Adelaar kruipt dicht tegen zijn moeder aan. Hij is nog maar een paar dagen oud en hij heeft zijn oogjes nog niet open. Hij ruikt de geur van zijn twee broertjes en zijn moeder. Langzaam opent hij zijn oogjes en kijkt hij de wereld in. Hij ziet Vuur en Meer naast zich liggen. De volgende dageraad opent ook Vuur
Zijn ogen en daarna Meer. 'waarom heeft Adelaar zo'n rare bek' vraagt Meer. 'Hij is niet raar, hij is speciaal' miauwt gevlekte vleugel. 'Waarom ben ik dan anders', vraagt Adelaar. Voordat zijn moeder kan antwoorden roept Meer al:' je bent geen echte kat ,want je hebt een snavel'. is dat echt zo, ben ik geen echte kat

Een kwartmaan later mogen de kits voor het eerst naar buiten. 'Wow wat het bos eigenlijk groot', zegt Vuur met een blik vol ongeloof. Buiten is ook de ander kit met een balletje mos aan het spelen. Hij kijkt verveelt naar het balletje mos. Als de broers naar hem toe lopen zegt de kit enthousiast:' hoi ik ben Blauw'. 'hoi Blauw, wij zijn Meer, Vuur en Adelaar',zegt Vuur 'Laten we mosbal doen 'stelt Adelaar voor. Vuur en Meer knikken enthousiast maar Blauw trekt een afkeurende blik: 'nee, dat is saai' 'laten we echt iets leuks doen bijvoorbeeld onze eigen prooi vangen'. Meer zegt zacht' je weet dat we niet uit het kamp mogen, hè'. 'Ja ja, dat weet ik 'miauwt Blauw 'maar zo kunnen we echt indruk maken op de clan, Wie doet er mee!'. Adelaar kijkt naar zijn voeten en Meer en Vuur kijken elkaar onzeker aan. Ze willen niet laf lijken, dus ze stemmen in. 'Ik ga ook mee' zegt Adelaar. 'Nee, dat kan niet we hebben geen vogels nodig' zegt Blauw. Adelaar blijft onthutst achter en zucht diep. Hij kijkt het drietal na terwijl ze uit het kamp verdwijnen.....

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen