Foto bij Level 53




'Ardin!'
      Kyrin reageerde razendsnel. Ze greep Reyan bij zijn kraag en sleurde hem opzij net toen Ardin met brute kracht naar voren stoof. De klap van zijn schouder tegen de houten deurpost deed splinters door de lucht vliegen. Hij staarde verdoofd naar zijn vriend.
      Kyrin trok haar zwaard. ‘Blijf daar!’ snauwde ze tegen Reyan, terwijl ze om Ardin cirkelde, haar lichaam laag en alert.
      Boven hen klonk gestommel. Fay en Sohra verschenen aan het stenen balkon boven de welkomsthal. ‘Bij de Gilde—’ riep Fay en sloeg haar handen voor haar mond toen ze Ardin zag. Zijn voorhoofd parelde van het zweet en de rode aders rond zijn ogen pulserende alsof ze een eigen hartslag hadden. Hij stormde op Kyrin af, die hem behendig ontweek. Haar laarzen schraapten over de vloer toen ze zichzelf opving.
      ‘Shit,’ riep Sohra van boven en rende naar de trap. ‘Shit. Shit. Shit. Ardin!’
      ‘Sohra,’ riep Kyrin zo hard dat de muren leken te trillen. ‘Blijf boven. Dit hoef jij niet te zien.’
      ‘Ik laat hem niet in de steek,’ weerklonk Sohra’s schelle stem vanuit het trappengat.
      Fay sprong over de reling en zweefde omlaag om Kyrin te versterken. Ze rukte met kracht haar bijl los en smeet het scherpe gevaarte aan de kant, zodat ze alleen de kettingen overhield. ‘We moeten hem ketenen.’
      Kyrin wierp een korte blik over haar schouder toen Fay met haar ketting rinkelde en knikte. Reyan krabbelde overeind, steunend tegen de deurpost. Hij rende naar Fay toe, die hem het andere uiteinde van de ketting toewierp. ‘Kyrin, lok hem hierheen.’
      Kyrin knikte en maakte zich groot, klapte haar zwaard twee keer tegen een houten zuil. Ardin grauwde naar haar en spurtte op haar af als een stier richting een rode doek. Zijn stappen dreunden door het gebouw. Kyrin draaide zich razendsnel om en rende op de loshangende ketting af, om op het laatste moment een hoge sprong te maken. Ardin gleed door en Reyan maakte zich klaar om te rennen. Hij zette af, klaar om de ketting om Ardin heen te spinnen, maar toen Ardin bij de ketting in de buurt kwam, stak hij zijn grote hand uit en greep de ketting stevig vast. Met brute kracht gaf hij een enorme ruk. Reyan voelde het in zijn schouder schokken, zijn grip verbrak, en een moment later vloog hij door de lucht. Fay gilde toen ze met hem mee werd gesleurd en ze op de grond smakte. Reyan gleed over de stoffige grond, zijn schouder schaafde over de tegels.
      Kyrin vloekte. ‘Sta op!’
      Reyan keek op en zag Ardin met een rotvaart op hem afstormen. Hij rolde opzij en wierp een krachtveld om zijn vriend heen. Het gaf hem nét genoeg tijd om overeind te komen.
      Fay kroop over de vloer en rukte de ketting naar zich toe. Ardins hoofd ging met een ruk om toen hij het gerinkel hoorde en Fay slaakte een gilletje.
      Een scherp gefluit scheerde door de ruimte en Ardin keek om in de richting waar het geluid vandaan kwam. Sohra’s boog was gespannen. Het moment dat Ardin zich helemaal naar haar toe draaide, schoot haar pijl vooruit. De pulserende blauwe punt suisde door de lucht en schamde Ardins schouder.
      Ardin stommelde achteruit, een straaltje bloed droop langs zijn schouder. Hij rukte zijn hoofd omhoog en brulde woest naar Sohra. Met zware stappen stormde hij op haar af en met elke stap werden zijn bewegingen zwaarder, trager. Alsof al zijn spieren in een keer verlamd waren, zakte hij als een lappenpop voor haar voeten op de grond.
      ‘Nu!’ riep Sohra. ‘Dit houd maar een paar seconden!’ Ze knielde naast hem neer en aaide met haar vingers over zijn wang. Reyan kon niet horen wat ze tegen Ardin zij, omdat Fay langs hem heen banjerde met de rinkelende ketting. Samen bonden ze de ketting om Ardins borst, draaiden hem er als een koord omheen, één, twee keer. Fay zette de ketting vast.
      Ardin gromde diep, zijn ogen flikkerden. Hij rukte aan de ketting, maar zijn benen werkten nog niet mee. Zijn gezicht was een mix van razernij en verwarring.
      Gestommel op de trap kondigde Maddox entree aan. ‘Wat is er gebeurd?’ Hijgend bleef hij bij hen staan en keek op Ardin neer. Er was geen verdere uitleg nodig.
      Sohra liet haar hand op zijn borst rusten, keek hem teder aan. ‘Kom bij me terug.’
      Ze wachtte. Vijf seconden, twintig. Maar er veranderde niets. Ardin bleef wilde heen en weer schudden in een poging zich los te wrikken uit de ketting. Fay keek Reyan bezorgd aan. ‘We moeten hem ergens.. vastzetten.’
      ‘Hij komt wel terug,’ bleef Sohra hardnekkig volhouden. Haar stem was fel, maar haar ogen nog steeds zacht terwijl ze naar Ardin keek. Reyan hoopte het, maar hij leek steeds langer vast te blijven zitten in die.. die ziekte. Er zou een moment komen dat hij er helemaal niet uit zou komen.
      Maar niet nu. Alles behalve nu.
      Maddox knielde naast Ardin en Ardin brieste woest naar hem terug. Hij rolde zich op zijn zij, tot Kyrin hem terug duwde door haar voet tegen zijn heup te zetten. Maddox tuurde naar zijn ogen, die wild in hun kassen bewogen - vuurrood en met opgezette aders. ‘Ik ben bang dat hij minder tijd heeft dan ik hoopte.’
      ‘Wat?’ Sohra keek met grote ogen op. ‘Wat bedoel je?’ Haar blik gleed naar Ardin en weer terug. ‘Hij komt nog wel terug, toch? Ik heb.. Ik heb nog geen afscheid genomen.’ Haar stem brak.
      Maddox hief zijn hand, maar hield zich in om deze op Sohra’s schouder te leggen. In plaats daarvan stond hij op. ‘Ik ga mijn spullen halen en zal de extractie bij de bron uitvoeren. We kunnen niet lang meer wachten.’


Het gebulder van de waterval was in de verte al te horen. De rivier moest vlakbij zijn. Reyan hield zijn blik op Maddox gericht, die zwijgend voorop liep. Zijn broer had zijn staf stevig in de hand. Reyan vroeg zich af of Maddox nog wel wist hoe hij zijn mana moest kanaliseren, of hij het risico wel kon dragen.
      Achter hen klonk het slepende geluid van de houten draagconstructie die over de drassige bosgrond schuurde. Hycon trok het gevaarte gestaag voort. Ardin zat vastgebonden op de brancard, al zijn spieren gespannen. Elke keer dat iemand in de buurt kwam, trok hij zijn lip op en grauwde. Er was nog geen moment geweest dat hij bij zinnen was gekomen en met elke minuut zag Reyan dat Sohra’s hart brak. Ze zei geen woord terwijl ze naast hem liep, maar haar rug was gespannen en haar tanden op elkaar geklemd.
      Reyan had het gevoel alsof hij geen adem kreeg. Alsof de lucht als natte lappen om hem heen hing - zwaar, vochtig, verstikkend. Zelfs de grond onder zijn voeten leek erdoor aan gedaan. Zijn laarzen maakten een soppend geluid met elke stap. Hij voelde hoe het zweet langs zijn slapen liep, maar het vocht verdampte niet. Hij veegde zijn voorhoofd af en snoof.
‘De hoge luchtvochtigheid komt van de bron,’ zei Maddox zonder om te kijken. ‘Sommige bronnen creëren hun eigen ecosysteem. Je zult zo wel zien waarom.’
      ‘Laat me raden,’ mompelde Kyrin met een grijns. ‘Monsters?’ Maddox antwoordde niet, maar de frons op zijn gezicht zei genoeg. Kyrin gniffelde. ‘Eindelijk. Ik snak ernaar iets doormidden te hakken.’ Er lag een roofzuchtige glinstering in haar ogen die Reyan onrustig maakte. Maar ergens begreep hij haar wel. Zelfs hij voelde de frustratie knagen, het willen vechten tegen iets dat tastbaar was.
      ‘Wat kunnen we daar verwachten?’ vroeg Fay. Haar stem was beheerst, maar haar stijve houding verraden haar zenuwen.
      ‘Voornamelijk Brulorcs,’ vertelde Maddox. ‘Ze verschuilen zich tussen hoog gras in de ondiepe poelen, als kikkers jagend op een mug. De laagste categorie monsters die Aracryss huisvest. Daarom hebben we deze bron gekozen. De sterkere wezens blijven meestal dichter bij de kern van het moeras.’ Hij keek Fay aan over haar schouder. ‘Niveau drie.’
      Fay knikte, al slikte ze hoorbaar. Reyan stelde zich dezelfde stille vraag als zij. Hij volgde haar blik langs de bomen en zag de dikke, bleke stam van een boom, waar met iets scherps een kruis in was gekerfd.
      ‘Dat hebben wij gedaan,’ zei Maddox zacht. ‘We zijn nu officieel in het monster territorium. ‘Probeer zoveel mogelijk uit de diepere plassen te blijven,’ voegde hij er zachtjes aan toe. ‘Bij de rivier ligt een boot. Die gebruikten we om ongezien bij de bron te komen.’
      Er was bijna geen manier om geruisloos verder te lopen. De drassige grond onder hun voeten belemmerde elke poging om stilaan vooruit te komen. Hij probeerde diepere poelen te vermijden, maar door het dichte gras waren ze niet te onderscheiden van de modder. Reyan realiseerde zich dat het niet lang zou duren voordat een monster hun aanwezigheid zou opmerken. Toch had hij al een paar minuten het gevoel dat ze niet alleen waren, alsof ze hun verschijning al hadden opgemerkt, maar expres verscholen bleven, alsof ze hen stalkten. Alsof zijn gedachten een signaal waren, klonk er plots iets rechts van het pad. Een zuigend geluid — alsof iets glibberigs zich uit de modder losmaakte.       Reyan draaide zich langzaam om, zijn hart rammelend in zijn borst. Hij had geen idee welke verschrikkingen hij hier kon verwachten.
      De grond maakt een zuigend geluid toen zijn laars in de modder werd gezogen. Hij vloekte zachtjes en rukte aan zijn been, maar bleef abrupt stilstaan toen Maddox een hand ophield. Zijn ogen waren groot toen hij naar Reyans laars keek. ‘Niet bewegen. Ze reageren op trillingen in de modder. Elk geluid, elke stap in de modder...’
Iedereen was doodstil. Niemand bewoog.
      Maddox bleef stokstijf staan, zijn arm nog steeds naar Reyan uitgestrekt terwijl hij de omgeving afspeurde. Een lange tijd bleef het stil. Reyan wachtte, tot Maddox voorzichtig knikte.
      Reyan perste zijn lippen op elkaar en trok met al zijn kracht zijn laars los uit de modder. Met een zuigend geluid schoot zijn laars los. Reyan trok zijn lip op. De dikke, bruine blubber kleefde aan zijn laars en droop in dikke klodders op de grond. Reyan wilde net een stap zetten, toen er iets verderop tussen het drassige gras luchtbelletjes opborrelden.Eerst zag hij alleen een glanzende, glibberige kikkervormige kop met brede kaken omhoog komen en daarna richtte het lichaam, zo groot als dat van een volwassen man, zich op uit de plas, alsof het wezen zich helemaal had opgevouwen om zich tussen het gras te verbergen. Zijn benen waren slank, maar met gespierde dijen en kuiten en doorschijnende membranen die als natte sluiers van zijn ellebogen naar zijn flanken hingen. Het meest afschrikwekkend was zijn keel: een opbollende, trillende luchtzak die bij elke ademhaling zinderde. Zijn grote, uitpuilende oogbollen keken hen recht aan - helder amber, omrand met.. rood. Bloedrood.
      ‘Hij is geïnfecteerd,' zei Reyan hijgend. De luchtzak onder zijn kin zwol aan, terwijl een diepe, vibrerende brom de lucht liet trillen. Het water tussen het gras kringelde. Het geluid was geen roep, maar een waarschuwing — en een sein. Verderop borrelde het water en verscheen nog een kikkerkop aan het oppervlak. Nog één. En nog één. De Brulorc spreidde zijn gladde armen en lange stekels groeiden vanaf zijn onderarmen omhoog.
      ‘Shit.’ Was het enige dat uit Maddox mond kwam, voordat de Brulorc zichzelf met zijn krachtige achterpoten op hen af katapulteerde. Modder spatte omhoog in zijn kielzog.
      Kyrin trok met een grijns haar zwaarden en draaide zich half opzij, als een roofdier dat de aanval verwachtte.       ‘Eindelijk,’ fluisterde ze, bijna opgewonden, en met een soepele, vloeiende beweging sneed ze de touwen los waarmee Ardin aan Hycons rug vast zat. De brancard gleed met een zuigend geluid in de modder waarbij Ardin met een doffe plons opzij rolde. Dikke klodders kleefden als bloedzuigers aan zijn gezicht.
      Reyan ploeterden door de grijpende modder terwijl hij zich over de brancard boog en met brute kracht aan de losgeschoten touwen trok om Ardin naar zich toe te sleuren. De houten draagstokken bonkten tegen de grond, smerig water spatte in zijn gezicht. Hycon brulde achter hen. Hij stormde op de Brulorc af en sloeg uit met zijn kolossale klauw — een aanval die met gemak een muur had doorbroken, maar nu zijn doel miste. De Brulorc was sneller dan hij eruitzag en Hycons klauw plonsde in het water.
      Reyan hield zijn adem in. Van rechts klonk het weer: dat modderige, zuigende geluid. Dan links. Borrelende geluiden, als kolkende modder. Alsof ze werden omsingeld.
      ‘We hebben geen tijd!’ riep Maddox scherp. ‘Ze komen op het vechten af. De trillingen. Je roept ze aan!’ Zijn stem sloeg om in frustratie toen hij Kyrin aankeek.
      Kyrin snoof. ‘Als je een ander plan hebt, hoor ik het graag!’ Haar stem was gespannen maar beheerst, en haar grip op de zwaarden verstijfde. Haar ogen bleven gericht op de glibberige Brulorc, die dreigend zijn armen hief naar Hycon. Zijn luchtzak zwol weer op. ‘Die dingen zijn te snel om voor weg te rennen.’
      Voordat Reyan iets kon zeggen, bewoog Maddox. Hij stormde langs hem heen, gooide zijn kap van zijn hoofd en plantte zijn staf diep in de drassige grond. Hij mompelde een woord dat in geen enkele taal thuis leek te horen en een scheur van licht barstte los. Het helwitte licht kliefde door de moerassige schemering. Alsof een bliksemschicht voor zijn ogen uit elkaar barstte, hief Reyan zijn arm tegen het brandende witte licht.
      Hoge, piepende geluiden galmden door zijn oren en toen hij zijn arm liet zakken, zag hij door zijn toegeknepen ogen dat de Brulorcs naar hun hoofden grepen. Nee, niet hun hoofden. Hun ogen. Ze gilden - krijsten van de pijn.
      ‘Ze kunnen niet goed tegen fel licht,’ riep Maddox. ‘Naar de rivier. Snel!’ Hij draaide zich met een ruk om en begon te lopen. Kyrins ogen gloeiden op. Het ene moment stond ze naast Reyan als mens met zwaarden in de handen en het volgende moment stond er een enorm wezen met een neus zo lang als twee mensen armen en een grijze, dikke huid naast Reyan. Kyrin blies een trompetgeschal uit en tilde met haar krachtige slurf Ardin met brancard en al van de grond. De modder klotste opzij toen Kyrin haar logge poten vooruit zetten. Haar poten ploeterden moeiteloos door de dikke modder, terwijl ze met Ardin achter Maddox aan stormde. Elke stap trilde door de grond, elke beweging van haar logge lijf joeg het drassige water voor haar uit als golven.
      Reyan greep Fay bij de hand en begon te rennen voor zijn leven. Water spatte tot aan zijn knieën, riet sneed langs zijn armen. Achter hen klonken brommende, trillende geluiden van de Brulorcs, onderbroken door het steeds meer dempende gegrom van Hycon.
      Sohra wierp zich met een lenige beweging op Kyrins rug en trok haar boog strak. Pijlen vlogen over Reyans hoofd richting de Brulorcs. Ze richtte onberispelijk, maar de Brulorcs sprongen met hun krachtige benen zo snel opzij, dat zelfs Sohra’s pijlen niet altijd doel raakten.
      Opluchting raasde door hem heen toen hij de rivier tussen de bomen zag. Maddox stond rechtop in een sloep aan de kant van de rivier en wuifde. Reyan verstevigde zijn grip op Fays hand en begon harder te rennen. Kyrin stampte vanaf de kant het water in en legde met haar lange slurf Ardins gebonden lichaam in het bootje. Het water golfde tegen de boot aan toen Reyan hijgend bij de kant aankwam en Fay aan boord hielp. Het gezoef van pijlen klonk nog achter hem toen hij aan boord klom en samen met Fay het bootje van de kant duwde. Reyan ging zo ver mogelijk van de kant vandaan zitten en activeerde zijn pantservuist om een krachtveld om de boot en Kyrin te creëren. Zijn krachtveld glansde als een paars licht om hen heen.
      ‘Dat was… intens,’ hijgde Fay, haar haren nat van het zweet en plakkend tegen haar slapen. ‘Kunnen ze niet bij de boot komen?’
      Maddox schudde zijn hoofd, terwijl hij doordringend naar de kant bleef staren. De Brulorcs kwamen steeds dichterbij.       ‘Ondanks hun uiterlijk, verblijven ze alleen in laag water. Tijdens onze onderzoeken ging er altijd een party mee, maar de leden van onze besloten groep kwamen er al gauw achter dat we onze onderzoeken zelf konden voortzetten als we vervoer regelden via het water.’
      Reyan keek gespannen toe toen de eerste Brulorc de kant bereikten. Hij spande zijn spieren. Als de Brulorc ook maar een beweging maakte, moest hij er klaar voor zijn. Maddox grinnikte naast hem. ‘Zie je, ze blijven aan de kant.’ Hij draaide zich een kwartslag. ‘Kyrin, kun jij ons een duwtje geven?’
      Kyrins slurf vond de rand van de boot en gaf hen een duwtje, zodat ze langzaam met de stroming meebewogen. Reyans hart maakte een sprongetje toen de Brulorc zich met zijn krachtige poten hun kant op lanceerde en met een doffe dreun tegen zijn krachtveld knalde. De boot begon te schommelen op het opspattende water. Maddox viel met een kreet achterover in de sloep. Het wezen werd achteruit geslingerd, zijn natte lijf klapte in het modderige water. De volgende klap kwam vrijwel meteen. En nog een en nog een terwijl de Brulorc vanaf de kant sprongen.
      De volgende klap ging dwars door hem heen. Het veld hield stand, maar zijn schouder trok krampachtig samen, alsof iemand er met brute kracht aan trok. Reyan kreunde, spande zijn spieren strakker aan. Hij kon niet loslaten, dan waren ze er geweest. Hij moest volhouden.
      ‘Reyan?’
      Reyan klemde zijn kaken op elkaar. ‘Het lukt wel, Fay.’ Zweet parelde op zijn voorhoofd. Zijn blik bleef op de oever gericht. Zijn hele lichaam voelde zwaar en zijn armen trilden. Hij zag hoe de Brulorcs op de kant heen en weer bewogen, rusteloos, hun ogen glinsterend van frustratie. De sloep ging te langzaam. Te langzaam.
      ‘Reyan, laat me je helpen,’ riep Sohra vanaf Kyrins rug. Ze spande haar boog en legde een zilveren pijl tegen de pees.       De scherpe randen van de punt kleurden helblauw, knetterend van elektrische spanning. Reyan knikte nauwelijks merkbaar. Hij vernauwde zijn ogen, stelde zijn blik scherp op de kant. Hij wachtte zijn moment af — een Brulorc hurkte, spieren strak, klaar om te springen.
      Nu.
      Reyan liet zijn vuist zakken. Het krachtveld flakkerde en verdween. Op hetzelfde moment suisde Sohra’s pijl met een ongeëvenaarde snelheid door de lucht. De pijl sloeg met een sissende klap in het lijf van de voorste Brulorc. Het beest viel krijsend op de grond. Een fractie van een seconde was er niets. Toen lichtte de hele rivieroever op.
      Een felle elektrische boog schoot uit de Brulorc en creëerde een elektrisch geladen koepel die uit de Brulorc naar zijn soortgenoten geleide en ze een voor een oplichten, verbrandde, elektrocuteerden.
      Ze vielen schroeiend neer.





Reageer (1)

  • LynnBlack

    Wauwie, hoewel een deel van mij nu ook leeft op hoop dat Ardin toch nog heel even zichzelf kan zijn zodat Sohra haar afscheid krijgt, is het ook wel ergens passend dat hij niet meer zou terugkomen, want no matter wat mensen willen steeds meer tijd al is die voor iedereen op een bepaald punt gewoon op. Weer lekker spannend, maar super goed omschreven gevecht.

    5 maanden geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen