Basisregel
Wanneer je een verhaal begint, moet je kiezen in welke tijd je wilt schrijven. Je kunt kiezen voor de tegenwoordige tijd, zoals in A, of de verleden tijd, zoals in B.
      A) Jan zet twee stappen naar voren. Hij kijkt Piet met half samengeknepen ogen aan en sist: "Heb jij het laatste koekje gegeten?"
      B) Jan zette twee stappen naar voren. Hij keek Piet met half samengeknepen ogen aan en siste: "Heb jij het laatste koekje gegeten?"
Beide mogelijkheden zijn prima, maar je moet wel één tijd kiezen en die voor je hele verhaal gebruiken. C is dus fout, want de eerste zin is in de tegenwoordige tijd en de tweede in de verleden tijd.
      C) Jan zet twee stappen naar voren. Hij keek Piet met half samengeknepen ogen aan en siste: "Heb jij het laatste koekje gegeten?"
Zorg dat je kiest voor de tijd die je het beste ligt, zodat je niet per ongeluk halverwege je verhaal overspringt op iets anders.

Reageer (1)

  • Nagusamu

    Dit is echt handig!
    Ik twijfel hier best vaak om, dus best handig dat het is uitgelegd, dan weet ik dat ook weer!

    9 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen