In de dagen dat ik er nog verbleef, kwamen mijn ouders vaak op bezoek en verveelde me.De jongen die ik had gezien op de eerste dag dat ik wakker was, heb ik sindsdien niet meer gezien.Nog steeds vroeg ik me af wie het was.

'U mag naar huis mevrouw'. Zegt de dokter tegen mij en ik stap uit bed.Met een knik naar de dokter begin ik mijn kleren te pakken die mijn ouders een aantal dagen geleden hadden meegenomen.Al snel zijn mijn ouders er en rijden we naar huis toe.Voor het huis blijf ik even staan en glimlach.Ik kon me dit nog goed herinneren, het grote huis waar het fijn was.Met z'n drieën lopen we naar binnen, door naar de woonkamer.De geur die in het huis hing was prettig, het rook naar bloemen.Op mijn gemak loop ik het huis door om 's avonds weer beneden te komen in de keuken waar we gezamenlijk eten.

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen