O28 || Einar Harding

- I believe in you.
Nog voor Silvia antwoord gaf, wist R wat het zou worden. Zodra de vraag zijn mond had verlaten waren haar ogen opgelicht en had hij het antwoord geweten. Ze was Julia. Ze was de ster van de show.
“Ik heb de rol van Julia. Dus ik zou je ontwerpen maar aan de kostuumafdeling geven. Ik kan niet wachten om ze te dragen.”
Hij grijnsde licht. “Dat zou ik ook zeggen als ze gebaseerd op jouw ideeën zijn,” zei hij. “Maar gefeliciteerd. Die rol was verdiend.” En toch was hij er niet helemaal bij. Zelfs nu niet, zelfs niet in aanwezigheid van Silvia. Hij had de afgelopen tijd meer tijd in haar gezelschap doorgebracht en toch leek het niet te wennen. Toch leek hij zich nog steeds zo van haar aanwezigheid bewust, misschien zelfs nog wel meer dan eerst. Zodra ze een kamer binnen kwam lopen, trokken zijn ogen naar haar toe. Maar niet nu. Sinds die opmerking van Janie over meester Doris leken de herinneringen aan vroeger door zijn zorgvuldig opgebouwde muur te sijpelen, en het gat had hij nog niet gedicht gekregen. Er was een reden dat hij dat deel voor zichzelf had afgesloten. Het moest niet geopend worden.
Maar blijkbaar was hij de afgelopen dagen toch meer afwezig geweest dan hij had gehoopt, want het was wel duidelijk dat Silvia in elk geval iets door had gehad, zoals ze haar hand op zijn arm legde. De huid waar ze hem aanraakte leek zelfs door zijn vest heen te gloeien.
“Hé, wat ik nog wilde vragen. Heeft Janie iets gezegd wat je van streek maakte? Je lijkt met iets te zitten sinds die autorit, ook al probeer je het verborgen te houden. Je kunt het me vertellen, als je dat wilt, wanneer we alleen zijn en je meer op je gemak bent. Je kunt me vertrouwen.”
Hij beantwoordde haar glimlach, al was het iets te spottend, iets te veel zijn masker. “Ergens mee zitten? Nee hoor, prinses, ik zit nergens mee, hooguit ergens op, en te oordelen aan de bel zal dat zometeen de collegebank zijn.” Alles ombuigen, woorden bewust vervormen tot het geen betekenis meer had en mensen alleen maar geïrriteerd werden dat ze geen antwoord kregen en niet serieus genomen werden. Dat was zijn kracht. Het maakte dat mensen hem met rust lieten, want een antwoord kwam er toch niet. Het was zijn kracht, en bovenal zijn afweer.
R was nog heel even naar de wc gegaan eerst, waardoor hij wat achter de grote menigte aan liep die allemaal hun lokalen opzochten. Dat hij in het lokaal naast Silvia’s les zat, merkte hij pas toen hij al binnen gehoorafstand was van Silvia en en toneelleerkracht. “… en tegen mij is R alleen maar aardig geweest.”
“Silvia, wees toch niet zo naïef.” R wilde doorlopen en het niet horen. Het verbaasde hem niet dat zelfs de docenten zo over hem praatten. Hij wist het ook wel, en hij had zich al lang geleden afgeschermd tegen de pijn die het kon doen. Volwassenen kon je niet op vertrouwen. Je kon op niemand vertrouwen en stond er alleen voor. Niemand zou luisteren, en daarom kon je ook niks veranderen. Zo was het leven nou eenmaal.
En toch verkleinden zijn stappen zich. De twee hadden hem niet gezien, al stond hij op amper een meter afstand. “Denkt u niet dat iedereen een tweede kans verdient? R heeft me vorige week enorm geholpen toen mijn moeder in het ziekenhuis lag. Ik vertrouw hem.”
Silvia liep bijna tegen hem aan na deze woorden. Ze vertrouwt me. De woorden spookten door zijn hoofd en leken door hun grote betekenis juist alle betekenis te verliezen. Ze werd ineens iets echts, waar ze tot die tijd alsmaar een soort van abstract concept geweest was, iets dat hij van een afstand had bewonderd. En dus nog meer wat hij verliezen kon als hij zich er te diep in zou begeven.
“Een domme keuze, echt waar,” was wat hij zei. Zelfspot was nog iets waar hij goed in was. Als je maar zelf de grappen maakte, de opmerkingen waar misschien een kern van waarheid in rustte, dan konden anderen je daarmee niet meer raken.
De docent wierp hem een boze blik alsof het geheel zijn schuld was dat de docent een privégesprek midden op de gang had willen voeren en daarbij betrapt was. R beantwoordde de blik. Zijn mondhoek trok spottend iets omhoog en er was in zijn gehele houding totaal geen respect te vinden, iets wat de docent nog bozer leek te maken.
“Moet ik me nog omdraaien zodat jullie verder kunnen met achter mijn rug over me praten?”
Er zijn nog geen reacties.