De volgende dag werd ik weer wakker geschreeuwd, hoewel het deze keer niet Sophie was; het was Derk. Ze hielden het wel spannend, dat moest ik ze toegeven.
Het volume - dat van Derks stem - was dan ook een stuk hoger dan dat ik gewend was en ik viel het tweepersoonsbed uit. Een tweepersoonsbed. Zo’n brede, en ik lag in het midden! En ik viel eruit! Wat de fuck, Derk?
"Bedankt voor het vredige ontwaken," zei ik sarcastisch en in mijn ogen wrijvend, hopend dat ik dan wat beter wakker werd.
"Graag gedaan." Hij was niet zo snugger als het om sarcasme ging. Of het kon hem niks schelen "De privésessies zijn zo, schiet op." De wattes? Privésessies? Oh nee. Dat was ik compleet vergeten. Er schoot pure paniek door me heen. Bij de privésessies moest je aan de spelmakers laten zien wat je kon, en in mijn geval was dat bijzonder weinig. Daar werd een cijfer op gebaseerd en dat cijfer kon heel Panem dan later via de televisie zien. Een regelrechte ramp dus.
Oké, kalm blijven Alex. Dit kun je (niet).
Wow. Mijn eigen hersenen hielpen me niet eens. En bedankt, hersenen.
Oké. Stappenplan. Stap één: goed ontbijten. Stap twee: bedenken wat je gaat doen bij de privésessies. Stap drie: Verschrikkelijk falen in hetgeen wat je van plan was te doen bij de privésessies. Einde.
Ik had een nieuw plan nodig.
Piekerend over wat ik moest gaan doen trok ik wat kleren aan en liep ik naar de kamer waar we altijd aten. Zoals gewoonlijk zat de rest er al (nog steeds: ze moesten leren om me eerder wakker te maken) en ik schoof aan. Ik schonk geen aandacht aan het ontbijt, omdat ik te druk bezig was met in paniek zijn.
Wat waren mijn opties?
Messen gooien, messen gooien of messen gooien. Ik had misschien ook moeten trainen op andere dingen, maar daar was het al te laat voor.
Goed, dat was één probleem uit de weg geruimd. Nu nog bedenken hoe ik het ging doen, zonder te veel messen te missen.
Derk stond op zonder iets te zeggen en blijkbaar was het ontbijt al over, aangezien hij naar de lift liep en ons wenkte. Ik nam nog snel twee witte bolletjes mee de lift in en at ze daar op. Als ik niet goed had ontbeten, dan ging stap één van mijn waanzinnige plan al fout.
Derk zette ons af in een ruimte waar wat andere tributen zenuwachtig op een bankje zaten. Het meisje uit District 3, May, de jongen uit District 4… Wacht, May? Ik keek nog even achter me of ik nog weg kon, maar Derk bleef achter Beth en mij staan tot we ook plaatsnamen op de bank, wat mijn enige ontsnappingsroute blokkeerde. Ik zuchtte en nam plaats naast May, die vriendelijk naar me glimlachte en toen weer wegkeek. Van binnen begon een vulkaan uit te barsten en ik had geen idee wat ik moest doen. Moest ik terug kijken? Moest ik op de grond gaan liggen en schreeuwen? Moest ik het negeren? Wat deed je in dit soort situaties? Als Florian er maar was… Dan kon ik hem om advies vragen. Misschien had hij weinig toe te voegen maar geloof me, ik ook niet. Twee mensen waren altijd beter dan één.
Ik besloot om weg te kijken en het gevoel vanbinnen dat niet te plaatsen was te negeren.
De deur ging open, en het meisje van District 3 liep naar binnen. Even later ging May"s districtsgenoot ook naar binnen en toen waren alleen May, ik en Bethany nog over, maar sinds May naar me glimlachte had ze geen aandacht meer aan me geschonken. Hoe kon ze dat? Ik zou de hele tijd staren. Wacht, dat deed ik ook. Ik wendde mijn blik snel af en hoopte dat May niet door had dat ik naar haar zat te staren. Bethany, die naast de bank stond, had het duidelijk wel door en ze wiebelde even met haar wenkbrauwen, en ze wilde bijna zo’n irritant fluitgeluidje maken maar ik gaf haar een boze blik en ze stopte haar poging abrupt.
Even later had May de kamer ook verlaten en ik wilde bijna zweren dat ze nog naar me knipoogde voordat ze de deur achter zich sloot. Maar misschien verbeeldde ik me dat. Wacht, waarom zag ik dat überhaupt? Was ik weer naar haar aan het staren. Oh nee. Die gedachte over May werd verdrongen door veel paniek en ik werd nog zenuwachtiger dan ik al was; ik moest gaan laten zien wat ik kon doen met wapens. En dat was dus niks. Dit was heel belangrijk, want hier kon je sponsoren mee krijgen en die konden in de Arena het verschil tussen het leven en de dood betekenen.
Mijn hartslag en mijn ademhaling begonnen allebei sneller te gaan en ik probeerde mezelf kalm te houden maar dat ging niet zo heel makkelijk.
De deur ging weer open en ik wilde dat hij zichzelf weer sloot, maar toen dat niet gebeurde zuchtte ik en liep ik de kamer met Beth en de bank uit, en dus de kamer met de spelmakers in. Dat hielp niet om mijn hartslag en ademhaling in toom te houden.
Ik had geluk, omdat ik niet een van de laagste districten was, en omdat ik na de beroeps kwam. De spelmakers hadden nog een beetje focus over voor me.
De kamer was groot, en overal om me heen stonden wapens en onderdelen waar je ze kon gebruiken. Zwaarden, bogen, messen, speren en nog veel meer dingen waarvan ik niet eens wist dat ze überhaupt bestonden.
Ik hoorde mijn hartslag. Ik voelde mijn hartslag. Het was bijna alsof ik mijn hartslag was geworden, en het leidde me zo af dat ik me nergens echt op kon concentreren; lopen voelde raar, mijn zicht was onduidelijk en voor een moment kon ik zelfs zweren dat ik naar mezelf stond te kijken alsof ik een ander persoon was.
Ik schudde mijn hoofd en gaf mezelf een denkbeeldige klap in mijn gezicht, waardoor ik weer een beetje controle had. Met de nadruk op een beetje.
Ik liep stap voor stap naar de messen toe, met een hevige focus op het overeind blijven staan. Met elke stap voelde ik me zenuwachtiger. Wat als ik een mes liet vallen op mijn voet? Of in mijn eigen borstkas? Nee, dat zou niet zo snel gebeuren. Alhoewel… Het kon. Oh oh.
Alle gedachten over wat er allemaal verkeerd kon gaan schoten door mijn hoofd. Sommige van die gedachten waren echt heel onwaarschijnlijk (zoals "er kon een aap binnenkomen en me neerslaan"), maar op dat moment had ik het gevoel dat alles mis kon gaan.
Aangekomen bij de messen haalde ik nog even diep adem, en daar pakte ik een set met messen die me wel goed leek. Niet dat ik er iets van wist, maar goed. Ze hadden een leuke kleur blauw.
Ik wendde mijn aandacht tot de dummy en sloot mijn ogen even.
"Je kan het," mompelde ik, zoals Flynn de dag ervoor toen we samen trainden gezegd had. Gelijk toen hij dat had gezegd gooide ik vier messen mis, maar toch.
Ik opende mijn ogen weer en pakte het eerste mes van de vijf trillend vast. Ik pakte het nu bijna gelijk goed vast, aangezien ik dat al twee dagen aan het trainen was.Toch nog iets geleerd. Dan moet de rest ook wel goed komen, vertelde ik mezelf. Ik probeerde eerst goed te richten, en ik had het gevoel dat ik niet meer kon doen aan voorbereiding, dus voor ik het wist vloog het eerste mes door de lucht, onderweg naar de dummy. Met een zacht geluidje kwam het mes in de dummy. Ik was erg blij dat hij er in zat, maar het was niet de beste plek ooit; de schouder. Als ik hem net iets anders gegooid had was hij mis geweest. Maar hij zat. En ik moest niet zo moeilijk doen.
Het volgende mes kwam in de borst, vlak bij het hart, maar net niet. Ik was er erg trots op. Dit gaat niet al te slecht, dacht ik, terwijl ik het volgende mes gooide. Dat mes ging in tegenstelling tot mijn positieve gedachte van daarvoor gewoon over de dummy heen. Het voelde als een ramp.
Oké, Alex. Kalm blijven. Één mes mis was nog geen ramp, probeerde ik mezelf gerust te stellen, terwijl ik het vierde mes pakte. Ik was heel erg aan het trillen - zeker na die laatste fout - en ik had al niet heel veel kracht in mijn armen, maar als ik begon te trillen werd dat nog veel minder. Het vierde mes landde dan ook zo’n twee meter voor de voeten van de dummy, en daarmee gaf ik alle hoop op. Het was een regelrechte ramp. Ik ging dood in de eerste drie seconden van de arena, struikelend over mijn eigen voeten en vallend op mijn eigen mes. Ik zou nooit sponsoren krijgen en sterven door een klein sneetje in mijn vinger.
Ik had nog een mes over, en die gooide ik maar zo snel mogelijk. Ik wilde weg. Het laatste mes deed erg zijn best voor me, maar vloog toch over de dummy heen. Ik was een mislukking.
Ik keek even naar de spelmakers en ik zag ze knikken. Dat betekende dat ik mocht gaan. Ik was klaar. Ik hoefde geen messen meer te gooien. Ze hadden genoeg gezien. Genoeg van hoe slecht ik was.
Zo snel als ik kon liep ik de kamer uit, tranen bedwingend. Ik keek niet om naar mijn mentoren; ik wilde gewoon zo snel mogelijk weg zijn. Ik rende zowat naar het appartement om daar vervolgens op mijn bed neer te ploffen, en ik had mijn gezicht begraven in mijn kussen. Ik lag daar een hele tijd, misschien wel uren, misschien wel dagen. Oké, het waren geen dagen, maar het voelde erg lang.
Ik had geen zin om te huilen. Ik had geen zin om niets te doen. Ik had geen zin om wel iets te doen. Ik had geen zin in alles. Ik wilde niks, maar dat wilde ik ook niet. Het klonk verwarrend, maar gelukkig was het dat ook.

Reageer (2)

  • Megaeraaa

    Wat waren mijn opties?
    Kon Hij ze niet overtuigen met lasagne?
    (zoals "er kon een aap binnenkomen en me neerslaan"),
    Of course!
    Niet dat ik er iets van wist, maar goed. Ze hadden een leuke kleur blauw.
    Goede keuze!

    3 jaar geleden
  • Samanthablaze

    Wat de fuck, Derk?

    Ja Derk, dat is rude

    Dat was ik compleet vergeten.

    Oh gelukkig ik ben niet de enige

    Alex, jongen, als je niet kunt mikken moet je maar gewoon erheen rennen en steken

    3 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen