MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN MELVYN

In de trein ging alles in een waas langs me heen. Ik was me vaag bewust van de stemmen van Selma en Melvyn op de achtergrond die me riepen, maar negeerde ze. Ik stormde de eerste de beste kamer binnen en liet me op mijn bed vallen.
Toen stortte ik in. Ik was me er vaag van bewust dat ik nu bij de anderen zou moeten zijn, maar het kon me niets schelen. Ik kon maar niet geloven dat Sikje echt dood was. Mijn lieve, kleine sikje die ik had zien geboren worden en had zien opgroeien. Nadat ik haar gered had, had ik altijd gedacht dat ze een natuurlijke dood zou sterven. Dat het onmogelijk was dat ze toch nog naar de slachtbank zou moeten. Maar toch was het nu gebeurt. Het allerbelangrijkste in mijn leven, degene die mij altijd begreep, die er altijd voor mij was, zelfs als de rest van de wereld tekortschoot, was er niet meer. Zelfs als ik deze hel zou overleven, zou ze er niet zijn om mij te verwelkomen. Ze zou nooit meer mijn hand likken wanneer zelfs Zale en Zody me niet konden opvrolijken. Eigenlijk had ik geen reden meer om me in te spannen. Ik kon toch niet winnen. En daarmee kwam ook het besef dat ik met elke minuut die verstreek ook steeds verder verwijderd was van mijn vrienden, mijn familie en alle anderen die ik daarnet voor de laatste keer gezien had. Maar ik zou me niet zomaar over geven. Ik was een geit, geen schaap. Ik zou het die beulen die geiten en kinderen niet uit noodzaak, maar voor hun plezier slachtten nog lastig maken. Sikje zou ook willen dat ik in mijn laatste weken nog plezier had.
Ik krulde me op in het veel te grote bed en barstte in huilen uit.

Ik weet niet of het het volgende moment al was of een uur later, maar er klopte iemand op de deur. Waarschijnlijk mijn mentor die zich afvroeg waar ik bleef. Ik had geen antwoord. Hij zou vanzelf wel weggaan. Vanaf nu deed ik waar ik zin in had. Niets of niemand kon mij nu nog stoppen. Dood ging ik toch, en degene waar ik het meest om gaf hadden ze ook al vermoord. Het kon me niets meer schelen wat ze van mij vonden.
Er werd weer geklopt. Waarschijnlijk begrepen ze nu wel welk spelletje ik speelde, maar ze kwamen niet binnen. Koppig bleef ik in bed liggen.
Toen ik net dacht dat ze weg waren, vroeg iemand van aan de andere kant van de deur: 'Ehm… Capra?' Ik schrok. Ik ging er de hele tijd van uit dat het mijn mentor was die voor mijn deur stond, maar deze stem herkende ik. Hij klonk niet echt laag, maar het was toch duidelijk een jongensstem. Wat deed Melvyn voor mijn deur? Door de nieuwsgierigheid vergat ik mijn koppigheid en voor ik heb wist had ik geantwoord: 'Wat is er?' Het klonk zelfs vriendelijk. 'Eh…' De deur ging een klein beetje open. 'Eigenlijk is dit mijn kamer. Mag ik binnenkomen?' Wow, WAT? In mijn hysterie was ik de foute kamer binnen gelopen! Kon dit nog erger? 'Ik kom zelf wel. Wacht even.' Ik schaamde me omdat ik zijn lakens had verkreukeld. Hij mocht niet zien dat ik gehuild had. Gelukkig ging de deur weer dicht terwijl Melvyn antwoordde: 'Oh, ja. Ook goed… En… euhm… we zouden ook nog de boetes bekijken dus ehm…' Ik wist dat hij bedoelde dat ik moest opschieten, maar waarom zou ik zelfs komen? Ik overleefde dit toch niet.
Maar toch stond ik op want al was dit mijn ongeluksdag, als ik eenmaal op het podium stond, moest ik weten wat te zeggen. Zo goed en zo kwaad als het ging legde ik Melvyns deken terug waarbij ik de plekken die nat waren van mijn tranen zo veel mogelijk verstopte. Ik lliep naar de badkamer en stak twee groene speldjes die daar lagen (waarom liggen er speldjes in een jongensbadkamer?) In mijn haar om de losgekomen plukjes in bedwang te houden zodat mijn vlechtjes weer op iets trokken en keek in de spiegel. De pompoenpauwkleurige veertjes waren een beetje opzichtig maar het stond me wel. In zijn geheel waren de speldjes zelfs best mooi.
Ik draaide me om en liep de kamer uit waarbij ik nog de laatste sporen van mijn vergissing probeerde uit te wissen.

In de zitkamer zaten Selma, Melvyn en onze mentoren ons op te wachten. Ik herkende ze, maar hun namen wist ik niet. Een van hen was een meisje dat er amper ouder dan Melvyn uitzag. Het was duidelijk dat ze zich niet op haar gemak voelde bij haar tweede jaar als mentor. Naast haar zat een oude man waarvan ik de spelen nooit gezien had. Hij staarde nadenkend voor zich uit terwijl hij aan zijn grijs baardje prulde. Met zijn veel te wijde, vaaloranje t-shirt zag hij eruit als een vogelverschrikker. Maar daar leek hij totaal geen last van te hebben. Af en toe mompelde hij iets als: 'Zin van het leven', 'Rede', 'Werelden', 'Vat hersenen', of 'Existentiële kwantor'. Ik begreep er niets van, maar ging er van uit dat het Capitooltermen waren.
Het meisje stond op en zei: 'Dag Capra. Ik ben zoals je waarschijnlijk al weet, Yolanda Strauss. Ik ben jouw mentor. Let vooral niet op de Filosoof hier.' Ik keek naar de man met het lange, onverzorgde haar. Als dat een filosoof was, hoefde ik er niet meer tegen te komen. 'We hebben al genoeg tijd verloren.' Ging ze verder. 'Laten we meteen met de boetes beginnen.' Met één druk op een knopje op de afstandsbediening in haar hand, ging en immense tv aan. Ik zag het plein van district 1. Ik herkende het vaag van een programma over hoe juwelen gmaakt werden, waar ik ooit het begin van had gezien. Het plein was prachtig versierd voor deze gelegenheid, veel mooier dan bij ons. Er heerste een sfeer die bijna vrolijk te noemen was terwijl honderden mensen toestroomden naar hun eigen vak. Het viel me op dat twee kinderen verdacht vaak in beeld werden gebracht. Zij waren ook degenen met de mooiste kleren. Toen het meisje met het lange, lichtbruine haar in beeld kwam, begon Selma opgewonden te praten: 'Wat een prachtige kleren! Helemaal Capitoolwaardig! Zij zal ZEKER winnen!' Ze leek niet te beseffen dat ze zonet gezegd had dat wij geen kans maakten waar we bij waren. ' Maar eigenlijk is het niet te geloven dat die tribuut voor haar boete al een mooi kleed aan heeft terwijl ik niet eens iets deftig heb.', sloot ze verontwaardigd haar pleidooi af. Ze vond onze kleren dus ook maar niets. Bedankt.
Yolanda spoelde door tot het moment waarop het meisje op het podium stond. Meteen begon mijn mentor uitleg te geven: 'Zilver Speerder. De dochter van een winnaar dus zij heeft het geld niet nodig. Vorig jaar is haar broer inde spelen omgekomen, maar vergis je niet in haar. Ze is hier alleemaar omdatze dat leuk vindt. De dood van haar broer heeft er alleen maar voor gezorgd dat ze een jaar eerder gaat. Zorg er voor dat ze je niet als een vijand beschouwt voor de arena, want als je haar specifieke prooi word, ben je dood.' Ze liet het beeld verder gaan. Zilver kreeg een enthousiast applaus hoewel iedereen al leek te verwachten dat zij zich zou aanbieden. Achter haar zaten de vijf winnaars waarvan een trots en tevreden naar de tribuut keek. Waarschijnlijk haar vader. Ik schreef op het blad papier dat op het tafeltje lag: Zilver Speerder, GEVAARLIJK. Toen ik weer opkeek, kwam een grote, blonde jongen zwaaiend het podium op, alsof hij al zijn hele leven naar dit moment uitkeek. Een doorsnee beroeps, dat voorspelde niets goeds. 'Pracht Evans. Hij is ook een gevaar. Blijf bij hem uit de buurt als je wil overleven.' Zei Yolanda.
Terwijl de jongen vrolijk zwaaiend het publiek bekeek dat in vergelijking met hem amper enthousiast was, ook al was het meer dan in district 10, krabbelde ik snel nog een paar woorden op het blad: Pracht Evans, GEVAARLIJK.

De boetes gingen verder met district 2. Het meisje was alvast een geruststelling. Voor een beroeps was ze tamelijk klein en ze leek me ook minder irritant dan de andere beroeps. 'Nina Wolters. Onderschat haar niet, ze is en blijft een beroeps.' Nina was opvallend stil, maar niet op een bange of geschrokken manier. Ze leek het gewoon niet belangrijk te vinden om naar de camera te zwaaien of op te scheppen. Ik schreef op: Nina Wolters, BEROEPS stil, en nam me voor om eens met haar te praten.
Nina's districtgenoot leek me een stuk minder vriendelijk. De grote, gespierde jongen zwaaide en blies handkusjes naar de camera. Zijn mouwloze witte shirt toonde duidelijk de vele littekens op zijn armen die getuigden van zijn vechtlust. Zijn blonde haren zaten vol gel en in zijn blauwe ogen stond een arrogante blik. Het was een schril contrast: Nina die het publiek straal negeerde terwijl de jongen maar geen genoeg kon krijgen van al die aandacht. Volgens Yolanda heette hij Lukas Atmey en was hij - natuurlijk - gevaarlijk, dus dat schreef ik op.

District 3 was iets boeiender. Het meisje liet een plant vallen toen ze haar naam hoorde. Yolanda bleef doodserieus en zei: 'Persephone Cottar. 15 jaar, relatief ongevaarlijk.' Ik zuchtte opgelucht. Eindelijk iemand waar ik geen GEVAARLIJK bij moest schrijven. 'Maar ze is natuurlijk wel nog steeds gevaarlijker dan Capra. Ze is een stuk ouder.' Ging ze verder. Ik zuchtte en schreef op: Persephone Cottar, plant. Het meisje liep zo snel ze kon naar voren en struikelde daarbij bijna.
Toen werd de jongen getrokken. Casio Babylon. Eerst was het een hele tijd stil, niemand leek de ongelukkige te kennen. Tot er iemand naar voor werd geduwd. Algauw riepen enkele mensen dat hij het niet was en ging hij terug in zijn vak staan. Er heerste verwarring op het plein. Uiteindelijk grepen enkele vredebewakers iemand vast en sleepte haar het podium op. Nee, het was blijkbaar toch een hem. De mannelijke tribuut van district 3 leek verdacht veel op een meisje met zijn halflang haar en jurk. Ik stoorde mij eraan dat hij de hele tijd recht in de camera staarde terwijl hij de vragen van de escorte negeerde. Ik was zo in de war dat ik zelfs vergat verder te schrijven.

Reageer (2)

  • 4na

    Ik krulde me op in het veel te grote bed en barstte in huilen uit.
    oh mood

    'Persephone Cottar. 15 jaar, relatief ongevaarlijk.'
    rude maar waar skfjnbsk

    Persephone Cottar, plant
    ik haat dat dit een accurate beschrijving van haar hele karakter is-

    3 jaar geleden
  • Samanthablaze

    Niet zeker hoor, maar volgens mij gaat dit hoofdstuk over Melvyn

    waarom liggen er speldjes in een jongensbadkamer?
    Voor mensen als Baby, Noam en eigenlijk ook Alex. En Chris zou het ook kunnen hebben

    Persephone Cottar, plant
    Ja daar kan ik eigenlijk niets tegenin brengen

    Er heerste verwarring
    Deze Spelen samengevat

    3 jaar geleden
    • inktzwart

      ik ben zo boos dat ik geen comments kan liken op quizlet so consider your comment liked anyway

      3 jaar geleden
    • Samanthablaze

      Thanks yay
      Dat zou inderdaad een functie moeten zijn. Kunnen ze toevoegen als ze de site gaan vernieuwen?

      3 jaar geleden
    • Megaeraaa

      Goed idee! Het is inderdaad een geweldige reactie

      3 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen