88. Interview
De lichten flikkerden boven ons, en de kamer voelde plotseling klein en benauwd. Het rumoer van de journalisten vervaagde toen de camera’s in onze richting draaiden, scherp en onverbiddelijk. De stilte die volgde was geladen, alsof iedereen wachtte op iets groots, iets wat de lucht zou kunnen breken. Het was Bill die het woord nam, zijn handen strak om de microfoon geklemd. Zijn glimlach was professioneel, maar er lag een schaduw van vermoeidheid in zijn ogen, iets dat hij niet kon verbergen, hoe hard hij ook probeerde.
"Allereerst," begon hij met zijn gebruikelijke kalme stem, "willen we een paar dingen duidelijk maken. Tokio Hotel blijft, zoals altijd, toegewijd aan onze fans en de geplande shows van de Humanoid-tour. Dit is een belofte die we gemaakt hebben, en we zullen die belofte nakomen. We hebben met jullie gelachen, gehuild, en we hebben allemaal samen zoveel gedeeld. Die connectie willen we niet verbreken."
De woorden waren vurig, doordrenkt van oprechtheid, en de zaal reageerde met knikkende hoofden. Ik zag de camera’s flitsen terwijl een paar journalisten zich schrap zetten om meer te vragen. Maar Bill was nog niet klaar.
"Toch is er iets anders dat ik wil delen," vervolgde hij, zijn stem lager nu, als een persoonlijke bekentenis. "De afgelopen maanden hebben wij, en vooral From Another World, een golf van haat over ons heen gekregen. En dat is niet iets wat we, als vrienden en als collega’s, zomaar kunnen negeren. Ze verdienen dit niet. Niemand verdient zo’n druk. We hebben het hier over mensen die niets anders willen dan hun muziek delen, maar in plaats daarvan worden ze geconfronteerd met een storm van negativiteit."
Er was een stilte, zwaar en geladen. Ik voelde de ogen van iedereen op me branden, zelfs zonder ze te zien. Het voelde alsof Bill zijn woorden rechtstreeks aan me richtte, als een verdediging, een verklaring. Maar ik wist dat het niet alleen voor mij was; het was voor Bas en mij, de bandleden van From Another World. De stilte werd plotseling doorbroken door een journalist die zijn kans greep.
"Bill," vroeg hij met een nieuwsgierige blik, "is de reden dat je dit doet omdat je nog steeds samen bent met Elise?"
Mijn adem stokte even. De vraag was simpel, maar de implicaties waren enorm. Ik voelde mijn hart een slag overslaan, en ik zag Bill’s blik snel naar mij schieten. Daar was het weer: die geforceerde glimlach die hij altijd op wist te zetten wanneer hij iets moest zeggen dat hem pijn deed. Hij was zo goed in het verbergen van zijn emoties, maar ik kende hem beter dan dat.
Bill antwoordde snel, zonder te twijfelen, zijn stem vast en resoluut. "Nee," zei hij, "Elise en ik zijn niet meer samen."
Mijn hart voelde alsof het even stil stond. Zijn woorden waren als een koude douche, het was hard en abrupt.
"We zijn goede vrienden, dat is het enige wat ik kan zeggen," vervolgde Bill. "We hebben zoveel tijd met elkaar doorgebracht tijdens deze tour dat het voelt alsof we familie zijn. Maar liefde? Nee, die tijd ligt achter ons."
Zijn woorden waren als een mes in mijn hart. Ik wist dat hij ze moest zeggen, dat het deel uitmaakte van het verhaal dat de buitenwereld nodig had. Toch kon ik de pijn die door mijn borst trok niet negeren. Ik dwong mezelf om te glimlachen, breed en zelfverzekerd, alsof het me niet raakte. Met een knikje naar de camera’s probeerde ik mijn gevoelens te verbergen, maar vanbinnen voelde ik hoe iets in me brak.
De journalist bleef hem aankijken, maar een andere interviewer greep zijn kans en stelde een nieuwe vraag. “En is er ondertussen al een nieuwe liefde in één van jullie levens?”
Mijn adem stokte. Voor ik kon reageren, voelde ik Bas zijn hand stevig op mijn schoot leggen. Het was geen vluchtig gebaar; zijn vingers gleden subtiel over mijn bovenbeen, alsof hij wilde laten zien dat hij er was. Mijn blik gleed naar hem, en terwijl ik nog probeerde te begrijpen wat hij precies bedoelde met dit gebaar, pakte hij de microfoon.
Zijn stem klonk laag en enigszins mysterieus. “Daar mogen wij nog niets over zeggen,” zei hij met een lichte glimlach die zijn lippen sierde. Hij draaide zijn hoofd naar mij, zijn ogen twinkelden terwijl hij me een knipoog gaf.
Ik glimlachte terug naar hem, bijna automatisch, maar van binnen kolkten mijn emoties. In mijn ooghoek ving ik een glimp op van Bill. Zijn mondhoek begon nerveus te trillen, een klein maar veelbetekenend gebaar. Zijn glimlach bleef op zijn gezicht, maar het was nu overduidelijk dat die geforceerd was. De spanning in de kamer werd met de seconde voelbaarder.
De journalisten, aangestoken door Bas’ mysterieuze antwoord, raakten opgewonden. Een kakofonie van vragen steeg op, overlappend en door elkaar heen. “Zijn jullie samen? Hoe lang al? Wat gebeurt er?” riepen ze.
Hans stapte onmiddellijk naar voren. Zijn gezicht stond streng en vastberaden terwijl hij zijn hand omhoog hield om de menigte tot stilte te manen. “Oké, jullie weten genoeg voor nu,” zei hij met een stem die geen tegenspraak duldde. “We gaan afronden. Bedankt voor jullie vragen.”
De journalisten protesteerden, hun stemmen bleven overlappen terwijl ze nog meer probeerden te weten te komen. Maar Hans gaf geen krimp. Het interview was voorbij. Wij stonden op van onze stoelen, een beweging die abrupt aanvoelde na de intensiteit van de afgelopen minuten. Jacob, onze beveiligingsman, begeleidde ons naar buiten. Terwijl we de zaal verlieten, voelde ik Bas zijn hand stevig op mijn rug. Zijn aanraking voelde warm en beschermend, maar het bracht ook een nieuwe golf van verwarring met zich mee.
Er zijn nog geen reacties.