O87// Silvia Carter
Silvia trok Do in een knuffel en hield hem stevig vast. Ze kende de jonge man nog niet zo goed, maar nu voelde ze zich beschermend over hem.
"Je zult altijd iemand hebben waarop je terug kan vallen. R woont in een klein appartementje en er is weinig plek daar, maar als je echt weg moet dan kun je eventueel bij ons?" Ze stelde het voor zonder er over na te denken.
"Janie Zou het natuurlijk helemaal geweldig vinden, haar favoriete meester in haar huis, wat een feest." Glimlachte ze toen. Do glimlachte weer, al was het zwakjes.
"Ze is behoorlijk gek op me, is het niet?"
Silvia begon te lachen.
"Dat is nog zacht uitgedrukt."
Do leek zich weer iets beter te voelen en dus besloot Silvia te gaan kijken waar R zo lang bleef.
Ze stond op en dronk haar glas leeg.
"Ik ben zo terug. Even kijken waar die broer van je uithangt."
"Zolang jullie er niet stiekem vandoor gaan en me hier laten zitten." Grapte do, maar de angst in zijn ogen was echt.
Silvia had meteen medelijden gaf hem een geruststellende glimlach.
"Dat zouden we nooit doen, Do. Echt niet. Dat laat ik hem niet doen." Verzekerde ze hem. Met die woorden stapte ze naar buiten, waar R trillend stond te roken.
Hij blies net rook uit en zijn vingers speelden met de sigaret. Silvia kon het niet nalaten om te denken dat hij met die vingervlugheid waarschijnlijk ook een goede gitarist zou zijn.
“Heb je al spijt dat je het familiedrama ingesleurd bent?” vroeg hij. Het klonk bitter, en misschien een beetje bang. Silvia wilde hem zo graag troosten en geruststellen.
“Nee, sorry, dat verdien je niet,” corrigeerde hij zichzelf. Hij zuchtte en haalde een hand door zijn haren. “Het is… het is gewoon een heleboel, weet je wel?”
Silvia wist een glimlach boven te halen. Het was inderdaad een hele stap voor R, en dat hadden ze van tevoren geweten. Was R gewoon wat overwhelmed? Ze was Al lang blij dat hij niet echt weg leek te willen.
"We wisten allebei dat dit niet makkelijk zou zijn."Begon ze, en legde haar hoofd op zijn schouder. "Maar R, daarbinnen zit nu een jonge man die doodsbenauwd is dat zijn broer niet meer naar binnen komt. Hij toont het misschien niet zo erg, maar hij is echt bang dat je hem laat zitten."
Haar hand streelde zijn brede rug in de hoop hen allebei wat rust te geven.
"Hij wilt zich openstellen, maar jullie zijn op dat vlak precies hetzelfde. Daar hebben jullie moeite mee. Communicatie is belangrijk. Zeg hem wat je voelt, wat je zorgen zijn, misschien kan hij ze wegnemen." Ze zei het met een kleine glimlach, probeerde hem wat gerust te stellen.
"Ik heb do gezegd dat als hij echt weg wilt dat hij misschien bij ons kan logeren, bij jou is er niet echt plek voor een extra persoon en ik weet ook niet of dat van de huurbaas mag." Vertelde ze hem toen, dat deed hem opkijken.
"Het is duidelijk dat hij niet gelukkig is en misschien heeft hij gewoon een opstapje nodig om op eigen benen te gaan staan. Dat zou het contact tussen jullie misschien makkelijker maken."
Waarom leek het alsof ze zich aan het verdedigen was? Was dat nodig? Ze wist het niet. Deze hele situatie was gewoon diep verwarrend.
Er zijn nog geen reacties.