Zondag. De dag waarop je eigenlijk niks zou moeten doen. Het is de laatste dag van het trainingskamp en vanavond vliegen we weer terug naar Nederland. Al terugdenkend aan afgelopen seizoen zet ik een kop koffie op de hotelkamer van mij en Donny. Sinds ik weer terug ben bij Ajax, zijn we bijna onafscheidelijk. We lachen altijd veel met elkaar, en hebben vaak dezelfde humor. Natuurlijk kan ik met de anderen ook goed opschieten, maar met Donny is het anders. We vullen elkaar aan. We hebben elkaar voor het eerst ontmoet tijdens de kwartfinale van de Europa League, nu drie jaar geleden. Hij wilde na de wedstrijd mijn shirt hebben, en zei dat hij tegen mij opkeek. Een maand later tekende ik bij Ajax en zo is het balletje verder gaan rollen. ‘Hey Klaas, al zin om terug te vliegen?’ Ik kijk opzij en zie Donny in de deuropening van onze hotelkamer staan. ‘Wat denk je zelf, kom maar op met die tweede seizoenshelft!’ glimlach ik naar hem. Komend weekend begint voor ons weer een keiharde strijd voor de landstitel. Hoewel AZ gevaarlijk dichtbij is, liggen alle kansen nog steeds open. Het liefst speel ik elke wedstrijd, al is het maar een invalbeurt, ik wil nog steeds mijn minuten maken en doelpunten scoren. Ik gooi een kussen in Donny's gezicht. ‘Laten we zo maar gaan slapen, mafkees,’ zeg ik tegen hem. Niemand weet zoveel van mij als Donny. Ik bespreek vaak mijn twijfels over het doorgaan of niet bij Ajax, en natuurlijk wil hij niet dat ik stop. Ik denk dat hij mij tot mijn veertigste nog wel hier ziet voetballen, ook al zou het zo mogelijk kunnen zijn dat ik voor Heerenveen kies. Mijn beslissing maak ik nog niet. Daar is het nog te vroeg voor. Hoewel ik 36 ben, en daardoor ook minder snel zal worden, ben ik nog even gretig. Donny kijkt me aan en ziet me denken. ‘Klaas, je denkt teveel. Laat het rusten, het komt vanzelf.’

De volgende ochtend breekt aan. De zon strijkt in mijn gezicht en trek het bruine gordijn nog iets meer naar mij toe. ‘Hey Don, ben je al wakker?’ fluister ik zachtjes. Hij draait zich om in bed. ‘Ja, nu wel dankzij jou,’ grapt hij. Aan de andere kant van de deur hoor ik gestommel. ‘Jongens, ontbijt staat klaar. We vertrekken bijna,’ hoor ik de stem van Lasse zeggen. ‘Lijkt erop dat we moeten opschieten.’ Donny haalt zijn schouders op en stapt uit zijn bed. Net als ik richting de badkamer wil lopen, is Donny mij voor. ‘Ik ga eerst!’ roept hij nog. ‘Klootzak,’ schreeuw ik. ‘Ik ook van jou, Klaas.’ Dat zeggen we bijna altijd wel een keer, als we aan het dollen zijn. Ik pak mijn laptop erbij en ga voor de verandering eens een aflevering Mocro Maffia kijken. Na een minuut of vijf wordt er geklopt op de deur. Vervolgens loop ik naar de deur om hem open te doen. ‘Die van de Beek staat zeker weer zo lang te douchen,’ zegt Lasse net iets te hard. Een kleine grinnik hoor ik vanuit de douche. ‘Alsof jij nooit lang douchet! Ik maak je wel een keer in met een potje darten,’ klinkt het vanuit de badkamer. ‘Klootzak,’ is ook het antwoord van Lasse. Hij loopt de kamer uit en ik doe de deur achter mij dicht. Mijn kamergenoot kijkt mij vreemd aan als hij de douche uit komt. ‘Wat moest ie?’ vraagt hij lachend. ‘Je kent hem toch, altijd een beetje aan het dollen.’ Ik begin mijn koffer in te pakken en rits hem dicht. Voor we weggaan pak ik een snelle douche en kleed ik me aan, zoals altijd strak in pak. Ik draai mijn gezicht een kwartslag om direct Donny's ogen te vinden. ‘Ga je mee?’ vraagt hij. Ik knik snel en inspecteer de kamer nog een keer met mijn ogen om te kijken of ik niks ben vergeten. ‘Ja, ik ga mee.’ Met die woorden sluiten wij de deur achter ons en lopen we richting de trap van het hotel om nog één keer van het ontbijt hier te mogen genieten.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen