als kind geloofde ik dat het wondermooie horloge van mijn vader, een pronkerfstuk binnen de familie, alle tijd in zich had.
Ik zag mijn vader niet vaak. Dus wanneer hij dan eens onder de douche stond, nam ik het horloge van de wastafel en sloeg het stuk met zijn hamer uit de garage. Ik geloofde dat we dan alle tijd voor ons zouden hebben.
Er kwam niets dan 'gruizel' uit, en de stilstaande wijzers overtuigden me dat de wereld zonder tijd was gevallen. Ik huilde.
Zo bleek het ook niet te werken. Mijn vader zette het op zo'n huilen dat het gebeuren mij een hele tijd bijbleef.
Alle tijd sindsdien, om precies te zijn

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen