Langzaam, beetje bij beetje, werd ik wakker. Ik hoorde vage stemmen op de achtergrond. En ik begon weer gevoel te krijgen. Een koude hand lag op mijn voorhoofd. Ik rilde.
'Ik denk dat ze bij komt' hoorde ik een vage stem zeggen. Ik deed voorzichtig mijn ogen open en begon te knipperen tegen het felle licht. De hand verdween van mijn voorhoofd.
'Yasmine, meisje?' hoorde ik mijn moeder zeggen.
'Ja?' zei ik schor.
'Welkom terug op aarde' zei mijn vader die probeerde grappig te doen.
'Ha-ha' zei ik sarcastisch terwijl ik naar mijn hoofd greep.
'Hoofdpijn?' vroeg die onbekende stem weer. Ik keek opzij en zag een man staan. Hij had een bleke huid, blond haar en zag er heel jong uit.
'Dat is dokter Cullen' zei mijn vader.
'Noem me maar Carlisle hoor' zei dokter Cullen. Ik knikte.
'Ik pak wel even een aspirientje voor je' zei Carlisle en hij liep weg. Het was even stil. Ik begon diep in mijn hoofd te graven wat er was gebeurd. Ineens voelde ik dat mijn handen anders voelden. Ik haalde mijn handen van mijn hoofd af en keek er verbaast naar. Ze zaten in het verband.
'Wat is er gebeurd?' vroeg ik verbaast. Mijn ouders fronsten.
'Weet je het allemaal niet meer?' vroeg mijn moeder bezorgd. Ik groef nog eens diep in mijn hoofd.
'Ik weet alleen nog dat we gisteren naar hier zijn gekomen, Porks' zei ik moeilijk.
'Meid, je bent hier al bijna een week' zei mijn vader.
'En het heet hier Forks' grinnikte mijn moeder.
'Forks' mompelde ik. De deur ging op en en dokter Cullen stapte binnen met nog een jongen achter zich aan. Hij had ook een bleke huid en ook blond haar. Wauw, kende ik hem? Ergens hoopte ik dat het mijn vriendje was. Dokter Cullen gaf me een bekertje met water dat er troebel uit zag.
'Dank je' mompelde ik. Hij lachte me toe en ik dronk met een vies gezicht het water op.
'Bleh' zei ik toen ik het eindelijk op had. Iedereen begon te lachen, behalve ik en de jongen die met een moeilijk gezicht op afstand bleef staan.
'Euhm, hallo?' zei ik maar tegen de jongen. Hij kwam langzaam naar voren.
'Hoi' zei hij zachtjes. Ik keek hem vaag aan. Ik groef - alweer met alle moeite - door mijn geheugen. Maar nergens vond ik ook maar een hint die erop duidde wie hij was.
'Oké, dit is heel beschamend...' begon ik, en hij keek me nu al vreemd aan. Ik nam een diepe adem, 'maar wie ben jij?' vroeg ik verlegen. Nu keek hij niet meer zomaar vaag of verbaast. Hij keek geschokt.
'Weet je dat niet meer?' vroeg hij - nog steeds met zijn geschokte blik. Ik werd nog roder en schudde langzaam mijn hoofd.
'Nee' mompelde ik.
'Ze heeft geheugenverlies' zei mijn vader voorzichtig. De jongen trok een nog moeilijker gezicht als eerst en liep de kamer uit. De dokter fronste.
'Excuseer' zei hij en hij liep de jongen achterna. Ik keek het duo verbaast na en keek toen vragend naar mijn ouders.
'Dat was Jasper, Jasper Cullen, hij is de zoon van Carlisle' zei mijn moeder. Ik knikte en stond op.
'Zullen we naar huis?' vroeg ik. Mijn ouders knikten en gaven me een jas aan. Dat was vast en zeker dan mijn jas? We stapten naar buiten. Onderweg zag ik Carlisle en Jasper nog staan. Ik twijfelde even. Maar zwaaide toen toch even naar hem met een klein glimlachje. Hij stak even zijn hand op en glimlachte licht. Ik volgde mijn ouders en stapte in onze auto. De rit naar huis duurde even maar ik merkte er niet veel van. Ik zat teveel in gedachten verzonken. Ik hield er niet van als ik iets niet wist. En nu... nu was ik bijna een week kwijt! We stopten voor een mooi huis. Ik stapte uit en keek toe. Wow, ze hadden hier wel mooie huizen.
'Je kijkt al net zo verbaast als de eerste dag dat we hier kwamen' zei mijn moeder lachend. Ik grinnikte en stapte naar binnen.
'Waar slaap ik?' vroeg ik nieuwsgierig.
'Op zolder' zei mijn vader.
'Zolder?!' kreunde ik.
'Ik vond het al bijzonder dat je er toen we hier kwamen niet ging kreunen' lachte mijn vader.
'Ik was vast moe ofzo' mompelde ik. En ik strompelde de trappen op.
'Vergeet je schooltas niet' riep mijn moeder snel terwijl ze een tas bij de trap zette. Ik keek haar vaag aan.
'Verwacht maar niet dat je morgen niet naar school moet' zei ze lachend, 'je gaat gewoon tenzij je er heel erg aan toe bent' ze fronste, 'ik had ook eigenlijk verwacht dat je er wat erger aan toe was' Ik maakt me daar niet zorgen om. Ik had hele andere dingen aan mijn hoofd!
'Maar hoe kom ik dan ooit bij school?' vroeg ik verbaast, 'ik weet niet eens waar de school is!' Mijn moeder zuchtte.
'Ik breng je net als de vorige keer één keer heen, en dan vind je het hopelijk wel' zei ze. Hoe had ik dat vorige keer geflikt?! Ik liep kreunend en steunend weer naar beneden en pakte mijn tas. Toen strompelde ik weer naar boven. En toen ik daar was, zag ik aan het einde van de overloop nog een trap staan. Ik sleepte mijn tas er heen en beklom moeizaam de trap. Ik was verbaast toen ik mijn kamer zag. Het was een mooie ruime kamer. Ik liep naar een raam en zag een deur klink. Ik voelde verbaast aan de klink en het raam ging open. Het was een deur. Ik had een balkon. Ik sloeg een enthousiast kreetje. Ik wou altijd al een balkon! Ik stapte naar buiten. Het was droog. Ik ging bij de rand staan en nam diep adem. Ik keek over de omgeving rond. Een bos? Ergens had ik wel zin om even te lopen... even mijn hoofd leeg maken. Ik liep mijn kamer binnen en deed de balkon deur dicht. Daarna strompelde ik te trappen af en pakte mijn jas.
'Ik ga even wandelen!' riep ik het huis in.
'Wees voorzichtig!' riep mijn moeder.
'En voor het donker thuis!' vulde mijn vader haar aan. Ik knikte. Niet dat ze het zouden zien maar toch. Ik deed deur open en stapte naar buiten. De frisse lucht in.

Reageer (5)

  • Vancha

    ode aan het geheugen verlies. DAt zou ik nu wel ff kunnen gebruiken!!

    1 decennium geleden
  • PurpleCandy

    Cool.
    Snel verder!
    x

    1 decennium geleden
  • MakingFun

    Verder
    OMG ze heeft geheugenverlies :O(A)

    1 decennium geleden
  • Vivaldi

    SuperSuperSupeeeeeer :9~

    1 decennium geleden
  • Hippogriff

    Verder! :D

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen