Paragraaf 1 ~ Het licht mag uit

"Is het niet tijd dat je wakker word?"
"Nee," ik schud mijn hoofd, "Iets langer".
Een hand houdt mijne vast. Het is warm. Ik moet lachen en kijk op. Zijn gezicht, zijn stem. Ik wou dat ik er altijd naar kon kijken. Hij glimlacht naar me zoals altijd. "Goed!" zegt hij met een grijns "Wil je een geheimpje weten?". Ik wil al terug lachen als hij oppeens naar voren buigt en fluistert "Ik wou stiekem dat je nee zei".
"He, dan vraag je het toch niet?" zeg ik.
"Ja maar~" hij kijkt vooruit naar de gebouwen. "Ik weet dat je uiteindelijk weg moet".
Ik geef een klein kneepje in zijn hand en hij kijkt al weer terug. "Hoe moet ik nu weg als je zo schattig doet?" vraag ik. Zijn wangen worden een beetje rood. "Dat is niet iets dat je tegen een jongen zegt, Em" hij tikt mijn voorhoofd aan "En je moet niet vanwege mij blijven".
Bij die gedachte moet ik zuchten. Ik hou zijn arm vast. "Ik wil niet" fluister ik.
Zijn ogen lijken door me heen te kijken maar al snel houdt hij me zoals altijd vast. "Het is oke, ik ben er" zegt hij terwijl hij me vasthoudt, "Het zal goed komen".
Ik knik. Dat was precies wat ik wilde horen maar toch wil ik niet weg. "Je zult me nooit verlaten, toch?" vraag ik. Ik hou hem vast en duw mijn hoofd in zijn borst. "Hehe, Em, heb je zo weinig vertrouwen in me? Je hebt me nu echt pijn gedaan, zeg!"
In plaats van antwoorden, knijp ik hem in zijn schouder. "Auw, auw, oke" hij grinnikt.
Hij houdt me stevig vast en druk een kus op mijn wang. "Em, ik zal je nooit verlaten"
Ik glimlach na zijn woorden. Hij houdt me weer vast. Waarom eindigen mijn mooiste dromen op zulke momenten? Waarom moet ik hem verlaten. "Jake, ik ga".
Ik voel hem knikken en doe mijn ogen dicht. "Kom je snel terug?". Zijn stem is zacht.
"Ja, natuurlijk." Ik aai hem over zijn rug. "Het zal een korte dag zijn".
Tenminste, dat hoop ik.

Langzaam voel ik de warmte van zijn knuffel vervagen.

Als ik mijn ogen open, zie ik mijn plafond. De wekker luidt mij dat het tijd is om op te staan. Voor een moment doe ik mijn ogen dicht en ik zie Jake. Dan sta ik op.