijn. Waarom zou ze zich achter hem scharen? Ze kende hem amper, alleen de verhalen die over hem rondgingen. Het was vast zijn hoop die hem wilde overtuigen dat ze het voor hem bedoeld had als Aladdin, als boodschap voor hem. Want een scenario waarin hij niet Jafar was maar Aladdin en hij de prinses zou krijgen was niet mogelijk.

Zijn glimlach voelde ineens een stukje minder oprecht aan. "Je-" Hij moest eerst zijn keel schrapen voor hij verder kon praten. "Je hebt zeker een goede keuze gemaakt," was wat hij zei waarna hij snel in zijn tas dook om zijn schetsboek te pakken.

Zij bekeek zijn schetsen en het kon niet anders of zijn blik werd naar haar getrokken. Silvia bekeek alles met een open interesse in haar blik, alsof ze vastbesloten was elk detail in zich op te nemen in de korte tijd die ze maar had. Vooral de laatste jurk kreeg de volle aandacht en ze volgde de lijnen met haar vinger, daarbij wel oppassend geen vlekken te maken.

Het was haast betoverend om haar zo te zien, en tegelijk beangstigend. Hoewel het maar een paar schetsen waren geweest, was zeker de laatste ontworpen met het beeld van Silvia voor ogen. Wat als ze het niks vond? Maar zijn blik kreeg R niet van Silvia afgewend, niet zolang haar blik oprecht bewonderend was en hij haar haast kon zien bedenken hoe de jurk op het podium tot zijn recht zou komen.

"Deze is echt schitterend," was wat ze zei. Hij glimlachte, maar voor hij iets kon zeggen, ging haar telefoon af en kwam hij in de awkward positie van iemand die zijn uiterste best doet niet mee te luisteren met een telefoongesprek dat niet voor hem bedoeld is, door naar zijn schetsboek te staren.

Maar dat was lastiger dan gedacht, want de paniek was hoorbaar in Silvia's stem en toen R kort naar haar keek zag hij de paniek ook in haar ogen. Hoe graag zou hij haar nu gezegd hebben dat ze niet alleen was, dat hij er voor haar was. Hij deed het niet. Wat zou ze denken als hij dat ineens zou zeggen terwijl ze tot een paar dagen terug nog nooit een woord gewisseld hadden? Hoewel ze eruit zag alsof ze iemand nodig had die haar stevig zou vasthouden, wist hij ook dat hij daar absoluut de geschikte persoon niet voor was. In het beste geval zou hij geschorst worden, en dat terwijl hij er alleen voor iemand die hij al te graag als een vriendin (ook als zijn vriendin, maar dat was een dagdroom die geen werkelijkheid zou worden. Gewoon vrienden zou al een grote stap zijn) zou zien wilde zijn.

Silvia sloot het telefoongesprek af. Hoewel R haar laatste woorden over hem en een rijbewijs gehoord had en allang wist wat ze wilde, vroeg ze hem of hij haar weg kon brengen. Tijdtechnisch zou het voor hem niet het handigste zijn, maar daar kon hij niet om geven op dit moment. Ze had hem nodig, en hij wilde haar alles geven wat hij kon.

"Natuurlijk kan ik dat. Is alles goed?" vroeg hij haar. Met zijn hand haalde hij zijn autosleutel uit zijn broekzak. Nog geen seconde erna trok ze bleek weg, alsof ze ieder moment kon flauwvallen. Zijn vraag hoefde niet meer, het ging duidelijk niet goed met haar.

Bezorgd schoten zijn ogen naar haar gezicht waar alle kleur uit verdwenen was en hij schoof haar een stoel toe voor ze echt zou vallen. Wat ze precies deed, wist hij niet, maar aan de manier waarop ze naar het apparaatje in haar hand keek te oordelen, wist zij precies wat er aan de hand was, en ook dat ze blijkbaar de suikerwafel die ze uit haar tas getrokken had nodig had. Het deed weinig aan de opborrelende paniek bij hem. Er was zeker iets aan de hand en hij had geen idee wat hij moest doen!

"Gaat het?" vroeg hij haar. "Kan ik iets voor je doen? Wat te drinken halen? Heb je iemand nodig?" Hij wilde haar niet overvallen met een vragenvuur, maar zorgen maakten dat hij misschien toch meer vroeg dan hij wilde. En misschien zou het helpen tegen het gevoel dat hij hier niks kon en nutteloos was in hulp bij haar.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen