Hoofdstuk 9
Alles klaar, Sergeant’, Rachel stond in het midden van een patrouille aan de kant van de Vossen. ‘Ik vraag het niet nog eens! Wat doe jij hier, KAT?’ Staart keek op naar de Sergeant. ‘Sorry, maar mag ik even met Rachel praten? Dan kan zij ervoor zorgen dat ik jullie territorium verlaat. ‘Maar…’, Begon Rachel, maar de Sergeant gaf haar een knikje en liep weg. ‘Hoe kun je me zó verraden!?’ zei Staart overstuur. ‘Wat bedoel je verraden?’ Rachel was verbaasd en ze snapte niet wat Staart bedoelde. ‘Doe niet zo onschuldig’, snauwde Staart. ‘Hoe kan je me dit niet vertellen? Ik dacht dat we vrienden waren!’ Schreeuwde Staart. ‘Waar heb je het over?’ vroeg Rachel nog eens. ‘Ik kan jou dus niet vertrouwen, vaarwel Rachel’, zei Staart nu kalmer. ‘Maar Staart…’ ‘Ik zei VAARWEL!’ Schreeuwde Staart. Met hangende kop liep Rachel terug het Vossenterritorium in.
‘Je kan gaan, Rachel’, Konijnbont draaide zich naar de jonge vos om. De zilveren vos had een bundeltje kruiden voor haar poten neergelegd. ‘Het zijn: Jeneverbessen en Watermunt tegen buikpijn, Komkommerkruid tegen koorts, Biezen voor breuken en Duizendblad kan je eten als je vergiftigd bent, maar ook als er kloven in je kussentjes zitten kan je erop kauwen en dat erop smeren. Niet te vergeten Klitwortel tegen rattenbeten.’ ‘Wauw, Konijnbont, dank je wel!’ Rachel stond te kijken van alle kruiden. ‘Hee je bent Goudsbloem vergeten op te noemen’, zei Rachel wijzend met haar poot op een oranje bloem. ‘En waar gebruik je dat tegen?’ Vroeg Konijnbont. ‘Het is het beste medicijn tegen krab- en beetwonden. Je moet het tot pulp kauwen en er dan opsmeren.’ ‘Ik ben trots op je Rachel. Weet je zeker dat je niet mijn leerling wil worden?’ ‘O, Konijnbont ik ben vereerd. Alleen ik wil de Katten niet als mijn vijanden hebben, mijn beste ex-vriendin woont daar.’ ‘Is Staart jouw ex-vriendin?’ Vroeg Konijnbont. ‘Maar je vertelt altijd zulke leuke dingen over haar, wat is er gebeurd?’ ‘Nou Staart flipte toen ze me hier zag, en ze gaf me niet eens de kans om uit te leggen dat ik jullie kwam helpen tegen die wezens.’ ‘Ach…’ Konijnbont gaf Rachel een vriendschappelijke lik. ‘Het komt wel goed, ze draait wel bij.’ Rachel haalde haar schouders op. ‘Ik moet je wat vragen, als medicijnvos. Kan een kat superkrachten hebben?’ vroeg Rachel gegeneerd ‘Nee, maar wees niet beschaamd, er zijn er meer geweest die daar last van hadden. Het komt door de hete zon, dan gaan katten en Vossen zich inbeelden dat ze supersnel kunnen zijn en dat anderen het kunnen zien, maar het is allemaal een illusie. Als je er dan over praat met de kat, ja Staart, die erbij was, dacht je, dan raakt die helemaal in de war.’ Vandáár dat Staart niet begreep waarom Rachel boos op haar was. ‘Dank je wel!’ Konijnbont knikte. Rachel raapte de kruiden op.‘Dag Konijnbont!’ Riep ze en ze verliet het kamp met de kruiden in haar bek. ‘Dag…’ Zei Konijnbont met pijn in haar stem.
Mono ging op de hogesteen staan in zijn kamp. De Katten hadden een boom. ‘Rachel, ik zeg namens de hele pack bedankt voor jouw hulp. Als beloning wordt je veilig terug naar de, hoe noemde jij het? Afvalbult?, gebracht door onze oudste leerling, Schaduw. Een zwarte vos met bruine ogen stapte naar voren. ‘Kom mee, deze kant op.’ Het accent in zijn stem liet Rachel’s pels tintelen. Haar poten jeukten om weer terug naar huis te lopen.
‘Voor welke kies je?’ Vroeg Schaduw ineens. ‘Huh?’ ‘Voor welke pack?’ Zei Schaduw ongeduldig. ‘Eerlijk?’ ‘Heel eerlijk’, antwoordde Schaduw. ‘Eigenlijk...ik weet het niet. De wolvenpack ga ik niet voor kiezen, en Staart woont in De Kattenpack. Ik wil haar niet aanvallen, maar de Vossen zijn natuurlijke vijanden van katten. Maar aan de andere kant, ik voel me verbonden met mijn soort. Vooral met Konijnbont, ze voelt net familie.’ ‘Maar dat is ze niet, toch?’ vulde Schaduw onzeker aan. ‘Ja, dat is ze niet, tenminste dat denk ik’, mompelde Rachel onverstaanbaar. ‘Zei je iets?’ vroeg Schaduw. ‘Nee, nee...nee!’ Rachel schudde de gedachte aan de zilveren vos van zich af.
‘Alstublieft’, Schaduw had Rachel veilig en wel bij de Afvalbult gebracht. ‘Zie je morgenavond!’ De zwarte vos drukte zijn snuit in haar vacht en huppelde de heuvel af. Een tinteling trok door Rachel’s vacht, maar die schudde ze snel van zich af.
‘Rachel! Rachel!’ Een luchtige stem riep Rachel. Ze stond op de heuvels voor het meer. Het lange vochtige gras tintelde aan haar poten en het koele briesje liet haar pels bewegen. De stem kwam vanuit het bos. ‘Rachel!’ Rachel begon te rennen achter de stem aan door het bos. ‘Help ons, Rachel!’ Hoe dichter Rachel bij de stem in de buurt kwam, hoe meer er klonken. ‘HEEEELP!’ Rachel stormde over de grens tussen de katten en de wolven. ‘RACHEL!’ De stemmen namen bezit van haar en ze bleef maar rennen zonder ook maar een beetje op het gevaar lette. Ze sprong de rand van het ravijn op en keek naar beneden. Haar pels schitterde als water in het zonlicht. Ze keek naar beneden en hapte naar adem. Veertien wolven stonden recht tegenover vijf honden. De honden vielen aan en de wolven verdedigden hun kamp fel. Maar de honden waren té sterk. Ze beukten de wolven op de grond en trokken haren uit hun pels. Ze beten in hun nekvel en gooiden de slappe wolven naar de andere kant, waar ze weer hetzelfde deden. Rachel wilde net aanvallen toen ze een flits van bruine pels zag vechten met een hond. Wanhopig bewerkte ze de buik van de hond met haar achterpoten, maar ze begon uitgeput te raken. Ze wist dat Packleiders hun elf levens kregen nadat ze op de hoogste berg in het gebied hadden geslapen. Maar alleen de zuster wist op hoeveelste leven de Packleider zat, wat nou als Cenjé er nog maar één had? Maar ze schatte in dat Cenjé, vanwege haar vechtkunst, op haar vijfde leven zat. Snel sprong Rachel naar beneden en riep: ‘Cenjé! Cenjé! Hier ben ik!’ Maar er kwam geen reactie van de Packleider. ‘Hoor je me niet? Hier ben ik!’ Rachel deed een paar stappen naar voren en probeerde te bijten in het nekvel van de hond die over haar heen gebogen stond. Maar Rachel miste en viel onder de hond. Ze krulde op als een balletje ter bescherming van haar lichaam, maar er gebeurde niks. Een stem riep: ‘Het is maar een droom Rachel!’ ‘Wat? Wie is daar. Wacht op mij!’ Rachel sprong op, dwars door de hond heen. ‘Waarom laat u me dit zien?’ het enige antwoord van de stem was: ‘Wordt wakker Rachel, ze hebben je nodig…’
Rachel schrok wakker. Haar droom, het was maar een droom, maar hij had nog nooit zo veel op de werkelijkheid geleken. Er was maar één ding mogelijk, Staart moest dit weten!

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen