Foto bij 11.3 When everything is gone

De vloer trilde onder mijn voeten en ik moest steun zoeken aan de muur. Dit was het huis van Jacob, dat moest wel. Een snik ontsnappte uit mijn mond en ik sloot mijn ogen. Dit kon niet waar zijn. Dat bloed kon niet van Jacob zijn. Hij was een weerwolf. Weerwolven gingen niet zo snel dood. Niets kon een weerwolf doden. Een schok ging door mij heen. Niets kon een weerwolf doden behalve een vampier.
Een bekend gevoel overspoelde me. De bladeren hingen weer doodstil in de lucht en geen geluid drong meer tot mij door.
“Zo je bent hier dus nog steeds? Indrukwekkend hoor. De meesten hebben maar een halve waarschuwing nodig.”
Met grote ogen keek in het glimlachende gezicht van Emma. Voordat ik kon proberen een stap achteruit te doen had ze mijn arm stevig beetgepakt.
“Ik zal je iets vertellen over vampiers. Vampiers zijn sneller, sterker en gevaarlijker dan mensen. En alsof dat nog niet genoeg is hebben somige van ons ook nog eens een gave. Mijn gave is bijvoorbeeld het sturen van de tijd. Ik kan de tijd stoppen, versnellen, terugspoelen, vooruit draaien zonder dat iemand het merkt. Je zult nu wel begrijpen dat je binnen een paar seconde dood kan zijn.”
Grijnsend keek ze me nu aan. Haar aardige glimlach was verdwenen en ik wist dat er iets goed mis was.
“Ik ben niet bang om dood te gaan.”
Met alle haat die ik in me had keek ik haar aan. Zij glimlachte en kneep even in mijn arm.
“Dat weet ik en daarom neem ik je mee op een klein reisje in de tijd. Een week om precies te zijn.”
De wereld begon om me heen te draaien en met een klap viel ik op de grond.
Voorzichtig opende ik mijn ogen en keek om me heen. Ik lag niet meer voor Jacob’s huisje maar was naar de stad verplaats. Ik lag voor de school en alles leek rustig. Opeens schoten er een stuk of twintig zwarte schimmen voorbij en vanuit de school klonken angstige kreten. Zo snel als ik kon sprong ik op en rende richting het gebouw. Iets zei me dat ik richting de kantine moest. Met mijn mond open keek ik door het raam. Het was verschikkelijk. In de aula lag een grote stapel lijken en bovenop lagen Dave, Colin en Tony. In de hoek omringt door mensen in zwarte mantels stonden de Cullens. En tot mijn verbazing zag ik mezelf ernaast staan. Een van de mantels stapte op de andere ik af en toen ging alles heel snel. Jasper sprong voor me en de mantels sprongen op hem af en scheurde hem uit elkaar. Een vuur begon te branden en de stukken Jasper werden erin gegooit. Een misselijk gevoel bekroop me en ik draaide me om. De rest hoefde ik niet meer te zien. Ik had de boodschap begrepen.
Emma verscheen weer voor me.
“Ik denk dat je het begrepen hebt? De wolven clan was nog maar een waarschuwing. Ze zijn niet dood maar bij ons. Je hebt precies een week om deze toekomst te veranderen.”
De wereld begon te draaien en met een klap kwam ik terug in het heden.

Reageer (2)

  • Anneexx

    Snel Verderr!
    'xx <3

    1 decennium geleden
  • Suspect

    GGRRR dat mag dus echt niet gebeuren!! ze moet het aan Jasper vertellen! anders is het gedaan met haar, en met meer mensen!! (en misschien vampiers!)

    snel Verder!

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen