Onze hele ontsnappingsvlucht gebeurde in stilte, beiden goed wetend dat we in de problemen zaten. Edward was erg snel, sneller dan Jasper maar niet altijd even slim. Soms rende hij om een stel bomen heen en vergat dan tijdig te remmen waardoor ik naar voren vloog. Iedere keer had hij me net op tijd kunnen opvangen, nog net voor ik tegen een boom aanknalde. Het was makkelijk om bij Edward te zijn, hij begreep me zonder dat ik iets hoefde te zeggen. Hij maakte zich niet zo’n zorgen om me, niet zoals Jasper. Hij bleef abrupt staan, liet me van zijn rug glijden en knikte naar de rand. Ik schuifelde door het zand naar voor, voelde het zachte stof opvliegen rond mijn blote voeten. Hij greep voor de zekerheid mijn middel… toch ongerust!
Hij lachte zacht, liet me verder gaan tot ik over de rand van de klif hing. De diepte deed me duizelen, zodat ik me snel aan Edward vast greep. Hij grinnikte mijn angst weg, keek om en knipoogde naar me. Hij liet me neer zitten in het zand, mijn voeten over de rand bengelend en mijn hand ongezien om zijn schoen gesloten. Ik verdrong de angst om te vallen, staarde naar de diepte. Water kabbelde beneden, een kleine rivier die mijn val zou kunnen breken als ik sprong. Jasper verscheen tussen de bomen, gromde kwaad naar Edward maar zag me dan zitten. Zijn ogen werden groot van angst, zijn lippen perste zich tot een harde lijn en hij slikte luid. “Charlotte?”
Ik keek om, glimlachte en keek dan terug naar de diepte. “Hoe zou het zijn om te sterven?”
Het was niet echt een vraag, meer een bedoeling om hem op stang te jagen. Edward deed zijn best niet te lachen en keek zijn broer doordringend aan.
“Ga daar weg…” zijn stem was een schor geluid.
Edward keek op me neer, zocht naar het moment wanneer hij weg mocht gaan. Dankje Edward.
Hij knikte, woelde met zijn grote hand door mijn haar en liet mijn hand van zijn voet glijden. De diepte leek iedere seconde minder eng. Het geluid van het water stelde me gerust, fluisterde dat alles goed kwam. Het duister was enkel net als mijn gedachten, uit op een ding; voor eeuwig leven. De zon scheen er nooit en dus had het niets om bang voor te zijn. De koelte, ik wou de koelte van het water voelen.
Met geluid van voetstappen die weg gingen, kwamen er nieuwe terug. Hij bleef niet lang staan, kwam snel naast me zitten en hield zijn arm stevig om mijn middel heen, bang dat ik zou vallen of springen.
“Wat ben je van plan?”
Ik haalde weer mijn schouders op. Ik wist het absoluut niet. Ik wist wat ik wou; ik wou hem en daar had ik alles voor over. “Waarom wil je me geen vampier maken?”
Hij zuchte, keek naar het zelfde duister als mij en zei voor even niets. De stilte keerde weer, liet alles vervagen. “Ik wil niet dat je alles mist. Je warme huid, ademhalen, hartslagen… je leven…”
Ik dacht na, hoorde enkel de dingen die hij aan me zou missen. Hij lachte voor even, schudde zijn hoofd en hoorde het ook. “Ik weet hoe het is… weet je nog. Ik heb het al gevoeld. Ik zal niets missen en ik weet wat ik wil…”
“Dood gaan, dat wil je?” de woede in zijn stem werd iedere seconde duidelijker. Ik schudde mijn hoofd,”nee, ik wil jou!”
Zijn greep om mijn middel verstrakte en ontspande weer. Hij keerde me naar hem toe, staarde met zijn perfecte gouden ogen in die van mij,”ik hou van je, maar dit is niet wat je wil!”
“Hoe weet je dat? Hoe kan jij nu weten wat ik wil?”
“Ik ken jou…”
Ik gromde en keek hem doordringend aan,”Wat is mijn favorieten eten?”
Hij zuchte ene lach uit, nam een hap adem en haalde zijn schouders op,”een Jasper-ijsje!”
“Een wat?” zijn perfecte glimlach kwam terug en zijn zorgen verdwenen. “Dat is een ijsje op jouw buik. Zo warmt het niet op…”
Hij grinnikte, stond op en trok me mee recht. “Je bent gek!”
Ik hield zijn hand stevig in die van mij,”Ik wil het echt Jasper!”
Voor even keek hij weer van me weg, staarde naar de bomen en vocht de oorlog in zich uit. “oké”, zuchte hij,”maar er zijn een aantal voorwaarden…”
“Goed!” glimlachte ik.
“Je doet geen vreemde dingen, oké. Je blijft uit de buurt van alles wat gevaarlijk is tot ik bij je ben. Je wacht tot het einde van het schooljaar,” ik wou er tegen in gaan maar hij liet het gewoon niet toe,”het einde! Oh en je laat Edward geen vreemde dingen doen. Het idee dat jullie beste vrienden zijn…”
“Jaloers…” grinnikte ik, klemde me aan hem vast,”nog een regel Meneer Hale?”
Hij dacht na,”je vraagt niet om het breken van een van die regels, goed?”
“Ik blijf rustig, doe geen domme dingen en laat Edward geen vreemde dingen doen. Ik wacht tot het einde van het schooljaar en ik blijf bij je weg?”
“Wat?” schrok hij. “Je zei dat ik buiten gevaar moest blijven…”
“Ik ben niet gevaarlijk!”
“Nee, maar ik ben wel gevaarlijk in jou buurt en dan breek ik al de regels in een keer…”
Hij schudde lachend zijn hoofd, wou me mee trekken maar ik bleef staan. “ik wil springen…”
Zijn lichaam versteende en hij keek niet eens om. Ik ging voor hem staan, legde mijn armen om hem heen en duwde hem mee naar de rand. “Jij bent er toch…”
“Springen?”
Ik knikte naar hem en hij zuchte. Hij zei niets meer, legde zijn armen veilig om me heen en liet zich achterover vallen.

Reageer (1)

  • BRAINWITCH

    oeeeeeeeeeeeeeeee.
    spannend!
    snelverder!

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen