O76 || Einar Harding

- I believe in you.
R had met Silvia te doen. Ze klonk zo klein en breekbaar daar aan de telefoon, en het liefste zou hij zijn armen om haar heen slaan en haar stevig vast houden. Het brak zijn hart.
“Wat zullen mijn vrienden denken als ze dit horen? Iedereen doet er zo negatief over… Wat als ze ons niet meer als Romeo en Julia willen, R?” Het was haar reputatie die nu op straat lag. Haar toekomst waar mensen over aan het praten waren. Allemaal omdat ze met hem om was gegaan. Hij had geweten dat zijn schaduw haar licht zou gaan verslinden, en dit was de prijs die ze zou betalen. Hij had uit haar buurt moeten blijven, om haar te beschermen.
“Het zijn je vrienden, Sil. Ze zullen je geloven als jij het hen vertelt. Daarvoor zijn het je vrienden. En als ze jou niet als Julia willen, zijn ze gek geworden. Niemand past de rol beter dan jou.” En was het nodig, dan zou hij terugstappen. Het was waarschijnlijk te laat om een nieuwe Romeo in te werken, maar als dat de enige optie was om haar haar rol te laten houden, zou hij het doen. Voor haar, want zij verdiende alles. Hij wilde haar alles geven.
“Er is helemaal niets gebeurd maar iedereen lijkt de roddel wel te geloven, ik vind het ook zo rot voor jou want jij kunt dit al helemaal niet gebruiken en er waren al roddels dat je samen zou zijn met Tess ..” Rot voor hem, want het was ongehoord dat iemand als zij iets zou zien in iemand als hem. Het kon niet, het mocht niet en niemand zou het verwachten. Het was een schandaal, haast zoals het vroeger een schandaal was als iemand van adel met iemand van het gewone volk was.
Hij schudde zijn hoofd, zelfs al kon ze dat niet zien en glimlachte zonder enige vorm van humor. “Er is elke week wel een nieuwe roddel over me. Ik ben het gewend. Jij bent degene die niet verdient hierin meegesleurd te worden.”
Ze moesten door naar de les, en Silvia hing op. Het was niet genoeg voor R. Hij had haar nog zoveel willen zeggen, maar ze moest dit toch echt zelf aan. Het enige wat hij kon doen was uit haar buurt blijven.
En dat ging de hele dag goed, tot het moment dat de repetities waren. Natuurlijk kon hij daar niet uit Silvia’s buurt blijven. Meteen het moment dat hij de zaal binnenstapte, werd hij door Vanespen opzij geroepen. Daar stonden Vanespen en Shizowitz met zijn tweeën, waarschijnlijk te wachten op R.
“Er gaan geruchten rond,” zei Shizowitz. R herinnerde de woorden aan het begin nog wel. Als hij ook maar iets zou doen dat Silvia zou schaden, als hij ook maar verkeerd naar haar zou kijken, dan zat hij in de problemen en flink.
“Ik heb het gehoord,” zei hij slechts. Hij wachtte af. Shizowitz leek enorm kwaad, Vanespen… zelfvoldaan? Had hij wel verwacht dat er iets zou gebeuren? Was hij blij dat hij R nu eindelijk weg kon sturen? Gisteren nog was R de ster van zijn show geweest (na Silvia dan), en vandaag… R kon hem niet inschatten.
“Is het waar?”
“Is wat waar?” Niemand had het nog hardop genoemd.
“Heb je met mevrouw Carter geslapen?” Het hoge woord was eruit.
R keek Shizowitz even aan. De man wilde hem niet geloven, zelfs nu R nog niet eens antwoord gegeven had. “Ik heb haar een lift gegeven,” zei hij. “Dus we zijn samen aangekomen, dat is waar. De rest moet je haar maar vragen, aangezien je mijn woorden toch niet zal willen geloven.” Shizowitz leek alleen maar kwader te worden bij deze waarheid.
"Dat zullen we zeker doen," snauwde Shizowitz. Hij had R al veroordeeld.
Vanespen legde zijn hand op R’s schouder. R had de neiging een stap achteruit te zetten, maar bleef stilstaan. “We willen slechts het beste voor onze leerlingen,” zei hij. “En geruchten kunnen een hoop kwaad doen voor een carrière als die van Silvia. Maar dat betekent niet dat we onze studenten niet aanmoedigen om vriendschappen en relaties aan te gaan, en hun hart te volgen. We willen alleen dat iedereen ook veilig is en zich goed voelt.” Waarom klonk het bijna alsof hij een soort van toestemming gaf? Maar tegelijk moest hij wel bedoelen dat die veiligheid voor Silvia was, dat ze haar wilden beschermen. Want ook zijn eerste hekel aan R stond hem nog vers in het geheugen, zelfs al leek hij wat bijgedraaid te zijn sinds R Romeo was (en helemaal sinds de kusscene).
R keek naar beide mannen, zonder te weten hoe hij hier nog op moest antwoorden. "Kan ik gaan? Ik moet me nog omkleden," zei hij. Ze hadden nog niet gezegd dat hij niet terug hoefde te komen of wat voor gevolgen dit had. Als dat zou komen, kwam het nu, en anders wilde R al te graag onder dit gesprek uit.
Er zijn nog geen reacties.