152 || Einar Harding

Silvia begon met praten. Hoewel R technisch gezien de woorden hoorde, drong de betekenis niet tot hem door. Hij wist wat Silvia aan het vertellen was, wist dat de reactie van mevrouw Carter elk moment kon komen. Kon de woorden al bijna horen.
Je bent niet welkom hier. Vertrek. Ik wil je niet langer hier hebben.
Je bent mijn zoon niet. Je bent mijn zoon niet. Je bent mijn zoon niet.
De woorden in zijn hoofd werden niet langer door Silvia’s moeder uitgesproken. Als Silvia en haar moeder verder aan het praten waren, drong het niet door tot R. Zijn vrije vingers frunnikten aan de stof van zijn mouw.
Het was het gewicht van een klein lichaam op zijn schoot dat hem weer terug trok naar de huidige situatie. Janie had zich met volle kracht op R’s schoot geworpen en gooide met diezelfde kracht haar handen rond R’s nek.
“Janie, wanneer ga je nou R zijn persoonlijke ruimte eens respecteren?”
“R vindt het niet erg, want R is van mij,” vertelde de jongedame resoluut. Er werd niet geschreeuwd, hij werd niet meteen verzocht het huis te verlaten. Ze noemden hem fucking R, de naam die hij zelf had aangenomen. Geen Einar, geen Harding. Er werd niet geschreeuwd.
“Waarom houden jullie handjes vast?” De blik van de kleine dame gleed naar hun handen. Het was de eerste afkeurende blik die er gekomen was na Silvia’s verhaal. R luisterde in stilte hoe mevrouw Carter aan haar dochter uitlegde wat Silvia haar zojuist verteld was.
De reactie van het meisje was… de eerste reactie die R verwacht had te krijgen. “Nee, nee nee!” riep het meisje waarop ze stampvoetend de kamer uit rende en al stampend de trap op rende. De slaapkamerdeur werd met een harde knal gesloten, daarmee het drietal in stilte achterlatend.
Een paar seconden zat het drietal in stilte naar elkaar te kijken. Niemand leek precies te weten hoe te reageren nu. Aan de blik in Silvia’s en mevrouw Carters ogen te zien, hadden zij deze reactie niet verwacht.
“Ik, ehm, ik ga wel even kijken,” mompelde R. Hij wist niet of hij de juiste persoon was om naar Janie te gaan (was waarschijnlijk verre van), maar het gaf hem in elk geval iets om handen, in plaats van hier te blijven zitten. (Misschien wilde hij ook aantonen dat hij dit echt verdiende).
Boven klopte hij op de deur, voor hij de kamer binnen ging. De kamer was, zoals verwacht, zeer roze en vol knuffels. Onder de dekens lag een duidelijke bobbel.
In plaats van de dekens van Janie af te trekken, ging R op de grond naast het bed zitten. “Ik heb een jongere broer,” zei hij. Hoewel de bobbel niet reageerde, wist hij dat Janie luisterde. “En voor jaren is hij het meest belangrijke in mijn leven geweest. Ik deed alles voor hem. Hij was alles wat ik had.” De laatste woorden waren amper een fluistering.
“Hij werd ouder, ik werd ouder. Hij kreeg andere vrienden en had mij niet meer zo nodig.” Hij lachte kort, humorloos. “En god, ik wilde hem zo graag de schuld geven van dat we uit elkaar groeiden. Dat hij mij niet meer nodig had. Dat hij andere prioriteiten had. Dus ik gaf hem die schuld.”
Hij schudde zijn hoofd, zelfs al zou het meisje onder de dekens het niet zien. En of hij Doris de schuld gegeven had. Hij had het Doris kwalijk genomen dat hij zijn ouders boven R gesteld had. Dat Doris een eigen leven had opgebouwd. Dat ze stukje bij beetje uit elkaar gegroeid waren. Alles was de schuld van Doris geweest, niet van hem. Niet van zijn alcohol. Niet van zijn drugs. Doris had hem verraden, dat was wat hij al die jaren had geweten. Dat was waar hij zich al die jaren aan had vast geklampt.
Als hij zichzelf de schuld gegeven zou hebben, zou hij eraan onderdoor zijn gegaan.
“Maar weet je wat ik niet zag? Doris was mij niet aan het vervangen. Mensen hebben genoeg ruimte in hun hart om om meer mensen te geven.” De dekens bewogen en een klein hoofd kwam voorzichtig tevoorschijn.
R keek opzij naar Janie. “Silvia en ik… Dat betekent niet dat je zus minder van jou gaat houden. Ik zie de manier waarop ze naar je kijkt, hoe ze over je praat. Jij bent haar zusje, Janie, en je zal altijd haar zusje blijven. Daar verandert niks aan.” De deken werd nog een stukje verder naar beneden getrokken tot er ook armen zichtbaar waren.
“En denk maar niet dat je zomaar van mij af bent,” waarschuwde hij haar met een kleine glimlach. “Dat zou je willen.”
Er zijn nog geen reacties.