Foto bij 21. I don't wanna fight

"Goedemorgen," groette ik, mijn stem een beetje schor. Elise keek op van haar laptop en glimlachte zwakjes. "Hoi," zei ze.
Ik besloot voorzichtig te peilen of de sfeer tussen ons nog steeds gespannen was. "Heb je goed geslapen?" vroeg ik met een lichte aarzeling.
Elise knikte kort en keek weer naar haar laptop, haar gezichtsuitdrukking enigszins gesloten. Het voelde als een onzichtbare muur tussen ons. Ik wilde mijn excuses aanbieden, de kloof tussen ons dichten, maar het leek alsof de woorden vastzaten in mijn keel.
Tom, die de situatie opmerkte, onderbrak de stilte. "Koffie?" vroeg hij, alsof hij de spanning wilde doorbreken.
Ik knikte dankbaar, en Tom ging aan de slag met het zetten van koffie. Terwijl ik aan de keukentafel ging zitten, voelde ik de afstand tussen Elise en mij groter worden. Ik kon de pijn in haar ogen zien, en het deed me beseffen hoeveel schade onze woorden hadden aangericht.

Elise keek me recht in de ogen, en haar woorden troffen me als een koude windvlaag. "Ik heb net Tom bedankt dat ik hier mag blijven logeren," begon ze. "Maar ik heb hem ook gezegd dat het maar een tijdelijke oplossing is en dat ik hier weg ben zodra ik iets voor mezelf gevonden heb."
De woede in mezelf begon op te borrelen, en ik kon de teleurstelling niet verbergen. Ze wees naar haar laptop. "Ik heb al een paar appartementen gevonden die ik wil gaan bezichtigen," zei ze met vastberadenheid.
"Ben je daar nog altijd mee bezig?" riep ik uit, mijn frustratie ongefilterd. "Ik dacht dat ik gisteren heel duidelijk ben geweest dat ik hier niet open voor stond," voegde ik eraan toe, mijn stem trilde van ingehouden boosheid.
Elise rolde met haar ogen en zuchtte, een gebaar dat mijn frustratie alleen maar vergrootte. "Och Bill, je bent echt niet te doen."
Terwijl Tom ondertussen mijn koffie aanreikte, voelde ik de spanning tussen ons stijgen. Hij keek ons ongemakkelijk aan, zich bewust van het feit dat hij midden in onze ruzie stond. "Euh, ik ga even douchen," stamelde hij om aan de situatie te ontsnappen.
Elise reageerde snel voordat Tom de kans kreeg te vertrekken naar de badkamer. "Je hoeft niet te gaan lopen, Tom. Ik vertrek toch naar de studio. Tot straks." Ze stond op en vertrok, en zo liet ze een boze en gefrustreerde versie van mij achter.
Ik staarde naar de deur die ze net achter zich had dichtgetrokken, en de koffie in mijn hand leek plotseling veel te heet. De muren van het appartement leken plotseling op mij af te komen, en ik voelde me gevangen in een situatie waar ik geen controle over had. Wat moest ik doen om Elise ervan te overtuigen dat we dit samen konden oplossen? Tom, een beetje beduusd, klopte me op de schouder en verdween snel richting de badkamer.
Ik hoorde de deur van de badkamer dichtslaan en zakte neer op een stoel, mijn hoofd in mijn handen. De spanning in de lucht was bijna tastbaar. Het besef dat onze ruzie niet zomaar zou verdwijnen, drong tot me door. Ik wist dat ik mijn trots opzij moest zetten en een manier moest vinden om tot haar door te dringen, voordat alles wat we hadden, uit elkaar viel.

Onderweg naar de studio zat ik zwijgend naast Tom in zijn auto, hij concentreerde zich op de weg terwijl ik mijn gedachten probeerde te ordenen. De stilte tussen ons was oorverdovend sinds Elise het appartement eerder die ochtend had verlaten. "Wat was dat allemaal?" doorbrak Tom uiteindelijk de stilte, zijn blik strak op de weg gericht. Mijn reactie was een diepe, onverstaanbare grom, een poging om hem duidelijk te maken dat ik er niet over wilde praten.
"Godverdomme, Bill," vloekte Tom, zijn ogen kort van de weg afwendend om me aan te kijken. "Als Elise onder ons dak woont, wil ik weten wat er aan de hand is. Ik wil niet elke ochtend in zo'n gênante situatie terechtkomen, hoor."
Ik zuchtte diep en liet mijn hoofd tegen de leuning van de autostoel rusten. Tom had gelijk. Ik kon niet alles opkroppen en voor mezelf houden. Het werd tijd om open kaart te spelen en te communiceren, ook al voelde dat op dit moment als een immense opgave.
"Ik weet het niet, Tom. Soms begrijp ik gewoon niet wat er in haar hoofd omgaat," mompelde ik, mijn blik gefixeerd op de voorbijglijdende straten.
Tom knikte begrijpend, maar ik kon voelen dat hij meer wilde weten. "Waarom? Wat is er gebeurd?"
Ik zuchtte diep en staarde uit het raam, mijn gedachten verzamelden zich in een poging om de juiste woorden te vinden. "Het is gewoon... we begrijpen elkaar niet," begon ik, mijn stem aarzelend. "Ik wil dat ze bij ons blijft, Tom, maar ze lijkt vastbesloten haar eigen weg te gaan, en ik begrijp niet waarom."
Tom keek me even aan voordat hij zijn blik weer op de weg richtte. "Bill, je moet met haar praten, echt praten. Niet alleen maar zeggen dat je wil dat ze blijft, maar proberen te begrijpen waarom ze dat niet wil."
Ik knikte, erkennend dat hij gelijk had. "Misschien moet ik dat inderdaad doen," mompelde ik. "Het is gewoon zo verdomd frustrerend. Ik wil gewoon dat alles weer normaal is."
Tom legde zijn hand kort op mijn schouder als een teken van steun. "Ik snap het, kerel. Maar praten is de enige manier om erachter te komen wat er in haar hoofd omgaat. Anders blijft dit gewoon doorgaan."
Ik knikte aarzelend, wetende dat Tom gelijk had. "Ik weet het, maar het is gewoon... moeilijk. Ik wil niet dat ze denkt dat ik haar wil dwingen om bij ons te blijven, maar ik wil ook niet dat ze zomaar vertrekt."
Tom wierp me een begripvolle blik toe en knikte langzaam. "Bill, misschien kan het geen kwaad als Elise haar eigen plek heeft. Jullie zijn pas net weer samen, en het is begrijpelijk dat ze haar onafhankelijkheid wil behouden. Misschien moeten jullie gewoon even wat ruimte hebben, zodat jullie kunnen groeien zonder elkaar te verstikken."
Hij probeerde tot me door te dringen, benadrukkend dat ik Elise niet mocht verstikken en dat onze relatie nog pril was. Hij herinnerde me eraan niet te hard van stapel te lopen en het rustig aan te doen.
Stilletjes begon het bij me door te dringen. Misschien ging ik wel veel te snel, en apart wonen wilde heus niet zeggen dat ik haar niet meer ging zien. Ik voelde de spanning in mijn schouders afnemen en een vleugje opluchting sloop mijn bewustzijn binnen. Tom had een punt.
"Je hebt gelijk, Tom," gaf ik toe, terwijl ik naar buiten staarde. "Misschien heb ik me te veel laten meeslepen. Het is gewoon dat ik Elise niet wil verliezen. Ik moet leren haar wat meer ademruimte te geven."
Tom glimlachte en klopte me bemoedigend op de schouder. "Precies, maat. Alles komt wel goed. Praat gewoon met haar, en ik ben er zeker van dat jullie eruit komen."
Ik bedankte Tom voor zijn wijze woorden, en het besef dat ik niet alles hoefde overhaasten en forceren, maakte me kalmer.

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen