Silvia keek haar zusje streng aan toen ze begon te pruilen. Ze wandelden wel vaker naar huis dus wat was nu het probleem? Was het omdat ze R wilde leren kennen? Ze wilde de kleuter net een vermaning geven toen R begon te spreken.

“Ach, stap maar in hoor,” zei hij van ergens op de achtergrond. Ze kon zijn glimlach horen. “Zo ver zal het niet meer zijn als jullie het kunnen lopen. En we kunnen de jongedame toch niet zich zo laten uitputten?”

Hij knipoogde naar Janie, die verrukt keek bij het feit dat zij als jongedame aangesproken werd en dat ze dus mee zou mogen rijden in de auto.
Ze zag hem rommelen in de auto en wat dingen op elkaar stapelen. Toen boog hij naar Janie en Silvia. “Uw koets staat voor, Milady.”

Silvia grinnikte en zette haar zusje neer, die vrolijk naar de auto toe rende. Zodra ze zaten en hun gordels vastgemaakt waren begon Janie honderduit te vertellen over haar dag. Blijkbaar was er een nieuwe begeleider (vast een stagiair) die ze heel knap vond. Ze wist dat zijn naam Doris was en ze had hem zover gekregen om mee in het speelhuisje thee te drinken.

"Zo zo, dan moet je hem morgen maar eens aan me voorstellen." Glimlachte Silvia.
"Komt hij morgen ook weer mee?" Ze wees naar R, die achter het stuur zat. "Hij moet Doris ook zien, Sil."
"Wijzen is onbeleefd." Vermaande Silvia haar.
"Ja, ja... Maar komt hij nu mee? En is hij je vriendje?" De kleuter nam werkelijk geen blad voor de mond. En Silvia kon een glimlach niet tegen houden.

"Misschien als je het heel lief vraagt en als R een keertje vrij heeft van zijn werk dat hij nog wel eens wilt langskomen. R is niet mijn vriendje, we zijn gewoon vrienden, jij klein nieuwsgierig Aagje."
Op deze laatste woorden stak Janie haar tong uit en Silvia deed hetzelfde terug. Toen waren ze alweer bij hen thuis en Silvia stapte uit om Janie los te maken.

"Hartelijk dank, R. Ik weet niet wat ik zonder jou gedaan had." Zuchtte ze. "Laat me maar weten wat de onkosten zijn voor de benzine enzo."
Ze glimlachte nog naar hem.
"Nou, ik vermoed dat je je baas niet veel langer wilt laten wachten dus ik zie je morgen wel op school denk ik? Rij voorzichtig."
Dat was wat ze ook altijd tegen haar moeder zei, en tegen haar vader wanneer hij weer eens op missie vertrok: 'wees voorzichtig.'

Ze mistte haar vader opeens heel erg en hoopte dat hij snel nog eens thuis zou komen.
Janie zei ook nog gedag tegen Einar en toen liepen ze samen naar binnen.
"Nou, dan zal ik eens wat te eten maken. Wat dacht je van lasagne?"
"Jaaaa!"

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen