Ik keek hoe de auto weg reed. Ik had zijn ouders in tijden niet meer zo gelukkig gezien. Een glimlach zat vastgeschroefd op hun gezichten en geen van hun dacht nog aan iets anders. Nee, hun zoon kwam thuis, na zo’n lange tijd. Ik hoorde blij te zijn en met hun mee te lachen, maar de pijn in mijn hart was te groot. Ik stond op van de oude schommel in zijn tuin en liep de straat in. Geen auto was te bespeuren, ze gingen vast allemaal wachten aan het station, iedere persoon in dit stadje. Ze hielden van hem, hij was een held. Zagen ze dan niet wat hij achtergelaten had toen hij vertrok, het grote zwarte niets waar ooit hij hoorde. Het was moeilijk om mijn voeten in actie te houden, iedere keer wouden ze weer stoppen en me doen omkijken, een blik werpen op het huis. Ik kon de muziek in mijn oren horen, muziek die er helemaal niet was. Ze speelde droevig een melodie, een die zich bleef herhalen tot ik zou huilen. Mijn gedachten zaten vast, een doolhof zonder een duidelijke weg uit. Uiteindelijk bleven ze staan. Ik keek rond en zocht naar waar ik ging. Het was duidelijk, mijn hart bracht ze naar de plek waar ik altijd was. Het open veld wat verder geurde naar graan, de zon en het beekje verderop. Als je goed keek kon je de schimmen zien. Spelende kinderen die de tijd van hun leven hadden, niet wisten wat de toekomst zou brengen en daar ook niet aan dachten. Waarom zouden ze ook? Ik ging tegen de oude eik zitten, bestudeerde de structuur in de wolken. Ze schreven zijn naam in het wit op de blauwe lucht. Alles draaide om hem. De hele wereld leek maar een doel nog te hebben, doordraaien zodat hij enkel maar kon blijven leven. De lucht werd met de seconde benauwder, alsof mijn lichaam voelde wanneer hij dichter kwam. Ik kon het bijna voor me zien. Zijn moeders armen om zijn nek, tranen glanzend in haar ogen en haar lippen trillend tegen zijn wang. Zijn vader zou op een afstand blijven staan, alles tot zich laten komen en tevreden glimlachen. Sanne zou hem bespringen, dat wist ik zeker. Ze zou naar hem toe rennen en hem tegen de grond drukken – we leken veel op elkaar op dat vlak. Maar ik was hier, veilig ver weg, op een plek die hij zich vast niet eens meer kon herinneren. Het gekraak van graan dat plat gewalst werd door voeten weerklonk verder op. Ik keek op, staarde in haar diepe blauwe ogen en merkte pas nu dat ik huilde. Haar omtrekken waren troebel en het geluid van haar stem was vaag. Ik veegde snel mijn tranen weg en glimlachte naar haar.
“Hij is er… camera’s overal…” mompelde ze en kwam naast me zitten. Ik knikte, meer kon ik niet. Uiterst voorzichtig, legde ze haar hand om mijn schouder, bang dat ik zou breken.
“Hij heeft je erg gehad hé…”fluisterde ze en keek me in de ogen.
“Ik dacht dat ik hem kende of beter dan dit in ieder geval…” fluisterde ik naar haar terug,”Ik heb me vergist…”
Een nieuwe traan liep langs mijn wang naar beneden en het geluid van de krekels werd luider. De avond viel weer. Ze kwamen sneller en sneller sinds hij vertrokken was, of ik sliep langer, zodat de pijn minimaal bleef. Het was precies zoals in het boek. Ik begreep hoe Bella haar voelde, ik kende het onzinnige slaan van mijn hart, de pijn die het met zich meebracht. “It will be like I never existed… had hij dat maar gezegd en het gemeend” zuchte ik, meer naar mezelf dan naar Kimey. Ik voelde haar knikken en de wind blies door de bomen heen. Het nam het geluid mee van wat verder op, de stemmen en ophef, hij was bij zijn huis. Ik kon bijna Sanne’s hart voelen bonzen, haar geluk dat haar broer eindelijk terug was.
“Wat ga je nu doen?” vroeg Kim zacht. Ik haalde mijn schouders op. “Ik heb er nog niet echt over gedacht…”
“Je kan wraak nemen. Je kan zijn fitness apparatuur stelen!”
Ik lachte, gewoon om haar gerust te stellen. Ze hoorde vast dat er geen humor in min stem zat, maar ik deed het toch. “Het zal zijn als er voor. Een wereld zonder hem.”
“En de camera’s?”
Ik haalde weer mijn schouders op,”Ramen en spiegels tonen toch ook je weerspiegeling… gewoon lachen en doen alsof ik oké ben…”
Ze knikte, probeerde het te begrijpen.
”Hij heeft een meisje mee...” zei ze na een lange stilte. Daar ging het dus om. Ze bleef stil, wachtte mijn reactie af. “Wie is ze?”
“Haar naam is Mitchie, ze is zijn beste vriendin…” ze stopte abrupt haar zin en voelde nu zelf de pijn. Wij waren dat ook ooit geweest. Meisjes die overal met hem meegingen, die geen seconde van zijn zijde weken. Nu, had zij onze plek ingenomen.
Ze stond op en reikte me haar hand. Ik schudde mijn hoofd,”Stuur me als ze weg zijn…”
Voor even wou ze tegen me in gaan, maar dan zag ze mijn blik en knikte,”Goed…”
Ze keerde me de rug toe en baande zich een weg terug door het hoge gras. De stilte keerde terug, enkel ik en het geluid van mijn gedachten. De wind gierde nog een keer, sneed door mijn ontblootte armen. Ik nam diep adem, sloot mijn ogen en genoot van de laatste zonnestralen. Het leven ging door, met of zonder hem… maar deze keer zou ik sterk zijn.

Reageer (6)

  • MadeInHeaven

    je schrijft echt fantastisch.. je moet er echt iets mee doen later je hebt echt talent!

    1 decennium geleden
  • OHMYNANDO

    wowwwwww(H)(H)
    met tranen in mijn ogen lees ik het :O
    snel verder!

    1 decennium geleden
  • Grizzly

    :S zo zielig waarom schrijf je altijd van die stukken waarvan ik moe blèren? tis mega mooi en emotioneel enzo!(huil)

    1 decennium geleden
  • LottWolfje

    OMG Samii!!!!!
    'T is prachtig!!!!!!!!!


    verdeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeer!

    xxx

    1 decennium geleden
  • Zucht

    w o w


    verder!

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen