Deze keer werd ik uit mezelf wakker. Wat een vooruitgang!
Ik keek op de klok, en het was pas zeven uur ‘s ochtends. Alles was nog zo kalm. Alles was zo stil. Alles was vredig. En ik was een keer op tijd!
Het vredige werd verstoord door mijn herinneringen die me met een klap in mijn gezicht sloegen. Ik was alles heel even vergeten, omdat ik net wakker was, maar het kwam opeens terug.

Wat had ik gedáán?

May haatte me, ik had een relatie met Flynn, waardoor May me meer haatte, daardoor deed Flynn weer aardiger en daardoor haatte May me nóg meer en zo was het een oneindige cirkel.
Ik begroef mijn gezicht in mijn handen en zo lag ik nog een hele tijd in mijn bed, helemaal stil, aan het nadenken over mijn levenskeuzes. Of ik was in slaap gevallen… Ik wist wel dat de volgende gedachten de hele tijd door mijn hoofd dwaalden: Aderyns plan was geslaagd. Ze wilde May breken door middel van mij en Flynn. Het was haar gelukt. Ik had een relatie met Flynn. Wat had ik gedaan? Waarom? Ik wilde terug in de tijd gaan en mezelf in mijn gezicht slaan, maar dat zou een paradox creëren (dat had ik geleerd door een boek) en meer problemen had ik niet nodig.
Die gedachten gingen door totdat de deur openging. Daardoor keek ik op uit mijn half-slaap-half-paniek-bui, en zag ik dat Sophie mijn kamer binnengelopen was.
Ha! Ik was al eerder wakker! dacht ik.
Ik ging overeind zitten en Sophie schrok zich dood, omdat ik wakker was, wat ze niet verwachtte.
"Laat me raden, het is weer laat en we moeten zo gaan?" Sophie keek me aan - nog steeds verrast - en ze knikte.
"Goed, tot zo, bij het ontbijt." Dat voelde echt heel goed om te doen. Eindelijk was ik niet meer de schone slaapster in haar ogen. Tenminste, dat hoopte ik maar.
Ik pakte wat kleren uit mijn kast en liep toen vol zelfvertrouwen de eetkamer in, waar Sophie, Derk en Bethany net aan hun ontbijt begonnen waren. Ik ging zitten op de stoel naast Beth en ik at een paar broodjes. En natuurlijk de aardbeien. Kom op, wat had je van me verwacht.
"Goed, tijd om te gaan." Sophie stond op, maar ik gebaarde haar dat ze weer moest gaan zitten. "We vinden de weg wel."

Even later was ik eindelijk in de trainingszaal en besloot ik de starende tributen - die verbaasd leken dat ik levend naar de training kwam vanwege het incident van de dag ervoor - te negeren en naar de messen te gaan omdat ik daar tenminste een beetje bekend mee was. Niet heel erg, want bij koken was het meestal niet de bedoeling dat je je mes naar je voedsel gooide in de hoop om het te vermoorden, maar het was een begin.
Er waren twee verschillende onderdelen met messen. Het ene onderdeel had een groot scherm met bewegende mensen die je volgens mij moest gaan raken (alsof dat mij ooit zou lukken) en het andere onderdeel was iets minder spectaculair; er stond een man met zwarte haren naast een dummy en een tafel met messen. Mij kennende leek het geen goed idee om iets te doen wat inhield dat ik scherpe dingen moest gooien op iets wat ook nog bewoog.
De streng ogende man bleek een instructeur te zijn, en hij legde mij uit hoe we het mes vast moesten houden. Nou ja, dat probeerde hij.
"Goed, nu pak je het mes bij het lemmet," zei hij, terwijl ik het mes oppakte alsof ik iets ging snijden.
"Nee, nee! Je moet het zó doen." Hij pakte het mes behendig vast en ik werd bijna bang van de manier waarop hij het mes vastgreep, alsof hij het mes naar mijn schedel wilde gooien. Dat was eigenlijk ook de bedoeling, aangezien ik bij het onderdeel voor het werpen van messen was, dus waar zeurde ik over?
Ik probeerde het mes vast te pakken op de manier die de strenge man voordeed, en toen ik eindelijk dacht dat ik het goed vast had, liet ik het op de grond vallen. Ik slaakte een kreet en verplaatste mijn voeten snel, precies op tijd, want het mes kwam neer op de plek waar één van mijn grote tenen net nog was.
De man zuchtte en volgens mij hoorde ik hem zachtjes "Hopeloos…" zeggen. Had hij dat toevallig geleerd van Sophie?
Ik pakte het mes op van de grond en probeerde het weer, en na een veel te lange tijd had ik het mes eindelijk goed vast. Dat ik er zo lang over deed om het mes eindelijk goed vast te houden was niet echt geruststellend of veelbelovend.
"Goed gedaan!" De man klonk niet bijzonder enthousiast. "En nu, nu moet je het gooien," ging hij verder alsof ik een vijfjarig jongetje was. Even ter informatie, dat was ik niet.
Ten eerste ergerde ik me aan het feit dat hij me aansprak als een kleuter die het onderscheid tussen cijfers en letters niet eens wist. Ten tweede kon hij me wel zeggen dat ik het moest gooien, maar ik had geen idee hoe. Ik was net zo hopeloos met een mes als een vis die vloog. Wat zou die vis daar überhaupt moeten doen, hoog in de lucht, als we ervan uitgingen dat hij niet stierf door het gebrek aan water? Maar wat als het regende? Dan had hij water. Zou hij dan blijven leven?
Waarom stel je jezelf vragen over een vliegende vis?
"Eh- Meneer, hoe doe ik dat?"
"Je pakt het mes op, en pakt het goed vast. Kijk eens! Dat heb je al heel goed gedaan!" Weer wilde ik hem er vriendelijk aan herinneren dat ik geen kleine kleuter was, wat zijn toon suggereerde. Ik haatte mensen die op die toon spraken. "Dan richt je op je doel, en dan-" Hij pakte behendig een mes vast en gooide het op de dummy. Het mes kwam terecht op de plek waar het hart zou zitten, en ik schoot bijna in paniek, maar toen bedacht ik me dat het een dummy was en dat we geen medische hulp moesten gaan zoeken.
Lekker bezig, Alex.
"Goed, nu jij." Wacht, wat? Ik moest een mes gaan gooien nadat hij het nagenoeg perfect voordeed? Ten eerste wilde ik het niet omdat ik hem nooit zou kunnen overtreffen. Ten tweede wilde ik het niet omdat ik het nog steeds niet snapte.
Ik haalde diep adem en ging goed staan, het mes nog in mijn hand en mijn ogen gericht op de dummy. Toen gooide ik het mes richting de plek waar het mes van de instructeur zich in de dummy geboord had.
Nou ja, ik mikte er tenminste op. Het mes kwam een paar meter voor de dummy op de grond en vanuit mijn ooghoeken zag ik de instructeur, en hij leek niet eens boos of iets dergelijks. Hij leek gewoon teleurgesteld.
"Je weet dat je dummy twee meter verder staat, he?!" hoorde ik Florian van achter me zeggen.
Ik lachte even ongemakkelijk, waarna ik iets mompelde wat op "Ik pak het mes wel weer even" leek, maar dan met veel meer gestotter en ik kwam niet goed uit mijn woorden. Ik pakte het mes op en ik liep terug naar de man.
"Nee, je moet niet zo hard gooien. Je vingers zijn veel dichterbij. Van vloer of dummy kun je geen vingersoep maken." Ik zuchtte, kon Samuel me niet gewoon alleen laten?
"Probeer na te wijzen. Als je het mes in het hart wilt, moet je wijzen naar het hart als je het mes losgelaten hebt. Anders gaat hij ergens anders heen," zei de instructeur. Kijk, dat waren dingen waar ik iets aan had.
"En misschien als je doet alsof May de dummy is, lukt het beter om te gooien. Dat heeft ze wel verdiend na die klappen." Florian knipoogde, en hoewel hij in de lift een aantal opmerkingen over May en ik had gemaakt, vond ik hem nog steeds aardig. Adey kon een voorbeeld aan hem nemen.
Ik was het met Florian eens, maar aan de andere kant had ik het ook wel verdiend, hoewel Adey het verhaal wel verdraaid had, want Flynn zoende mij, ik hem niet. Dat begreep Aderyn niet. Maar ja, aan de andere kant was ik ook een relatie aangegaan met Flynn.
Na veel te veel moeite gedaan te hebben om het mes goed vast te houden stond ik weer klaar, mijn ogen alweer gericht op de dummy. Ik probeerde goed te richten en ik liet het mes uit mijn hand vliegen. Het mes kwam deze keer wel in de dummy, dus ik was best wel trots op mezelf.
Dat het mes in de dummy zat wilde nog niet betekenen dat hij in een goede plek zat; het mes stak in de hand van de dummy, maar het was iets.
Ik gooide nog twee messen, en eentje vloog er overheen, maar de ander kwam in het hoofd van de dummy.

Reageer (2)

  • Megaeraaa

    . Ik was net zo hopeloos met een mes als een vis die vloog. Wat zou die vis daar überhaupt moeten doen, hoog in de lucht, als we ervan uitgingen dat hij niet stierf door het gebrek aan water? Maar wat als het regende? Dan had hij water. Zou hij dan blijven leven?
    Waarom stel je jezelf vragen over een vliegende vis?
    *zucht*
    Omdat je Alex bent, natuurlijk

    3 jaar geleden
  • Samanthablaze

    "Je weet dat je dummy twee meter verder staat, he?!" hoorde ik Florian van achter me zeggen.

    Oké mijn herinneringen van Florian zijn gewoon warrig want in mijn hoofd was hij echt wel vriendelijk

    "En misschien als je doet alsof May de dummy is, lukt het beter om te gooien. Dat heeft ze wel verdiend na die klappen."

    Ah oké there it is

    de ander kwam in het hoofd van de dummy.

    OH DAMN Alex wordt eng

    3 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen