The Perfect Match! (32)

En je zegt het hè, Tom
Marya: dankje *loopt naar beneden* hoelaat komt Tom thuis?
Tom: nu. Wat is er?
Marya: kan ik je zo even spreken?
Tom: kan dat niet een andere keer?
Marya: nee, nu
Peter: als jullie het maar niet te laat maken. Ik ga naar bed. Weltrusten *gaat naar bed*
Tom: nou, wat is er? *ploft neer op de bank*
Marya: wat vind jij van Jaily?
Tom: wat gaat jouw dat nou aan
Marya: vertel nou maar gewoon
Tom: nee
Marya: ik ga het tegen papa zeggen hè wat je laatst hebt gedaan
Tom: doe dat maar niet. Dan heb ik geen leven meer
Marya: vertel het dan.
Tom: nee
Marya: *staat op en wilt naar boven lopen*
Tom: okeey, ik vertel je het wel. Als je het maar niet tegen Jaily zegt
Marya: nee…nee… vertel
Tom: nou…uhh…nouja…uhh…
Marya: nou kom op. Wat denk je als je aan Jaily denkt?
Tom: nou…uh… aardig
Marya: en wat nog meer?
Tom: lief, zorgzaam… niet zo zelfverzekerd, negatief over zichzelf…
Marya: okeey, ga verder
Tom: uhh…nou…meer weet ik eigenlijk niet
Marya: okeey. En wat voel je voor Jaily?
Tom: ja dag. Dat ga ik jou niet vertellen
Marya: kom op. Ik kan nog steeds naar papa toe hè
Tom: okeey…okeey…nou…voor Jaily…voel ik…als een…goede vriendin…denk ik.
Marya: en weet zij dat ook?
Tom: nee. En dat hoeft ze niet te weten ook. Dan gaat ze alleen maar hopen. Ze weet alleen dat ze heel aardig is. Meer niet.
Marya: maar ze probeert je te vergeten. En jou kennende, als je zo door gaat, begin je haar straks nog leuk te vinden. Dus ik zou het maar tegen dr zeggen voordat het straks te laat is.
Tom: maar ik vind haar helemaal niet leuk
Marya: maar zoals ik al zei. Dat komt waarschijnlijk wel bij jou. Ik ken jouw ook al 14 jaar hè. Vergeet dat niet
Tom: waarschijnlijk is niet dat het zo is.
Marya: je gaat het haar zeggen anders doe ik het.
Tom: je kan me niet dwingen
Marya: oh nee…
Tom: ik ga het haar wel vertellen. Maar waarschijnlijk slaapt ze nu en ik ga haar niet wakker maken.
Marya: en waar wil je dan gaan slapen? In je eigen bed kan dat niet want daar ligt Jaily. Je zal dr toch wakker moeten maken als je ook in je eigen bed wilt liggen.
Tom: weet ik. Maar ik pak gewoon een luchtbed en ga op daarop liggen. Dan kan zij gewoon in mijn bed blijven liggen.
Jaily: ik wi ook wel op een luchtbed gaan liggen of ik ga bij Marya op kamer. Of je moet naast me wilen liggen *was naar beneden gelopen om drinken te halen*
Tom: ik vind het best om naast je te liggen. Het bed is groot genoeg. Als je me maar niet aansteekt.
Jaily: dat zou ik nooit expres doen *loopt naar de keuken om drinken te halen*
Marya: *zacht* je vindt dr wel leuk. Anders ga je niet naast haar liggen in bed*
Tom: doe jij nou maar normaal
Marya: moet jij zo nodig zeggen. Maar ik ga naar bed. Veel plezier hè. En je zegt het hè, Tom. Anders doe ik het *gaat naar bed*
Tom: jaja