O86 || Einar Harding

- I believe in you.
R’s handen trilden zo erg toen hij de sigaret aan wilde steken, en het kostte hem langer dan hij toe wilde geven voor hij het daadwerkelijk voor elkaar gekregen had en hij de rook in zijn longen zoog. Hoewel er een wind stond en de temperatuur buiten lang niet zo warm was als binnen, bleef het benauwend voelen. Zijn shirt plakte al aan zijn rug.
Waarom had hij gedacht dat hij dit kon? Er speelde zoveel tussen Doris en hem, en er had al zoveel gespeeld voor R zelfs maar aan weggaan gedacht had. Hoe had hij kunnen denken dat die breuken zo makkelijk te helen waren geweest? Uiteindelijk was het Einar geweest die Doris verlaten had. Toen hij ondanks Doris’ smeekbede toch weggegaan was, maar ook al eerder, toen hij uitgaan, alcohol en drugs boven zijn broertje verkozen had. Hij had zijn vlucht uit het huis al lang gezocht voor hij echt zijn spullen gepakt had. Hij had alles achter zich willen laten, zelfs toen dat betekend had dat hij de band met zijn broertje stukje bij beetje afgebroken had.
Maar Doris had hij nooit helemaal los kunnen laten, niet toen ze nog in hetzelfde huis gewoond hadden en zelfs niet daarna. Hij had alles gedaan om zijn broertje te vergeten, om te vergeten hoe ze ooit beste vrienden geweest waren, hoezeer hij hem miste. Hoezeer hij Doris in de steek gelaten had, terwijl hij klaar had moeten staan voor zijn broertje. Zijn hele leven had hij zijn broertje beschermd tegen de grillen van hun gezin, en toen hij dat niet meer kon doen… R had niet geweten wat hij met zijn leven had moeten doen.
En om Doris nu weer te zien… Hoewel R niks liever wilde dan zijn broertje opnieuw in zijn armen sluiten, bleef dat schuldgevoel aan hem knagen, telkens als hij naar het gezicht van Doris keek. Van een jongetje was Doris naar een jongeman gegaan, en hij was er niet geweest om Doris die stap te zien maken. Er waren zoveel woorden die nog tussen hen in hingen, zoveel ruzies die nog niet waren bijgelegd en die, hoewel ze beide deden alsof er niks aan de hand was, nog alsmaar hun weerslag hadden op het tweetal. Het zou nog veel gesprekken kosten voor alle obstakels opgelost zouden zijn.
Het waren gesprekken die R zeker wilde voeren, maar dat betekende niet dat het niet gevoeld had alsof zijn keel en longen samengeknepen werden, en ademen plots zo moeilijk was geweest. Hij rende nu niet weg. Hij wilde zijn broertje zo graag terug, en tot het moment dat hij Doris in zijn armen gehouden had, had hij zich niet gerealiseerd hoe graag. Hij was met buikpijn bij dit cafeetje gekomen, maar nu kon hij zich amper voorstellen overwogen te hebben niet te gaan. Nee, hij rende echt niet weg. Hij had alleen even een pauze nodig.
Hij hoorde voetstappen achter zich, en hoefde zich niet om te draaien om te weten dat Silvia hem gevolgd was toen hij niet terug leek te keren. Nogmaals nam hij een teug van de sigaret, en hij hield de rook even vast voor hij het weer uitblies. Zijn vingers speelden met de sigaret.
“Heb je al spijt dat je het familiedrama ingesleurd bent?” vroeg hij. Het klonk bitte, en eigenlijk had Silvia deze toon zeker niet verdiend. Niemand had dit verdiend, en R was zich er op het moment dat de woorden zijn mond verlaten hadden ook van bewust.
“Nee, sorry, dat verdien je niet,” corrigeerde hij zichzelf. Hij zuchtte en haalde een hand door zijn haren. “Het is… het is gewoon een heleboel, weet je wel?”
Er zijn nog geen reacties.