Will zwaaide Arnaut uit terwijl zijn rug achter een bocht in de weg verdween. Hij vond het best jammer weer afscheid van zijn vriend te moeten nemen, maar er kon geen uitzondering worden gemaakt. De bijeenkomst was alleen voor Grijze Jagers. "Ziezo," zei Will, "en nu op naar Redmont." "Niks van," antwoorde Halt. "Linea recta naar het bijeenkomstveld. Als we nu vertrekken hebben we een perfecte timing." Will liet teleurgesteld zijn schouders hangen. Hij had zo gehoopt om Alys nog eens te zien na die hele reis. "Moet je Pauline dan niet vertellen hoe het afgelopen is?" vroeg hij. "Die hoort er nog wel van," stelde Halt hem gerust, "en ik heb rust nodig. Geen boze vrouw die me wie weet wel verbied om nog te gaan." Met die woorden gaf hij Abelard de sporen. Will lachtte vrolijk en stoof hem achterna. Hij keek al een maand uit naar deze bijeenkomst. Over minder dan twee uur zou hij hoogstwaarschijnlijk zijn tent al aan het opzetten zijn. Gilan daarentegen was iets minder opgewekt. "Moeten we Steven er echt mee naar toe nemen?" vroeg hij weifelend. Halt keek over zijn schouder naar de man die vastgebonden in het zadel zat. Hij knikte. "Veel maakt het niet uit, hij kent de ligging toch al, en ik vind dat Crowley moet beslissen wat er met hem moet gebeuren. We hebben weinig keuze dus." Gilan wou antwoorden, maar op dat moment kwam Sarah naast hen rijden. De tweeling had hun wapens terug gekregen zodat niemand iets zou vermoeden over hun twijfelachtige verleden. Als ze iets uit zouden halen met vijftig ervaren Jagers in de buurt, stond dat gelijk aan zelfmoord. "Ik ken de weg ook," riep ze vrolijk. "Dit klopt precies met papa's beschrijving. Ik ga voorop." Sander, die niet wilde onderdoen voor zijn zus probeerde haar in te halen om zelf maar als eerste de weg kunnen aan te wijzen. Ze waren blij dat de eindeloze theoretische wegbeschrijvingen eindelijk hun nut bewezen. "Ze zijn wel heel goed geïnformeerd," merkte Gilan op, waarna hij een boze blik op Steven wierp. DIe haalde onschuldig zijn schouders op.

Sander was er bijna in geslaagd om zijn zus in te halen, toen hij plots iets hoorde, ergens in de verte. Bliksemsnel schatte hij in dat wie er ook was, wel een paard had horen draven, maar nog te ver weg was om hen daadwerkelijk te zien. Hij liet zijn paard gelijk lopen met dat van zijn zus en ving haar blik op. Ze dachten allebei aan dezelfde tactiek die ze enkele maanden eerder hadden ontworpen. Terwijl hij gewoon verder reed, gaf Sarah Appel de opdracht zich diep tussen de bomen te verstoppen, waarna ze bij haar broer achterop klom. Pas toen ze hoorden dat de achtervolger dichterbij was gekomen, liet ze zich langs de kant van de weg vallen, waar ze zich verstopte. Sander hield plots in toen voor zijn neus een kleine gestalte oprees. "Onderschept," lachtte hij, maar zijn lag verdween toen hij zag hoe de jongen zich pijlsnel van zijn paard storte en in de struiken oploste. "Kom maar weer tevoorschijn," riep hij, "ik heb je gezien." Het bleef stil. Graver wiebelde onrustig met zijn oren, een truckje dat hij ooit had geleerd en dat Sander nu inzette om de spanning wat op te voeren. Nu begon ook de jonge Jager wat onzeker om zich heen te kijken, want hij wist dat een Jagerspaard nooit zomaar onrustig zou worden. Vanuit de struiken kwam geen enkel geluid. Logisch, want Sander bewoog geen centimeter. "Hallo?" riep hij nog eens. "Je bent verloren, hoor. Kom maar terug. Ik zie je echt wel." Dat laatste was natuurlijk een leugen, want terwijl hij naar de struiken staarde, kon hij niets ongewoons ontdekken. Op dat moment besloot Sarah dat het haar beurt was om in actie te komen. Op het moment dat de jongen naar de lege overkant van de weg riep, kwam ze tevoorschijn van de kant van de weg. Ze sloop enkele meters dichter bij en riep toen: "wie heeft wie nu onderschept?" De Jager schrok zich rot en draaide zich vliegensvlug om. "Hoe kom jij hier nu?" riep hij uit. "Ik heb heel de tijd de weg in de gaten gehouden. Je kan onmogelijk zijn overgestoken!" Sarah schonk hem een mysterieuze glimlach. "Zo onmogelijk is het blijkbaar toch niet," zei ze, "maar ik had je wel te laat horen aankomen. Ik kan niet goed tegen mijn verlies," gaf ze toe. De Jager knikte. "Ja, maar toch, om zomaar te verdwijnen terwijl ik vlak voor je stond... niet slecht voor een eerste jaars." Die "voor een eerstejaars" benadrukte hij extra toen hij zich herinnerde dat zijn vroegere meester elk complimentje nog maar een jaar terug steeds op die wijze had afgekapt. Sarah stuurde ongemerkt een halve knipoog richting de struiken. Ze voelde aan dat haar broer zich ergerde aan hoe ze met de eer van zijn verdwijning ging lopen. Dat was dan jammer dat hij de beste was in ongezien blijven. Maar het belangrijkste was dat hun test was geslaagd. De jonge Jager had niets door van hun persoonsverwisseling. Ze deed extra haar best om Sanders stem over te nemen en stak haar hand uit. "Ik ben Sander," stelde ze zichzelf voor. "Ik heet Thomas," zei de Jager. "Dat was knap gedaan, hoor die oversteek. Wie heeft je dat geleerd?" "Gilan," antwoorde ze. Thomas knikte langzaam. "Oh, natuurlijk, Gilan... en euh... hoe gaat het nu eigenlijk met hem?" vroeg hij ongemakkelijk, "nog iets gehoord over... nu ja..." "Over nu ja?" vroeg Sarah onschuldig, alsof ze hem niet begreep." ze kreeg plots ongelofelijk veel zin om hem nog even in de war te houden. "Nja," aarzelde hij, "over... je weet wel..." Sarah fronste haar wenkbrauwen. "Nee, ik weet het niet. Wat is er dan met hem?" Thomas, die dacht te begrijpen dat Will en Arnaut de Grijze Jager niet gevonden moesten hebben, gaf de strijd dus op. "Laat maar. Is hij hier, Gilan?" Sarah keek over haar schouder. "Hij kan hier elk moment zijn, vermoed ik. Ik ben alvast vooruit gereden. Hij vond dat ik moest oefenen om een wegbeschrijving uit het hoofd te leren." "Dus hij komt hier zodadelijk heen?" vroeg Thomas gretig, even de rest vergetend. "Als ik niet verkeerd gelopen ben, inderdaad," zei ze. "En als ik me niet vergis zijn Will en Halt bij hem." Thomas vergat onmiddellijk de onzekerheid rond Gilans reputatie. De kans om Will én Halt in één slag te verrassen klonk als muziek in zijn oren. "Goed, Sander, ik heb een plan." zei hij, "Als we ons hier en nu in een hinderlaag leggen, heb jij een prachtkans om je meester voor gek te zetten en kan ik de rest van de dag vertellen hoe ik de beste Jagers te slim af was. Sarah, die blij was eventjes niet meer te moeten liegen, ging akkoord, en ze gingen elk aan een kant van de weg liggen. Sarah zorgde er zorgvuldig voor dat ze vlak naast haar broer kwam te liggen. "Jij neemt het straks weer van me over," fluisterde ze nauwelijks hoorbaar. Sander knikte. Ze konden hun gelijkenissen niet vaak genoeg uittesten.
Will kwam als eerste de hoek om, in een vrolijk gesprek met Halt verwikkeld. Ze hadden een drukke discussie over hoe lang vrouwe Pauline boos zou blijven. Will dacht hooguit een week, en dan enkel omdat ze het niet leuk vond om afgescheept te worden. Dat hij achter zijn leerling was aangegaan zou ze volkomen begrijpen. Halt, die minder optimistisch was, schatte het op een maand. Plots schoot Halts blik naar de kant van de weg. Hij zag iets liggen en had er meteen zijn aandacht op gevestigd. Hij was dan ook niet verwonderd toen er plots vlak voor hun neus een gedaante op de weg sprong. Will daarentegen hapte verschrikt naar adem. "Zo zie je maar, Will," zei hij kalm, "en ik had je nog zo gewaarschuwd voor sluipende gevaren." Will probeerde zo snel mogelijk zijn waardigheid te hervinden. "Ik had hem wel gezien, hoor," zei hij. Halt knikte begrrijpend. "Ja, daarmee dat je bijna uit het zadel tuimelde toen hij op de weg sprong." Hij had expres niets over de hinderlaag gezegd omdat hij vond dat Will eens een lesje moest leren. Hij was de laatste dagen veel te ontspannen. "Ik deed alleen maar alsof om hem niet teleur te stellen," verdedigde hij zich. Op dat moment kwam er een mes uit het niets op hem afgezoeft. Sander kwam uit de struiken tevoorschijn en trok het uit een boom, enkele meters verderop. "Die had je zeker ook zien aankomen," grijnsde hij toen Will wild wegdook. "Gilan," zei Thomas, "die leerling van jou is goed opgeleid." Gilan was even van zijn stuk gebracht. "Mijn euh… o, ja, mijn leerling," stamelde hij, maar Thomas luisterde al niet meer. Zijn oog was nu op Steven gevallen. Hij was te jong om de ex-Grijze Jager nog gekend te hebben. "En wie is dat?" vroeg hij. "Een gevangene," zei Halt, "maar het ligt nogal ingewikkeld. Ooit was hij nog een van onze colegas. Daarmee dat ik Crowley er over wil spreken. Misschien hoor je er nog van." Bij die "misschien" zakten Thomas' schouders naar beneden. Het was duidelijk dat hij zijn nieuwsgierigheid nog een hele tijd in bedwang zou moeten houden. "En hoe zit het nu met Gilan?" vroeg hij vervolgens. Will haalde zijn schouders op en zei zo nonchalant mogelijk: "Och, dat was niks. Gewoon, geruchten, daar moet je nooit al te veel van geloven." Gilan stuurde een verwijtende blik waarvan Will deed alsof hij hem niet opmerkte. Thomas keek schuldbewust naar zijn voeten toen hij besefte dat hij vals alarm had geslagen. De situatie werd hem wat te ongemakkelijk. "Natuurlijk, vals alarm..." zei hij, "nou, dan ga ik maar. Mijn vroegere meester kan elk moment aankomen. Die gelegenheid mag ik voor geen geld ter wereld missen." Hij bleef nog even ongemakkelijk staan, riep toen zijn paard, en verdween over de weg.

Sander riep Graver en maakte aanstalten om op te stijgen, maar Gilan hield hem tegen. "Wat heb je hem daarnet allemaal verteld? Vroeg hij verontwaardigd. Het is nog lang niet besloten wie je leeraar gaat zijn." Sander liet zijn ogen over de kant van de weg glijden om hulp te vinden, maar Sarah was spoorloos verdwenen. Ze had de situatie waarschijnlijk aan zien komen. "Eerlijk gezegd..." begon hij, "Heeft Sarah hem vanalles wijsgemaakt. Niet ik." Dat hielp niet veel, want iedereen wist ondertussen al dat de tweeling als één persoon handelde. "Laten we zeggen dat we hem bewezen hebben dat we prima voor één leerling kunnen doorgaan - en dus samen kunnen blijven. "En waaarom dan net Gilan?" vroeg Will. "We willen verder leren zwaardvechten," legde hij uit. "We willen niet iets half-en-half kunnen." Steven knikte goedkeurend. "Helemaal hoe ik ze heb opgevoed," zei hij tevreden. Will zond hem een vernietigende blik. "Hopelijk worden ze dan niet zoals jou." Gilan bekeek de jongen. "Wel, eigenlijk was ik nog niet toe aan een leerling, en zeker niet aan twee, maar ik denk dat het, als ik echt mijn best doe, bijna gemiddelde zwaardvechters van jullie kan maken." Plots was Sarah wel weer van de partij. "En het blijft leuk om een heel korps voor de gek te kunnen houden," riep ze uit, terwijl ze wild met haar zwaard in het rond sloeg. Gilan zuchtte in zichzelf terwijl hij haar manke techniek zag. Hij had, om het zacht uit te drukken, wel grotere rampen gezien, maar talent om met een zwaard om te gaan ontbrak hen duidelijk. Ze zouden enorm hard moeten oefenen. Maar competitief als ze waren, zouden ze er alles aan doen de beste van hen twee te worden. Dat was dan een voordeel aan twee leerlingen. Motivatie konden ze genoeg krijgen.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen