Stipt om negen uur verscheen Perkamentus in de Lekke Ketel. Met zijn helder blauwe ogen tuurde hij het café rond tot hij mij zag zitten. Kwiek stapte hij naar me toe. Onmiddellijk stond ik beleefd recht. "Klaar?" vroeg hij onnodig. Ik knikte, nam mijn mantel van mijn stoel en sloeg deze rond me heen. "Volg mij." Met grote stappen liep Perkamentus naar de stenen kamer waar de doorgang van de wegisweg was en draaide zich naar me om. "Heb je ooit al eens verschijnseld?" "Nee, maar ik weet wel wat het is. Het schijnt niet echt plezierig te zijn." Hij grinnikte even. "Je went er uiteindelijk wel aan," stelde hij me met fonkelende ogen gerust. "Neem mijn arm maar." "Maar men kan toch niet verschijnselen in Zweinstein?" vroeg ik voorzichtig. "Dat heb ik namelijk gelezen in; 'Een Beknopte Beschrijving van Zweinstein'." Hij keek me zelfverzekerd aan en knikte instemmend. "Dat kan je inderdaad niet, maar mij zijn heeft zo zijn voordelen." Ik knikte ten teken dat ik het begreep en sloot mijn hand dan toch rond zijn arm. "Hier gaan we." Aangezien ik geen idee had hoe ik me moest voorbereiden op het verdwijnselen en verschijnselen, sloot ik maar gewoon mijn ogen en zette me schrap. Plotseling voelde het alsof alle lucht uit mijn longen gedrukt werden, en ik door een veel te smalle pijp geduwd werd. Na een paar helse seconden bereikten we geslaagd onze bestemming; Zweinstein. Opgelucht hapte ik naar lucht, en blij dat het voorbij was draaide ik me om. We stonden voor de poort van Zweinstein en het gigantische kasteel torende hoog boven ons uit. Het wierp een donkere schaduw over mij en Perkamentus heen. Een eindje verderop zag ik een indrukwekkende boom staan. Perkamentus die mijn blik volgde zei; "Dàt is een beukwilg. Daar zit best wel een interessant verhaal aan vast, maar dat vertel ik je later wel eens. Volg me nu maar." Bewonderd liep ik naar de immense poort. Deze was rijkelijk versierd met verschillende patronen, en in het midden prijkte trots het teken van Zweinstein met daaronder de wapenspreuk; Draco dormiens numquam titillandus. Aangezien sterren vlot latijn konden spreken, wist ik dat dit betekende; "Kietel nooit een slapende draak." Ik kon het niet laten even te grinniken en volgde Perkamentus het kasteel binnen. We arriveerden in een groot vertrek; de hal. "Wauw..." Was het enige dat ik uit kon brengen. Ik keek mijn ogen uit en kon mijn bewondering niet verbergen. Weeral eens té letterlijk. Ik voelde hoe mijn hoofd oplichtte en blozend probeerde ik het te verbergen. In mijn ooghoek zag ik hoe Perkamentus geamuseerd naar de uitdrukking ,die op mijn gezicht te lezen viel, keek. "Bevalt het je?" Perkamentus' stem zorgde dat ik mijn blik afscheurde van de vele schilderijen en ... gewoon alles in zijn geheel. Sprakeloos knikte ik. "Het is prachtig." zei ik toen ik mijn stem terug gevonden had. Ik voelde hoe de kracht en de magie me omarmde en me in hun greep leek te houden. Een rilling gleed door me heen. Sterren waren tamelijk erg gevoelig. We merkten het onmiddellijk op als een plaats magie gekend had of waar er magie was, en dat was hier op Zweinstein in volle teugen aanwezig. "Dan zullen we nu even naar mijn kantoor gaan." Perkamentus leidde me door het doolhof van gangen, en ik wist nu al dat ik verloren zou lopen. Uiteindelijk bereikten we op de zevende verdieping een prachtige gouden waterspuwer. "Zoutzuurtjes." Verbaasd keek ik naar Perkamentus. Plotseling begon de waterspuwer te bewegen en stapte Perkamentus de verschenen trap op. Snel volgde ik zijn voorbeeld. De trap draaide langzaam rond tot we aankwamen bij het kantoor van Perkamentus. Het was in één woord; betoverend. Alles in de kamer leek zo levendig, maar vooral de prachtige rode vogel trok mijn aandacht. "Aah, dat is Feliks, hij is een feniks. Het is echt een buitengewone vogel." Liefkozend aaide Perkamentus Feliks. "Hun tranen hebben geneeskrachten en ze kunnen zwarte lasten dragen." De vogel keek me met zijn inktzwarte ogen aan, en leek recht door me heen te kunnen kijken. Mijn hand maakte contact met de donzige, zachte goud-rode veren van de wonderbare feniks. Hij scheen te genieten van mijn aanraking, en langzaam gleden zijn ogen toe. Perkamentus was inmiddels naar zijn bureau gelopen en op zijn stoel gaan zitten. "Ga zitten," zei hij uitnodigend. Zijn rimpelige hand wees naar een roodbruine stoel, recht tegen over zijn bureau. Ik plaatste me neer op de comfortabele stoel en afwachtend keek ik naar Perkamentus. "Ik zal even uitleggen wat we gaan doen. Over enkele ogenblikken ga ik een betovering uitspreken over deze kamer. Hierdoor zal je in een andere omgeving terecht komen. Maar toch zal je in deze ruimte blijven. Gedurende je opdracht zal ik je observeren, maar toch zal jijzelf mij niet kunnen zien. Er zullen obstakels zijn die je moet overwinnen, die zowel je sterrenmagie als je tovenaarskunsten zullen testen. Je zal zelf kunnen aanvoelen welke soort magie je op bepaalde momenten zal moeten gebruiken. Je moet niet bang zijn; het zijn allemaal maar illusies, dus niets is echt hoewel het zo lijkt." Ik knikte ten teken dat ik het begreep en stond recht. "Heb je je toverstaf bij je?" vroeg Perkamentus streng. "Ja, ik ben hem gaan kopen bij Olivander's." informeerde ik hem. "Goede keuze," zei hij glimlachend. "Oké," Perkamentus nam zijn toverstaf uit zijn gewaad, "ben je er klaar voor?" Ik zoog een teug lucht naar binnen en ademde langzaam uit. "Let's do this."




Reacties?? (flower)

Reageer (11)

  • sanne0807

    snel verdeeeeeeeer! x

    1 decennium geleden
  • Sucrose

    snel verder ^^
    -x

    1 decennium geleden
  • abcd

    <33333

    1 decennium geleden
  • Hereafter

    Love it,an love you!

    1 decennium geleden
  • Sahara

    Echt supeeer!<3333

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen