De jongen met de bijl aarzelde een tel, alsof hij in de war gebracht was door Sarahs slechtdoordachte smoes. Sarah daarentegen wist onmiddellijk gebruik te maken van de verwarring om weer overeind te springen. Ze zette vlug een stap achteruit, buiten bereik van het wapen, en vroeg zich af of ze weg zou rennen of proberen om de jongen toch aan te vallen. Ze had net voor een tussenweg gekozen, eerst een rake klap geven en dan wegrennen, toen de jongen iets mompelde. 'Wacht even,' zei hij, meer in zichzelf, al gaf het de indruk dat hij Sarahs onverwachte beweging had zien aankomen. 'Ik dacht dat de Grijze Jager hier geen leerling had...' Hij kreeg geen tijd om er nog iets aan toe te voegen, want op dat moment stampte Sarah zo hard tegen zijn been dat de bijl op de grond viel. In een reflex probeerde de jongen haar met zijn vuist in het gezicht te slaan, maar Sarah dook soepel weg waarna ze naar de bomen sprintte en bijna versmolt met het bos. Het duurde een tel voor de jongen genoeg besefte wat er gebeurde en hij achter haar aan rende. Die onzichtbaarheidstruck, wist hij, dat moest wel een Grijze Jager zijn.

Sarah holde tussen de bomen door, over haar schouder zag ze dat de jongen de bijl niet terug had opgeraapt, maar wel sneller was dan je zou verwachten. Na een paar meter voelde ze zich al uitgeput doordat ze nog maar net achter dat meisje had aangelopen. Op dit soort momenten miste ze haar paard ontzettend. Ze keek nog een keer achter zich, en zag dat de jongen nog meer genadert was. Bracht die mantel hem dan helemaal niet in de war? Die onnozele lap stof werkte haar vooral tegen, hij bleef regelmatig aan takken haperen. Ze keek nog een keer over haar schouder, net op tijd om te zien doe haar achtervolger tegen haar aan knalde. De jongen duwde haar op de grond en sprong boven op haar, om haar op de grond te houden. Sarah vervloekte zichzelf. Normaal gezien had ze toch tegen hem moeten winnen? 'Wie ben je?' vroeg de jongen. Sarah zei niets. Ze probeerde zichzelf los te wringen. 'Wat ga je doen?' vroeg ze spottend, 'me hier voor eeuwig tegen de grond gedrukt houden? Ik dacht het niet. Daar dacht hij een seconde over na. 'Willem,' riep hij toen, naar ergens in de verte. 'Kom eens, we hebben weer zo'n Jagersprobleempje. Sarah slaakte een diepe zucht. Nu had ze de situatie helemaal verprutst.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen