Karolyn Warren

Dit voelt raar aan. Ik kijk naar een groepje mensen verderop. Ze zijn allemaal in het zwart gekleed. Wat je niet zou denken met dit weer. Op de radio heb ik gehoord dat het bijna dertig graden is. Goed, ik weet wat de gelegenheid is maar je kunt het ook sober houden terwijl je je naar het weer kleed. In dit geval een begrafenis maar toch. Zelf heb ik een strakke broek aan met een frisse blouse erop, tot bovenaan dicht, en enkellaarsjes. Simpele oordopjes maken het af. Niet slecht en drie maanden geleden zou ik nooit zo iets gekozen hebben maar ik krijg zeker complimenten.
'Karo, ga je mee?' Brian komt naast me staan. 'Je riskeert nog dat je gezien en herkend wordt. De zon is bijna op zijn hoogste punt. We moeten zeker wachten tot half elf voor we gewoon naar buiten kunnen.'
Als het kan, zou ik zuchten. 'Ik wilde ze nog één laatste keer zien.' Ik loop achter hem aan het gebouw in. Wat een verlaten en vervallen gebouw is. We gaan naar beneden naar de ondergrondse garage. 'Ik begin dorst te krijgen.'
Brian draait zich om naar mij. 'Je ogen zijn anders niet zwart. Nog even volhouden, Karo, je kent mijn regels. Niet jagen in de stad waar je woont. Anders jagen ze straks op jou.'
Ik geef hem een speels duwtje. 'Zeg, vanaf dag één heb je de regels haarfijn uitgelegd. Ik weet het echt nog wel dus bespaar me je preek.'
Beledigt slaat hij zijn armen over elkaar. 'En dan ben je net nieuw,' moppert hij.
Gniffelend volg ik hem naar een opening in de muur. Om daarna op een rails terecht te komen. Een oude route van de metro want het wordt niet meer gebruikt. Beter voor ons. 'Oh, kom op. De paar regels die je hebt, kun je nauwelijks vergeten.'
Ik verbaas me iedere keer weer over Brians huis. Wat gewoon een oude fabriek is maar volledig opgeknapt en ingericht. Een mix van antieke meubels met een moderne opstelling en sobere kleuren. Ik weet dat hij niet van felle kleuren houd. Persoonlijk ben ik daar ook niet echt fan van. Geef mij maar zachte kleuren met een motiefje van het een of ander.
'Als je wilt, kun je de boven verdieping voor jezelf hebben,' zegt Brian. 'Dan heb je vier grote kamers voor jezelf. Ik maak vooral gebruik van de begane grond en de eerste verdieping.'
Verrast kijk ik hem aan. 'Echt waar?' Dat betekend een ruime inloopgarderobe, badkamer, relaxkamer en een werkkamer. Of misschien een hobbykamer. Ik moet sowieso een hobby zoeken om mijzelf overdag mee bezig te houden.
Hij haalt zijn schouders op. 'Waarom niet? Dat je nu bij mij woont, zegt niet dat je geen ruimte voor jezelf verdient,' glimlacht hij. 'Heb je er aan gedacht wat je wilt gaan doen?'
Ik knik naar hem. 'Ik schrijf artikelen en columns voor de schoolkrant en ik hoop daar wat mee te doen. Als dat lukt, hoef ik er alleen een hobby bij en ik vind het prima.' Zijn advies om werk te zoeken zodat ik vanuit huis kan werken, heb ik zeker ter harte genomen. 'Vooral omdat particulier beleggen niks is voor mij.' Ik hoop snel wat te vinden want tot nu toe teer ik op zijn geld en dat zit me niet lekker. 'Misschien in de toekomst dat ik zelfs boeken schrijf. Ik sluit het niet uit.'
Brian knikt wat en gaat hij in de grote woonruimte voor de piano zitten. 'Als je maar iets probeert en meerdere opties open houdt.' Daarna vullen melodieuze klanken door de ruimte.
Glimlachend blijf ik even luisteren. Om na vijf minuten naar boven te gaan. Straks een inloopgarderobe, een badkamer, een relaxkamer en... Ja, een hobby en werkkamer in één. Zo kan ik werk en privé makkelijker gescheiden houden. Rondkijkend realiseer ik me dat ik het gezelschap mis van Hannah en Marilyn. Mijn vriendinnen. Gewoon het gezelschap van een vrouw. Dan praat je over andere dingen dan wanneer je met een man praat. Goed, Brian is redelijk makkelijk om mee om te gaan, toch zijn er dingen die ik liever met de meiden doe. Naar de film, over jongens praten, shoppen.

Zo rond half elf is het redelijk donker dat we naar buiten kunnen. Heel de dag heb ik met het idee gezeten om mijn vriendinnen te veranderen. 'Brian, zijn er nog vrouwen net als ons hier?' vraag ik en kijk ik in de etalage. Waar een paspop een mooie donkerrode leren jack aan heeft. Zou zeker bij me passen.
'Er zijn zeker nog vrouwen maar niet hier in onze stad. Buiten ons om, zijn er nog twee mannen hier,' verteld Brian en gaan zijn ogen naar de etalage. 'Alleen de vrouwen die ik ken, zijn al een paar eeuwen oud. Hun zijn erg op hun privacy gesteld. Net als dat ze niet winkelen.' Hij gebaard dat ik hem moet volgen en staan we daarna, met een omweg, in de kledingwinkel. 'Kijk rustig rond. Ik moet zelf nog wat hebben,' zegt hij mysterieus. Dan loopt hij verder.
Schouderophalend kijk ik in de winkel tussen de rekken. Om zo een paar frisse blouses te vinden. Samen met wat jurken en zelfs een paar vesten. Altijd handig. Dat het op die manier uitgepakt heeft voor mijn stijl, vind ik niet erg. Al heb ik liever een broek aan dan een rok of jurk. Ik zou zelfs een model kunnen zijn met mijn één meter vierenzeventig. Niet dat ik dat wil. Zelfs niet aan te raden. Stel je voor dat mijn dorst de kop op komt steken. Nee, niks voor mij.
'Ik heb hier laatst nog wat besteld maar nog geen kans gehad om het op te halen.' Brian komt terug met twee tassen. Wat hij dan met een glimlach aan mij geeft.
Nieuwsgierig leeg ik de tassen op een bankje, die er staat. Waarschijnlijk om schoenen te passen. Om te zien dat het kleding is wat ik de vorige keer aangewezen heb. Een paar rokken, wat blouses, jurken en een paar vesten.
'Oh ja, en dit nog.' Brian pakt de kleding wat ik eerder gevonden heb. 'Ik ken je smaak nu wel een beetje. En je hebt wel wat meer kleding nodig. Zeker nu je een eigen stijl gevonden hebt.'
Ik pak een frisse jurk met een riem en vest. 'Zo terug.' Ik kleed me gauw om. Hij weet inderdaad mijn stijl en zie ik het resultaat bij mijzelf. 'Dank je wel, Brian.'
'Ik weet dat je nog wat kleding nodig hebt en je hebt tegelijk een leuke en casual stijl gevonden waar jij je goed in voelt.' Hij vindt mijn reactie schijnbaar amusant.
Dankbaar omhels ik hem. 'Dat zeker, dank je.'
'Graag gedaan,' reageert Brian. 'Nu kun je er even mee vooruit. Straks koop je zelf je eigen kleding. Ga je mee? We gaan eten.'
Meteen word ik aan mijn dorst herinnert en voel ik mijn keel branden als een antwoord. Snel stop ik alles netjes terug in de tassen en gaan we terug naar de auto. Om er dan achter te komen dat we Philadelphia achter ons laten en rijdt Brian noordelijk. Wat later zie ik Allentown op de borden zien. 'Waar gaan we heen?'
'Fair Haven, dat ligt aan het water,' antwoordt hij.
Gelijk weet ik dat we de staat New York niet uit gaan. 'Ik wil best meer van de wereld zien. Wanneer is dat mogelijk?'
Vanuit zijn ooghoeken kijkt hij kort. 'Als je je dorst onder controle hebt. Je wordt ook nog getest.'
Hmm, getest? 'Hoe bedoel je getest?' wil ik dan ook weten.
'Een test die iedereen moet ondergaan. Als het winter is, gaan we vroeger de stad in. Het is dan de bedoeling dat je je familie ziet en negeert. Je mag onder geen enkele omstandigheden naar je oude naam luisteren. Je hebt nu een andere naam en identiteit.'
Ik slik even bij de uitleg. 'Krijgt iedereen die test?'
'Ja, het hoort bij het afscheid nemen. Voor hun besta je niet meer,' vervolgt hij.
Voor een moment ben ik stil. 'Betekend dat ik dan ook niet op Facebook mag kijken? Of op Twitter en Instagram?'
'Alleen Facebook kan. Voor die andere twee heb je een account nodig. Geen risico's, Karolyn,' schudt hij zijn hoofd.
Dat valt alweer mee dan. 'Hoe zit het met ons? Krijg ik goudkleurige ogen als ik op dierenbloed leef?'
'Wat? Goudkleurige ogen? Welke idioot het dat bedacht want daar is niks van waar,' verrast kijkt Brian naar mij.
'Twilight, de boeken en films van Stephanie Meyer,' beantwoord ik zijn vraag. 'Dat is dus niet waar?'
'Nee, je reinste onzin. Wat schrijft ze nog meer dan?' wilt hij weten.
Eens denken. 'Dat vampieren een spiegelbeeld hebben.'
Opnieuw schudt hij zijn hoofd. 'Niet mogelijk. Wij hebben geen reflectie. Niet in ramen, spiegels of in water.'
'Dat vampieren in het zonlicht schitteren als diamanten.' Ik lach wat door zijn gezicht.
'Als je de zon in gaat, is dat het laatste wat je ziet want je verbrand dan. Ik ken heel wat vampieren, echte vampieren. Wij gaan dood door de zon, een staak door ons hart en onthoofding. Geloof niet wat je in films of boeken ziet.' Voor een kort moment verschijnt er een glimlach. 'Ik denk dan niet dat die Stephanie een vampier kent.'
Het is bijna komisch hoe hij reageert. 'Welke film of boek komt dan wel in de buurt van wat wij zijn? Blade? Dracula?'
Nadenkend houdt Brian zijn aandacht op de weg. 'Blade ken ik niet maar Dracula wel en dat komt dichter in de buurt.'
'Ehm, Brian, ik durf het haast niet te vragen maar in Twilight,' begin ik op fluistertoon.
'Vraag maar gewoon,' verzekert hij mij.
Dit voelt even ongemakkelijk. 'In Twilight delen de vampieren zelfs het bed,' zeg ik dan zacht.
Brian lacht er hartelijk om. 'Nee, Karolyn, niet waar. Dat suggereert dat je lichaam nog redelijk functioneert. Je weet toch dat je de badkamer nauwelijks gebruikt. Alleen voor een douche, bad, je tanden poetsen en haren borstelen. Misschien ook make up in jouw geval maar als een vampier ga je niet meer naar het toilet. Niet in de echte wereld.'

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen