Foto bij Een koningin maakt plaats voor een koning

Dit is een droom die ik echt heb gehad, een droom waarin Bindi mij duidelijk maakte dat ik genoeg had gejankt en door moest met mijn leven. Nog diezelfde dag heb ik de eerste Kwispelstaart-brief geschreven

De hele avond was mijn hart als een bezetene tekeergegaan, maar in deze wereld van dikke mist, voelde ik me volkomen rustig. De brug waar ik voor stond kende ik, ook al verdween het laatste gedeelte in het witte niets. Dit was het begin van de Houtjeslaan, het startpunt van de favoriete wandelroute van mij en mijn meisje.
‘Bindi?’
Niets, geen reactie, maar ik wist dat ze er was, dus reed ik de brug over. En inderdaad, daar zat ze, starend naar het punt waar het meer lag. Ze keek niet eens op toen ik naast haar kwam zitten. Wel leunde ze tegen mijn rolstoel aan, zodat ik een arm om haar heen kon slaan. Dit voelde fijn, vertrouwd, hoe vaak hadden we wel niet samen zo gezeten? Wij tweetjes tegen de rest van de wereld, maar dat was toen. Voordat Bindi verhuisde, wist ik niet hoe traag een halfjaar voorbij kon kruipen.
Ik deed een krampachtige poging om de brok in mijn keel weg te slikken. ‘Ik mis je nog iedere dag, weet je dat? Het huis is geen thuis meer zonder jou.’
Nu keek Bindi mij wel aan met die prachtige ogen van haar, waar ik jaren geleden verliefd op was geworden. Ik streelde haar zwarte vacht, die door steeds meer grijze haren werd doortrokken. Honden hebben mazzel, zij gaan er met het verstrijken van de jaren alleen maar mooier uitzien.
Als iemand weet hoezeer ik me tegen een nieuwe hulphond heb verzet, is het Bindi. Hoe kon ik mezelf openstellen voor een nieuwe hond, als mijn hart haar toebehoorde? Bindi was mijn hele wereld en toen ik hoorde dat zij na haar pensioen niet bij mij mocht blijven, stortte mijn wereld in. Ik schreeuwde, vloekte, huilde en belandde zo in het dal dat voor anderhalf jaar mijn thuis werd. Ik klapte dicht, deed helemaal niets meer.
Uiteindelijk was ik toch degene die over Bindi’s vertrek besloot: 2 februari 2020. De reden daarvoor was de artrose, dat een dag na kerst bij haar was vastgesteld. Ik huilde tranen met tuiten toen de dierenarts mij dat vertelde, maar ik hield mezelf aan de belofte die ik jou op dag één van ons samenzijn had gedaan: jij blijft bij mij, totdat jouw lijf zegt dat het niet meer gaat. Ik zou jou nooit pijn bezorgen. Nooit.
Dus verhuisde Bindi naar een betere plek en bleef ik achter in een leeg huis, zonder de vertrouwde hulp van mijn persoonlijke assistent. Dat was zwaar, maar niet zo zwaar als dat ik had verwacht. In mijn hart wist ik dat ik het juiste had gedaan: Bindi hoefde niets meer voor mij op te rapen, ze hoefde niet meer op haar achterpoten te staan om aan of afgelijnd te worden. Nu kon ze lekker van haar pensioen genieten en dat deed ze met volle teugen.
‘Ik ben blij dat je zo gelukkig bent, echt waar.’ Ik lachte zacht. ‘Jij accepteert veranderingen zoveel beter dan ik. Weet je nog wat hulphondvrouw Kitty zei toen jij en ik net in dat kabouterdorp woonde? “Bindi is happy, nu jij nog.” Ze had gelijk.’
Bindi’s tong streek over mijn koude vingers, het had iets troostends. ‘Ik wist altijd al dat als jij moest vertrekken, ik jou meer zou missen dan jij mij. Dat is niet erg, ik ben er juist wel blij om. Het was allemaal zoveel moeilijker geweest als je wel last van heimwee had gehad. Maar nu is het mijn beurt, vind je ook niet? Jij bent happy, nu ik nog.’
Verbeelde ik het me nou of ging Bindi nog iets dichter tegen mij aan zitten? Ik haalde beverig adem. ‘Ik schrijf weer. Brieven, Kwispelstaart-brieven noem ik ze, aan de nieuwe hulphond. Over jou, over de avonturen die wij samen hebben beleefd. Het klinkt bizar, maar misschien raak ik zo al een beetje verbonden met hem of…’
Een plotselinge blaf maakte een einde aan dit eenzijdige gesprek. Dit was niet Bindi, zoveel was zeker. Deze blaf was harder, dieper.
‘Wat krijgen we nou?’ Zoekend keek ik rond, waardoor ik eerst niet doorhad dat Bindi was opgestaan. ‘Hé, wat ga jij doen?’
De veelbetekenende blik die zij mij toewierp, trof mij als een blikseminslag. ‘Is dat hem, jouw opvolger? Ben je daarom hier, om het stokje door te geven?’
Het zachtjes bewegen van haar staart, zei meer dan duizend woorden.
‘Jezus Bin, dat had je wel wat eerder duidelijk mogen maken, ik ben hier nog helemaal niet klaar voor. Denk ik. Weet ik veel!’
Het geblaf werd luider, maar ik hoorde ook iets anders, geroep: ‘Bindi? Bindi, waar ben je?’
Ik zag blijdschap in de ogen van de hond wiens liefde ik tien jaar lang helemaal voor mij alleen had. Tranen snoerde mijn keel dicht, maar ik wist er een klein lachje uit te persen. ‘Je baas roept je.’
Vragend keek ze achterom.
‘Ga maar, ik red me wel.’
Bindi kwam in beweging. Ook met artrose bleven haar bewegingen koninklijk. Haar poef stond nog bij mij in de woonkamer, dat was altijd haar troon geweest.
‘Hé!’, riep ik haar na. ‘Waar je ook bent, hoe oud je ook mag worden, jij zal altijd de koningin van mijn hart blijven.’

De koningin had haar troon verlaten, om plaats te maken voor een koning.

Reageer (1)

  • Megaeraaa

    Dit is zo mooi en emotioneel (huil)
    Bindi lijkt me ook een heel lieve hond en je houdt zo veel van haar (H) En dit is ook echt heel mooi geschreven

    3 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen