142 || Einar Harding

Het voelde bijna ongemakkelijk om haar te vertellen over hoe hij hier geleefd had, hoe het waarschijnlijk nog tien keer zo erg was geweest als dat ze altijd had gedacht. Het was iets wat hij met haar had willen delen, maar dat het hem succesvol lukte haar af te leiden voelde ergens toch als een opluchting. Net zoals dat ze niet weggerend was.
“Ik hield altijd al van dansen en zingen,” was wat Silvia zei. Het paste bij haar en R kon zich helemaal inbeelden hoe ze op de basisschool in de schoolvoorstellingen had gestaan, of hoe ze thuis dansjes en liedjes bedacht om die vervolgens aan haar moeder te laten zien.
Ze was stil en R kon aan haar zien dat ze aan het nadenken was. Het maakte dat hij wachtte tot ze haar gedachten geordend had. “Mijn vader is altijd een militair geweest,” was wat ze zei. “Het eerste wat ik me kan herinneren is dat ik met zijn legerpet op, op zijn arm mee mocht kijken op de basis.” R glimlachte. Hij zag een kleine Silvia voor zich met een pet die veel te groot voor haar was.
“Maar het was niet altijd zo leuk.” Ze keek weg van hem naar haar handen. Heel even legde R zijn arm op haar schouder en gaf er een klein kneepje in. “Als kind midden in de nacht gewekt worden door je vader, om toch maar afscheid te kunnen nemen. Wetende dat hij dat doet omdat het zijn laatste kans kan zijn. Dat is hard.”
"Ik was soms zo kwaad op hem, en dan deed ik alsof ik verder sliep, maar de gedachte dat hij wist dat ik hem bewust genegeerd had. De gedachte dat het laatste wat hij van me zag mijn rug zou zijn, omdat ik boos was om iets waar hij niets aan kon doen. Het is zowel zijn werk als zijn passie, het leger opgeven zou hem ongelukkig maken. Het schuldgevoel dat ik kreeg als ik hem dan de trap af hoorde gaan..."
Ze haalde haar schouders op. "Wat kon ik doen? Ik was een kind, ik miste mijn vader al zodra hij mijn kamer uit was. Dus deed ik wat elk kind zou doen, ik spurtte de trap af, gooide mezelf in zijn armen en smeekte hem niet te gaan. Elke keer weer."
R keek opzij naar haar. Hij kon zich niet voorstellen hoe het moest voelen, om telkens weer die angst te doorstaan, niet wetende of je vader nog wel thuis zou komen.
“Dat moet zwaar zijn geweest – zwaar zijn – voor je,” antwoordde hij zacht. “Natuurlijk smeekte je hem om bij je te blijven. Dat zou elk kind doen denk ik zo.” Hij was even stil.
“Is dat ook waarom jullie zo hecht zijn in jullie familie?” Dat was iets wat hem opgevallen was vanaf het moment dat hij bij haar naar binnen was geweest. De warmte in het huis, de liefde en genegenheid voor elkaar. In Silvia’s gezin was er vooral warmte voor elkaar geweest. Wellicht was het omdat ze het gemis al te goed kenden.
Er zijn nog geen reacties.