Met mijn handen in m’n zakken schopte ik verveeld tegen een leeg blikje aan. Dit was niet de gezellige of speciale avond geworden die ik me had voorgesteld. Ik had gedacht vrolijk thuis te komen, uit mijn dip te raken en weet ik wat nog meer, maar ik had niets anders dan vijanden gemaakt. Alleen Jessica leek me wel te mogen, en dat was zachtjes uitgedrukt. Ach, waarschijnlijk had ze gewoon te veel op en haalde ik me van alles in m’n hoofd. Misschien moest ik minder fantaseren. Minder verwachtingen hebben, onder mijn steen vandaan komen en zien wat de wereld werkelijk was. En ja, wat was het? Datgene waar ik me al mijn hele leven op had verheugd was zojuist in duigen gevallen. Meer teleurstellingen op één dag kon haast niet.
Het bleek dat ik ongelijk had toen ik thuis aankwam. De deur zat potdicht en alle lichten waren uit. Ik keek op m’n horloge; het was half twaalf. Dat m’n grootouders vroeg naar bed gingen wist ik, maar pa was altijd wel tot na twaalven op. En ze zouden de deur toch niet dichtdoen als ze wisten dat ik nog naar binnen moest? Shit. Gran zou toch niet.. ze zou toch niet verwachten dat ik ergens anders bleef slapen? Shit, shit, shit! Uit frustratie sloeg ik tegen de muur, waardoor mijn vuist pijnlijk begon te bonzen en ik alleen maar kwader werd. Ik gromde en begon te ijsberen. Ik zou de hele buurt wakker kunnen schreeuwen tot er iemand de deur open kwam doen, maar dat leek me zelfs op dit moment niet zo’n goed idee. De telefoon was nog niet geïnstalleerd en pa had ’s nachts z’n mobieltje altijd uit. Toch probeerde ik het even, misschien was hij nog wakker. Ik kreeg echter meteen de voicemail en ik klapte mijn mobiel weer dicht.
Knarsetandend liep ik naar de achtertuin, hoewel ik niet veel hoop had dat die deur nog wel open was. En inderdaad, ook die was gesloten. Zuchtend liet ik me zakken op de veranda en ik staarde voor me uit. Zachte tonen van de muziek werden door de wind hierheen geblazen en herinnerden me constant aan wat er was gebeurd. Ik vroeg me onwillekeurig af wat Tara nu deed. Of ze nog op het feest was, lachend, dansend.
Ik liet me naar achteren zakken en keek naar de sterrenhemel boven me. Alles was zo goed te zien hier, in Plymouth was het altijd bewolkt en verlicht. Hier was de hemel pikzwart, met schitterende witte speldenknopjes. Zo lag ik daar een tijdje, patronen zoekend en vindend tussen alle sterren. De warme wind speelde met mijn haar, en voor ik er zelfs maar verbaasd om kon zijn vielen mijn oogleden dicht.

Ik knipperde verward met mijn ogen. Mijn gezichtsveld was nog steeds zwart, maar de sterren waren verdwenen. In plaats daarvan stond Tara daar voor me, totaal emotieloos, met het witte licht, dat zich om mij heen bevond, dat haar gezicht verlichtte. Onze ogen bleven onontkoombaar op elkaar gericht. Geen van beiden bewogen we ook maar een centimeter, en ook praten was niet mogelijk. Het leek heel even alsof we naar elkaar toebogen, maar voor ik het goed kon zien draaide ze zich om en liep ze weg. Nee, ze mocht niet gaan! Met elke stap die zij van me af zetten kwam ik een stap dichterbij. Toen viel ze ineens, struikelend over iets in haar duisternis. Ik hield mijn hand uit om haar overeind te helpen, haar smekend met mijn ogen, maar ze stond op zonder me aan te raken. "We zijn nog eens geen vrienden!" riep ze in m’n gezicht. Opeens voelde ik een druk tegen mijn borst die me met de snelheid van het licht naar achteren duwde, weg van Tara, haar achterlatend in het donker.

“...doet hij nou weer op de veranda? Matt, wordt eens wakker!” Ik werd door elkaar geschud en ik opende verstoord mijn ogen. Het licht deed pijn, en dat was niet het enige. Mijn spieren voelden aan alsof ze versteend waren. Toen ik weer iets kon zien zag ik dat ik op de veranda lag, en opeens wist ik het weer. Gran keek me met twinkelende oogjes aan. “Goeiemorgen jongen. Ik denk zomaar dat je het briefje niet hebt gezien.”
“Briefje? Wat voor briefje?” kreunde ik vermoeid terwijl ik overeind kwam.
“Die daar,” zei ze terwijl ze naar het raam naast de achterdeur wees. ‘Het ligt onder de jeweetwel-bloempot’, stond erop, met een pijltje naar de bloempot die eronder stond. Ik kreunde. Hoe kon ik dat nou over het hoofd gezien hebben?

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen