Foto bij Level 57




De hitte van de impact brandde nog door zijn ledematen toen hij zich oprichtte. Heet bloed droop langs zijn arm en hij realiseerde zich dat hij harder was geraakt dan hij dacht. Hij was neergegaan en gevaarlijk kwetsbaar. De schaduwzuster had echter geen kans gekregen om hem nog een keer te raken, want Sohra schoot pijl na pijl haar kant op. Ongenadig. Ze gaf de schaduwzuster geen centimeter beweegruimte, want de een na de andere pijl sneed haar pad af. ‘Reyan, sta op!’
Paniek droop van haar stem. Ze wist het. Ze wist hoe kwetsbaar ze was zonder zijn krachtveld. Hoe kwetsbaar Ardin was die over haar schoot gedrapeerd lag. Ze kon geen kant op.
      Reyan drukte zichzelf overeind, kreunend van de pijn. Hij rukt een helingsflesje van zijn riem, goot de inhoud in zijn keel en smeet het flesje van zich af. In een paar seconden trok het brandende gevoel uit zijn schouder, uit zijn lichaam.
      ‘Reyan!’
      Reyan zag het paarse aura van de schaduwzus opblazen. Zijn buik roerde. Het voelde alsof ze er genoeg van had, als een kat die speelde met zijn eten en eindelijk de genadeklap zou toedienen. Voor de eerste keer klonk er geluid uit de vrouw toen ze met een kreet haar schaduwmessen naar Sohra wierp. De grond spleet uiteen waar de messen met kracht overheen ragten. Sohra’s gezicht betrok.
      Reyan begon te rennen. De schaduwen bewogen met een angstaanjagende snelheid en hij prevelde een schietgebedje dat hij op tijd zou zijn. Zijn laarzen schraapten over de stenen grond toen hij zich tegen Sohra aan liet vallen en zijn krachtveld opriep. Hij kneep zijn ogen dicht, wachtend op de impact.
      Die kwam als een mokerslag. Zijn krachtveld spatte uiteen en Reyan dacht dat ze werden opgeblazen. Hij voelde de grond niet meer onder zich, enkel een explosie van pijn dat door zijn lichaam gonsde en stukken steen die zijn huid open ragde. Sohra krijste in zijn oren. Het was misschien nog geen seconde voordat zijn lichaam met een klap de grond weer raakte. Zijn rug jammerde van de pijn en alle lucht werd met kracht uit zijn lichaam geblazen. Hij liet Sohra niet los, pas toen de stofwolk wegtrok en haar ademhaling in zijn oor galmde, opende hij zijn ogen en verminderde zijn greep. Zijn spieren zeurden venijnig toen hij probeerde te bewegen. ‘Ben je geraakt?’
      Sohra schudde haar hoofd. In een moment van veiligheid liet Sohra trok ze Ardin tegen zich aan. Haar handen trilden terwijl ze koortsachtig zijn lichaam controleerde op beschadigingen.
      ‘Zijn jullie in orde?’ Maddox stak zijn hand uit. Ze waren een paar meter bij de bron vandaan geëindigd, zag hij nu. Maddox spulletjes lagen nog aan de rand van de poel met mana. Reyan duwde Sohra van zich af en liet zich met een kreun door Maddox overeind trekken. Al zijn spieren brandden. Het voelde alsof ze met een hamer bewerkt waren, beurs en vermoeid. Maar er was geen tijd voor zelfmedelijden, want er suisde iets door de lucht en Reyan raapte al zijn energie bij elkaar om een beschermende koepel over hun heen te trekken. Hij plantte zijn voeten stevig op de grond en toen het schaduwwapen met een klap tegen zijn krachtveld botste, klemde hij zijn kaken op elkaar.
      Op de achtergrond klonk het gekreun van Fay die haar bijl in een razendtempo om zich heen slingerde. Haar gezicht glansde van het zweet, haar benen bezaaid met schaafwonden.
      Kyrin stond weer overeind, haar haren piekten uit de vlecht waar ze uit losgekomen waren en ze keek met een moordende blik naar de vrouw met de ringen. Hycon had zich achter haar geschaard als een massieve muur van steun. Beide zagen tot op hun ziel uitgeput. En de zussen kostten het totaal geen moeite om met hen af te rekenen. Ze waren als een muis in de klauwen van een kat, speeltjes tot de honger toesloeg.
      ‘We kunnen dit niet winnen.’ Hij had zulke woorden eerder uitgesproken, als ze tijdens hun queestes tegen monsters vochten die te hoog waren en ze met hun staart tussen de benen terug moesten, zonder buit. Maar nu.. Nu betekende dat geen deuk in hun ego of een lege portefeuille. Nu betekende dit dat het hun levens zouden kosten.
      Hij keek over zijn schouder, terwijl hij krampachtig probeerde zijn krachtveld in stand te houden. ‘Ik kan dit niet lang volhouden,’ gaf hij hijgend toe. ‘Fay en Kyrin kunnen dit niet lang volhouden.’ Zijn blik schoot naar Maddox. ‘We moeten die spreuk nu doen, of het hele plan afblazen en vluchten.’
      ‘Dat kan niet,’ zei Maddox. ‘We krijgen misschien geen andere kans meer.’
      Nog een klap tegen zijn krachtveld en Reyan gromde. ‘We hebben helemaal geen kans als we hier allemaal dood gaan,’ beet hij Maddox toe. Maddox keek hem een paar seconden aan. Toen wendde hij zich tot Ardin. ‘Onze enige kans is het proces versnellen.’
      ‘Wat?’ Sohra keek hem aan. Haar greep verstrakte om Ardins borst, alsof ze wist wat ging komen. Maddox zuchtte. Zijn blik gleed naar de dolk aan Sohra’s heup.
      Sohra zag het en ze schudde haar hoofd. ‘Nee,’ zei ze hees. ‘Nee, dat niet.’ Ze drukte haar vriend dichter tegen zich aan. ‘Hij zou langzaam heen gaan, pijnloos in een diepe slaap vallen. Dat was de afspraak.’
      ‘Als we niets doen, dan is er een kans dat het niet nog een keer zal lukken. Ik wil het niet zeggen, maar de jongen is al zo goed als dood. We moeten deze kans niet verspillen.’
Vuur schoot van Sohra’s ogen, maar aan haar wimpers glinsterde tranen. ‘Ik doe het niet.’
      ‘Dan doe ik het.’ Maddox bukte zich om Sohra’s dolk te pakken, maar Sohra was sneller en rukte het wapen vliegensvlug uit het holster. Ze richtte de scherpe kant op Maddox, die geschrokken een stap achteruit zette. ‘Waag het niet dichterbij te komen.’
      ‘Sohra..’
      Haar ogen vonden die van Reyan - woedend, tot haar blik oversloeg in verdriet. De dolk in haar hand trilde. ‘Reyan.. Ik wil niet- Ik kan niet..’
      Op dat moment bewoog Ardin in haar armen. Zijn gezicht betrok in een grimas. Sohra verstijfde. Zijn wimpers trilden. Langzaam, met een ongekende inspanning, opende hij zijn ogen.
      Even werd Reyans aandacht volledig opgeslokt en verloor hij zijn grip op het krachtveld. Het werd hem meteen afgestraft, want de schaduwzus lanceerde een aanval die hij maar net kon afwenden. Zijn spieren brandden toen hij het krachtveld opgooide en de impact van haar schaduwmes incasseerde. Zijn veld flakkerde en een duivelse grijns gleed over het gezicht van de schaduwzus. Hij kon dit niet volhouden. Hij kon dit echt niet volhouden.
      En zij deed niet eens echt veel moeite.
      Dat maakte hem woedend. Niet woedend op haar, maar vanwege het feit dat hij wist dat als ze er een einde aan zou maken, ze dat met een knip van haar vinger kon volbrengen. Hij zag aan haar gezicht dat ze ervan genoot - van de wanhoop in hun ogen, de kennis dat er voor hun geen uitweg meer was.
      Reyan keek over zijn schouder. Sohra veegde Ardins vochtige haren uit zijn gezicht. De hand met de dolk hing slap langs haar lichaam. Ze glimlachte. ‘Je bent bij.’
      ‘Sohra…’ Zijn stem was niets meer dan een schorre ademtocht. Zijn blik gleed van haar gezicht en hij keek Reyan aan - keek naar de koepel die bevend boven hen hing en naar de aanhoudende explosies in de grot, die de grond deed beven en de wanden trillen. Hij keek naar het bloed dat vanuit zijn arm in de bron druppelde en zijn ogen verzachtte.
      ‘Ze hebben je nodig.’ Zijn stem was niets meer dan een raspende hapering. ‘Jullie moeten.. hier weg.’ Zijn hand ging schokkerig naar de dolk in haar handen en Sohra’s ogen werden groot. ‘Nee,’ zei ze stellig. ‘Ardin, nee.’
      Reyan voelde een brok in zijn keel. Het voelde verkeerd, alsof hij iets heel intiems afluisterde.
      'Alsjeblieft,' prevelde hij, terwijl zijn hand die van haar omklemde. Het leek hem alle kracht in de wereld te kosten om haar hand met de dolk van de grond te krijgen, maar hij legde hun handen en de dolk op zijn borst. ‘Ik wil dat je.. leeft.’
      Ze snikte. ‘Hoe kan ik dat zonder jou?’ Ze beefde over haar hele lichaam.
      Ardin glimlachte voorzichtig. ‘Door te vechten. Door iedereen het betaald te zetten die ooit aan je heeft getwijfeld.’       Zijn spieren verkrampten en zijn gezicht betrok. ‘Door.. niet te vergeten dat je niet alleen bent.’
      Sohra liet snikkend haar hoofd op zijn borst vallen. Reyan voelde zich misselijk - voelde zich verdrietig, gebroken en woedend dat dit nu de realiteit was. Ardin tikte met zijn vinger tegen haar kin, zodat ze haar hoofd hief. ‘Ik was niet bang om te sterven,’ zei hij met een krakende stem. ‘Maar ik was wel bang dat ik jou niet meer kon zien.’
      Ardin kwam met een schok overeind, ver genoeg om zijn lippen tegen die van Sohra te drukken. Reyan draaide zich weg. De grot kreunde. Zijn trommelvliezen schreeuwden toen er grote brokstukken naar beneden keilden en op de grond in stukken braken. Diepe scheuren liepen als spinnenwebben door de wanden en kleine stenen regenden neer. Fay en Kyrin hadden met hun gevecht zoveel schade aan de grot gedaan dat er nu een permanente stofwolk door de ruimte hing. Maar zelfs door de zichtbelemmering kon hij haar vinden. Haar passen waren zwaarder, haar slagen minder scherp. Hij zag zichtbaar de bloed op haar huid kleven en wenste tot alles wat hem heilig was dat het niet dat van haar was. Reyan voelde de tijd tussen zijn vingers glippen. We moeten hier weg. NU.
      Toen hij weer achterom keek, hadden Sohra en Ardin hun voorhoofden tegen elkaar gedrukt. Ardin liet de dolk los.       Sohra omklemde met trillende hand het handvat. Langzaam trilde ze het mes van Ardins borst, maar ze liet zijn blik geen moment los. ‘Ik hou van je.’
      Hij glimlachte. ‘Vergeet dat nooit.’
      Met een rauwe snik stootte Sohra de dolk door zijn hart - diep, precies, zonder kans op fouten. De dolk zonk moeiteloos door zijn borst. Ardin ademde zacht uit. Een ogenblik lang hield hij haar blik vast. Zijn glimlach verdween geen moment van zijn lippen. Zijn bloeddoorlopen ogen werden glazig, zijn wangen bleek.
      Sohra trok de dolk terug, bevend. ‘Ardin.’ Ze liet het mes uit haar handen vallen en het kletterde naast haar op de grond. Ze greep zijn schouders beet, alsof ze zijn ziel naar zich toe probeerde te trekken. ‘Ardin!’ Ze schreeuwde zijn naam zo hard, zo rauw dat Reyan zijn keel voelde dichtknijpen. Warme tranen drongen zich in zijn ogen en er was geen kracht in de wereld die ze tegen konden houden toen hij Ardins dode blik zag.
      Maddox knielde voor hem neer, sloot Ardins ogen met zijn vingers. ‘We moeten hem in de bron laten zakken.’ Hij pakte voorzichtig Ardins schouders beet, alsof hij Sohra niet wilde laten schrikken. Maar Sohra richtte zich snikkend op en schoof Ardins benen richting de poel met water. Samen met Maddox, lieten ze Ardins lichaam in de poel zakken. Zijn lichaam zonk langzaam weg in de rode poel.
      Sohra bleef met lege ogen naar het water staren, haar handen nog uitgestrekt, alsof ze hem terug kon halen als ze maar snel genoeg zou grijpen. Naast haar stond Maddox langzaam op. Hij raapte zijn notitieboek van de grond, maar toen hij overeind kwam barstte er een stuk plafond los en sloeg met een oorverdovende dreun op de grond. De hele grot schudde onder hun voeten.
      Reyans blik schoot naar Fay. Zijn vriendin bewoog razendsnel, springend van rotsblok naar rotsblok om de lawine van stenen te ontwijken. Ze stortte hijgend op de grond, rolde over de harde stenen en ontweek nog net de stormvloed aan stenen die omlaag kletterde.
      Paniek laaide in hem op. ‘Fay!’ Reyan rukte zich om naar Maddox. ‘De spreuk, nu!’
      Maddox knikte. ‘Ga,’ zei hij resoluut. ‘Ga helpen!’
      Sohra stond op, haar boog in haar hand. ‘Ik neem die schaduwtrut voor mijn rekening.’ Ze veegde met een strakke beweging de tranen van haar wang. Woede kolkte in haar ogen, als gloeiende lava die elk moment door het oppervlak zou breken. ‘Dit zet ik dat wijf betaald.’
      Reyan wilde niet te zorgelijk naar Sohra kijken, maar hij kon zichzelf niet helpen te vrezen voor haar leven nu ze Ardin had verloren. Hij was bang dat ze roekeloos zou worden, meer roekeloos dan normaal. Maar Sohra keek hem strak aan en hij had nog nooit zoveel vastberadenheid op haar gezicht gezien. Hij knikte kort en draaide zich toen om.
      Reyan sprintte door de instabiel grot, zijn laarzen glijdend over los gruis en stukken steen. Hij zag Fay op een knie, de ketting in haar ene hand en haar andere voor zich op de grond. Ze hijgde zwaar, haar gezicht verwrongen van pijn. De harpoenzus kwam steeds dichterbij, haar wapen knetterde van geladen bliksem.
      Niet als ik het kan helpen. Reyan rende zo hard dat het stof in de lucht als kleine naaldjes op zijn wangen voelde. Hij gleed voor Fay op de groezelige grond en gooide zijn krachtveld op het moment dat de zuster haar wapen naar Fay toe stak. Als een stootgolf werd de zuster naar achteren geblazen en knalde ze tegen de harde rotswand.
      ‘Gaat het?’ vroeg hij Fay en wendde zijn blik af van de zuster. Hij liet zijn blik over haar lichaam gaan, maar zag geen ernstige beschadigingen. Ze keek hem met glanzende ogen aan en knikte. Met trillende vingers haalde ze een flesje helingsdrank van haar riem en goot deze achterin haar keel. Ze klaarde zichtbaar op en haar blik werd weer fel.
Er klonk een woedende kreet.
      Een helblauwe schicht sloeg als een zweepslag door het stof. Vanuit de nevel van stof kwam de harpoenzus overeind, haar ogen gloeiend. Bliksemschichten dansten om haar lichaam, schoten in grillige lussen over haar armen en vingers, sloegen knetterend in op de rotsen om haar heen. De lucht vulde zich met statische lading, waar de haartjes op Reyans arm van omhoog gingen staan. Hij hapte naar adem. ‘Blijf achter me,’ zei hij tegen Fay.
      De zus gromde haar tanden bloot en opende haar palmen naar het plafond. Een snerpend geknetter vulde de grot toen de bliksemschichten die haar als een aura omhulde als razende slangen de lucht in schoten. De lucht leek te trillen, de tijd even stil te staan. Met een donderend geweld raakte de bliksem het plafond, de wanden - overal waar het licht raakte, knalde het gesteente uit elkaar. De elektriciteit sloeg dwars door de grot, kroop sidderend over het gesteente, zocht zijn weg door scheuren en spleten. Brokken steen ter grootte van ezels donderden naar beneden.
      Reyan boog zich over Fay en stuurde al zijn mana naar zijn handschoen. Zijn beschermende koepel trok over hen heen, flitsend bij elke steen die met geweld omlaag zijlde. Brokstukken en scherpe steenscherven donderden naar beneden in een regen van stof en puin. Reyan klemde zijn kaken op elkaar.
      Hou vol. Hou vol.
      De zuster stond midden in de chaos, haar armen nog altijd geheven, bliksem razend als een storm rondom haar. Haar speelveld viel rond haar uit elkaar.
      Tot het ineens ophield.
      Reyan draaide zijn hoofd. Zijn ogen werden groot. De zus draaide haar handen, richtte ze op hen en een explosie van elektrisch vuur schoot als een speer hun kant op. Reyans binneste brandde toen hij zijn energie opriep. Alles. Hij moest alles hebben of..
      Hij voelde het schokken, trillen onder de impact - tot het te veel werd. Reyan voelde het aankomen. Reyan wierp zich op Fay. Hij sloeg zijn armen om haar heen en maakte zich zo klein mogelijk. Het krachtveld versplinterde in duizend stukjes, als een mozaïek raam dat in scherven uit elkaar barstte en de ontploffing slokte alles op. Een gierende kracht slingerde hen achteruit. Hij voelde Fay’s lichaam tegen het zijne - haar schouder onder zijn hand, haar hoofd tegen zijn borst gedrukt. Alles in hem richtte zich op beschermen.
      Niet loslaten.


Reageer (1)

  • LynnBlack

    Oh wat hou ik van een bitterzoet afscheid! What is wrong with me? :o

    4 maanden geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen