EINAR 'R' HARDING


You do not believe in anything.
- I believe in you.

Silvia pakte zijn arm aan, duidelijk in een imitatie van films. “Wat galant van u, mijinheer,” was wat ze zei. Zijn mondhoek trok geamuseerd omhoog en met zijn vrije hand tikte hij een denkbeeldige hoed aan.

“Ma’am,” was wat hij antwoordde terwijl ze door de gangen liepen. Eenmaal op de parkeerplaats belde hij kort zijn baas, iets dat Silvia uiteraard niet kon ontgaan.

“Het spijt me dat je je plannen moet veranderen voor mij,” zei ze.

Hij haalde zijn schouders op. “Ik had toch niet zoveel zin,” zei hij. “Nu heb ik een goed excuus.” Het was niet waar en hij gebruikte dit niet als excuus. Maar Silvia had zijn hulp nodig en die zou hij haar niet weigeren, net zomin als hij haar daardoor extreem schuldig zou laten voelen. Zijn houding van onverschilligheid was er een die hem al vaak beschermd had.

Zijn auto stond helemaal achteraan op de parkeerplaats en was in fel contrast met de meeste andere auto’s hier. Het was meer een blik schroot, of zo zou men het noemen. Zijn kleine derdehands driedeur had een paar krassen te veel, de lak was gaan bladderen op sommige plekken en achter zat dankzij de vorige eigenaar een deuk. De binnenspiegel hing met ducttape vast. Maar hij reed nog en voldeed (wonder boven wonder) aan de veiligheidseisen, dus Einar zou niet klagen.

Ze stapten in (R moest even wat spullen van de bijrijdersstoel naar achter leggen want overal lag pruttel) en reden naar Janie’s school. R bleef bij de auto wachten terwijl Silvia haar zusje ophaalde. Ze hadden afgesproken dat hij haar tot hier zou brengen, maar hij wilde zeker weten dat alles goed was voor hij verder zou gaan.

“Ik wil ook met de auto mee!” Zelfs als Silvia haar niet getild had, was Janie zonder twijfel het zusje van Silvia geweest. Op het leeftijdsverschil na leken ze enorm op elkaar en het enige waar R aan kon denken was dat dit moest zijn hoe Silvia er vroeger uitgezien had. Ze was in elk geval net zo koppig als haar zus, zoals ze naar Silvia staarde met de vastberadenheid van een kleuter die haar zin wilde krijgen.

“Ik weet niet of R dat wel ziet zitten, we hadden afgesproken dat hij tot hier zou rijden. We kunnen ook gewoon naar huis wandelen van hier. Je bent al een grote meid.” De manier waarop Janie haar mond tuitte, gaf duidelijk aan dat ze het er niet mee eens was dat er wel gewandeld kon worden.

“Ach, stap maar in hoor,” zei hij glimlachend. “Zo ver zal het niet meer zijn als jullie het kunnen lopen. En we kunnen de jongedame toch niet zich zo laten uitputten?” Hij knipoogde naar Janie, die verrukt keek bij het feit dat zij als jongedame aangesproken werd.

Einar klapte de stoel naar voren en stapelde wat spullen van de achterbank op elkaar zodat er daadwerkelijk een zitplek vrij kwam. Toen boog hij naar Janie en Silvia. “Uw koets staat voor, Milady.”

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen