EINAR 'R' HARDING


You do not believe in anything.
- I believe in you.

Hoewel hij op het moment dat de constatering zijn mond verliet al geweten had dat zij daadwerkelijk had geweten wie Doris was, deed Silvia’s antwoord toch iets met hem. “Ja… Toen ik ontdekte dat Doris jouw broer was, ik wilde gewoon dat…”

En hij deed wat hij altijd deed. Hij sloeg terug, want woede en sarcasme waren makkelijker dan de wirwar van gevoelens vanbinnen. “Dan wat? Door behulp van jouw feeënkracht alles magisch goed zou komen en we zouden wegspringen over een regenboog? Het spijt me prinses, zo werkt het in de echte wereld niet.”

Hij had onmiddellijk spijt van zijn woorden. Hij wilde niet zo tegen haar doen, maar er zat wel een kern van waarheid verborgen in zijn antwoord. Er was geen happily ever after in deze wereld, geen magie waardoor alles goed zou komen. Je deed zo hard je best om alles goed te doen, maar hoe je het ook wendde of keerde, uiteindelijk zou alles uit elkaar vallen.

“Laten we maar gewoon gaan eten.” Hij liet zich meenemen door Janie, wetende dat hij zich zou moeten verontschuldigen tegenover Silvia. Hij zou het ook doen, maar dit was weer een teken waarom ze nooit naar hem zou moeten kijken. Wat hij ook deed, hij deed haar keer op keer pijn.

“Waarom ben je nou boos op Silvia? Is het omdat ze verliefd op je is?” vroeg Janie hem. “Want verliefd zijn is niet slecht. Prinsen en prinsessen worden toch ook verliefd?”

“Janie. Daar wilt R vast niets over horen op dit moment.” Einar negeerde Silvia’s opmerking en knielde naast Janie neer om op ooghoogte met haar te zijn.

“Nee, verliefd zijn is niet erg,” vertelde hij het meisje. “Maar soms… soms blijkt de prins toch slechts een straatrat in vermomming te zijn. En soms staat Jafar toch in de weg.” Met een sombere glimlach keek hij opzij naar Silvia, die al ongeduldig bij de auto stond. Hij was geen prins, verre van. Was hij zelfs de straatrat of was hij de slechterik in dit verhaal? En soms won het slechte of stond er te veel in de weg. Zou zijn antwoord genoeg zijn voor Janie? Ze had net uitgebreid verkondigd dat ze Aladdin zo leuk vond.

Het deed hem denken aan vroeger, toen hij zijn broertje had moeten beschermen tegen de ruzies. Ook toen had hij geprobeerd om duidelijk te zijn, maar tegelijk het volwassenenleven stil te houden. Hij was maar een paar jaar ouder geweest dan Doris, maar hij had moeten opgroeien zodat zijn broertje kind kon blijven. Doris was zijn broertje geweest, zijn verantwoordelijkheid.

De rit duurde gelukkig kort, en tegelijk had hij van Einar zoveel langer mogen duren, want het huis van Silvia zou ook haar moeder betekenen. Hij stelde zich voor aan Silvia’s moeder, die hem meteen zo hartelijk onthaalde dat hij er bijna ongemakkelijk van werd. Hij was geen liefhebbende moeder gewend en zich al te bewust van hoe hij erbij liep. In oude kleding vol verfvlekken, met een shirt waar hij eerder die dag achter gekomen was dat er een scheur in zat. Hij liep erbij als een zwerver, als iemand die je niet te dicht bij je dochter zou willen laten.

Eenmaal aan tafel begon de ondervraging, tot grote schaamte van Silvia. “Mam! Janie was daarstraks ook al van alles aan het doorvertellen!” R glimlachte maar wat bij de opmerking, want wat kon hij anders? Janie had uitgebreid over Damian zitten vertellen.

“Het eten ziet er heerlijk uit,” zei hij tegen Silvia’s moeder. Hij was de eerste jongen die Silvia meenam? Daar zat vast niks achter. Ze had vast ook wel eens vriendinnen meegenomen.

“Ze kan maar beter zeggen dat ze mijn werk wel oké vindt,” vervolgde hij als antwoord op de vraag van Silvia’s moeder. “Ik ben degene die de kleding voor Julia heeft ontworpen. En verder is er eigenlijk weinig te vertellen. Ik studeer Kunst, ben laatstejaars en volg een aantal vakken met Silvia.”

De cola nam hij graag aan. Hij was student, cola bij het avondeten was echt geen rare combinatie. Silvia’s moeder bleef vragen stellen en hij beantwoordde ze, al deed hij dat niet heel uitgebreid. Hij was een beetje overweldigd door haar vermogen om te kunnen doorvragen, en de gebeurtenissen van die dag bleven door zijn hoofd spoken. Helemaal zijn aandacht bij het gesprek houden kon hij dan ook niet, zelfs al probeerde hij het wel.

Het eten was nog lekkerder dan het eruit zag en R zorgde er dan ook voor dat hij dat zeker duidelijk maakte. Maar toen ze hem nog wat aanbood, wilde hij weigeren. Niet omdat hij geen zin meer had, maar omdat hij niet al haar eten wilde opeten. Een nee accepteerde ze echter niet.

“Ben je oke?” vroeg Silvia hem toen ze heel even een moment zonder haar moeder hadden.

Was hij oké? R wist het zelf echt niet. Het eten smaakte hem prima, hij voelde zich hier echt wel welkom en kon zelfs de vele vragen wel vergeven. Maar Doris bleef alsmaar een plek in zijn gedachten houden en deuren die hij met een goede reden vergrendeld had, leken op kieren te komen staan.

“Het gaat wel,” antwoordde hij voor Silvia’s moeder de kamer binnen kwam. Maar ging het wel in de zin van ‘het gaat wel goed’ of ‘het valt tegen’? Zelfs hij wist het antwoord niet.

“Zie je wel R, ik had je beloofd dat je ook chocolade pudding zou krijgen. Ben je nu niet blij dat je mee bent gekomen?”

Hij lachte kort. “Zeker weten, Janie. Het is maar goed dat je me overtuigd hebt.” Het voelde zo gemaakt om vrolijk te doen tegen Janie, al leek zij dat zeker niet te merken. Maar het papiertje leek een gat in zijn broekzak te branden en de vraag ‘wat moet ik ermee doen’ had nog lang geen antwoord gekregen.

“Waar kan ik het toilet vinden?” vroeg hij. De kamer leek plots veel te benauwd geworden te zijn, en hij wilde hier even weg. Even naar een plek waar hij wel ademruimte zou hebben en waar hij niet zou zien wat voor happy family hij niet had.

Maar ook de wc leek hem te verstikken. De muren waren zo dichtbij dat het onmogelijk was om de gedachten in zijn hoofd weg te laten vliegen. Ze waren letterlijk barricades geworden. Wat moet ik doen? Wat moet ik doen?

Uiteindelijk verliet hij dan toch die ruimte, maar niet om weer naar de rest terug te keren. In plaats daarvan glipte hij door de achterdeur de tuin in. Hij eindigde zittend met zijn rug tegen een grote boom, het briefje in zijn hand. Zijn hartslag was net iets te hoog, maar de frisse lucht leek de eerste benauwdheid met zich mee te voeren. Keer op keer las hij de nummers, maar ze drongen niet door. Begon het met een acht, een nul of een drie? R zou het niet kunnen vertellen.

Het was raar, zoals hij nu weggeglipt was. Dat wist hij ook. Hij had het wel nodig, heel even daar weg. Silvia leek alles in hem zo aan te scherpen en soms deed dat pijn. Hij had een heel leven weggestopt, en zij had dat in een enkele dag ontrafeld. En tegelijk kon hij niet boos zijn, wilde hij gewoon bij haar zijn.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen