Terwijl ik door het raam staarde, de contouren van de stad tegen de schemering zag vervagen, doorbrak een onverwacht geluid mijn gedachten - geklop op de deur van mijn kleedkamer. Mijn hoofd draaide langzaam naar de deur, en ik zag David daar staan, de deur op een kier. Zijn aanwezigheid alleen al bezorgde me een ongemakkelijk gevoel, en ik kon in zijn ogen zien dat hij niet veel goeds van plan was.
"Goedenavond, Elise," begroette hij met een grijns die mijn irritatie alleen maar versterkte.
"Niet nu, David," antwoordde ik nors, mijn ogen weer gericht op het raam, hopend dat hij gewoon zou vertrekken. Hij sloot de deur achter zich, en ik probeerde subtiel wat meer naar de badkamerdeur te schuiven, zodat ik mij in de badkamer kon opsluiten.
Voordat ik het wist, was hij bij de badkamerdeur en had hij door wat ik van plan was. Mijn poging om naar achteren te stappen werd ruw onderbroken toen hij mijn polsen greep, zijn grip stevig en onverbiddelijk.
"Elise, Elise," fluisterde hij, zijn adem voelbaar dichtbij. "Denk je echt dat je me kunt ontlopen?" Hij trok me langzaam naar zich toe, mijn rug tegen zijn borst. De beklemmende sensatie maakte me misselijk, maar ik wist dat ik voorzichtig moest zijn.
"Laat me los, David," siste ik, mijn stem trillend van ingehouden woede en angst. Maar zijn greep verslapte niet. Integendeel, het leek sterker te worden, en ik voelde de controle langzaam uit mijn handen glippen.
"Eindelijk alleen, Elise," fluisterde hij in mijn oor, zijn woorden als gif. "En ik denk dat jij mij ook hebt gemist." Zijn lippen raakten mijn nek, en ik voelde een golf van walging door me heen gaan. Ik wilde me losrukken, wegrennen van deze verstikkende situatie, maar zijn greep hield me vast, mijn bewegingsvrijheid tot een minimum beperkt.
Ik verzamelde al mijn moed en draaide me naar hem toe, mijn ogen brandend van vastberadenheid. "Dit gaat niet gebeuren, David. Niet opnieuw." Mijn woorden waren als een laatste strohalm, een poging om mijn grenzen duidelijk te maken, zelfs als de situatie steeds benauwder werd.
Hij lachte, een geluid dat trilde in mijn oren als een akelige symfonie. "Je hebt niets te zeggen, Elise. Niet hier, niet nu." Zijn hand gleed langs mijn arm, een huiveringwekkende aanraking die me deed rillen. "Je kunt niet wegrennen van wat er tussen ons is."
Ik kon niet uit zijn greep ontsnappen. De verstikkende angst omhulde me als een onzichtbare mantel, en elke poging om me los te wringen uit zijn klauwen leek tevergeefs. Zijn vingers drongen in mijn polsen, een onaangename herinnering aan de controle die hij over me uitoefende.
"Je kunt niet wegrennen van wat er tussen ons is," herhaalde hij, zijn stem doordrenkt met een gevaarlijke ondertoon. Hij duwde me voorzichtig richting de bank in de kleedkamer, waar ik met een gedempte klap neerkwam. Mijn hart bonkte in mijn keel terwijl ik probeerde mijn ademhaling onder controle te houden.
Zijn gezicht naderde het mijne, en ik kon de kilte van zijn adem voelen. "Je dacht toch niet dat je zomaar kon verdwijnen, Elise?" zei hij, zijn lippen dicht bij mijn oor. "Niet zonder consequenties."
Ik sloot mijn ogen, mijn gedachten een wervelwind van angst en vastberadenheid. Ik weigerde me over te geven aan de machteloosheid die hij probeerde op te leggen. Mijn geest zocht wanhopig naar een uitweg, een manier om opnieuw deze benauwende situatie te doorbreken.
Ik rukte aan mijn polsen, een vruchteloze poging om zijn greep te breken. Mijn stem trilde, doordrenkt van vastberadenheid. "Vroeger is voorbij, David. Je hebt geen macht meer over me." Mijn woorden klonken als een mantra, een innerlijke overtuiging die ik wanhopig probeerde vast te houden.
Hij lachte weer, een geluid dat me deed rillen tot in het diepst van mijn vezels. "Geen macht over je?" herhaalde hij spottend. "We zullen zien, Elise. Sommige dingen veranderen nooit." Hij duwde mijn benen open en ik voelde zijn lichaam dicht tegen het mijne. Ik voelde zijn adem op mijn gezicht, een verstikkende nabijheid die me duizelig maakte. Hij maakte zijn broek open en tilde mijn kleedje naar boven. Zijn vingers gleden over mijn slipje, klaar om deze ook uit te trekken.
Plotseling hoorde ik geluiden buiten de kleedkamer, stemmen die dichterbij kwamen. Mijn hart sprong op in een mengeling van hoop en angst. Als ik maar luid genoeg zou schreeuwen, als iemand me maar kon horen. Maar David leek mijn gedachten te lezen en bedekte mijn mond met zijn hand.
"Stil, Elise," siste hij in mijn oor. "Niemand gaat je redden. Dit is ons moment." Zijn vingers drukten pijnlijk op mijn lippen, mijn stem gesmoord voordat ik zelfs maar kon proberen om hulp te roepen.
De deur van de kleedkamer zwaaide open, en het geluid van pratende mensen vulde de ruimte. David trok me van de bank met zich mee naar een hoek van de kamer, uit het directe zicht. Paniek gierde door mijn aderen terwijl ik worstelde om me te bevrijden, maar zijn greep was als een bankschroef.
Bill betrad de kleedkamer, zijn ogen op zoek naar iets, maar hij zag ons nog niet. Mijn hart bonkte nog harder, en ik bad dat hij me zou horen, dat hij iets zou opmerken, maar de muziek en de drukte overstemden mijn gesmoorde geluiden.
Toen hij dichterbij kwam, besefte ik dat dit misschien mijn enige kans was om uit deze benauwende situatie te ontsnappen. Ik verzamelde al mijn kracht en trapte wild naar achteren, mijn hak raakte David vol op zijn scheenbeen. Een scherpe vloek ontsnapte aan zijn lippen, en zijn greep verslapte even. Het was genoeg voor mij om me los te rukken en naar Bill te rennen.
"Bill!" schreeuwde ik, mijn stem doordrongen van paniek en wanhoop. Hij keek op, verbaasd en geschrokken, en ik gooide mezelf in zijn richting, mijn armen om hem heen slaand. "Help me alsjeblieft."

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen