"Leslie!" Roept een harde, maar toch fluwelen stem. Ik herken deze stem uit duizenden. Het is Edward! In een vloeiende beweging sta ik recht, iets wat me normaal zou laten vallen op mijn hakken. Hoewel ik niet zeker ben dat ik nog mijn hakken draag. Zijn geur overstemd alle anderen bij elkaar. Hij ruikt naar chocolade, orchidee, en vreemd genoeg ook naar de zon. Het is heerlijk, beter dan alle anderen bij elkaar. Sissend komt één van de vampiers omhoog en staat in de aanvalspositie. Juist als hij op Edward afspringt schiet ik naar voren uit schrik. "Nee!" Probeer ik. De vampier lijkt niet te bewegen. Ik loop naar hem toe, zo sierlijk heb ik nog nooit gelopen, en zwaai voor zijn ogen. "Raar. Hij reageerd niet." Ik bestudeer de vampier nog eens. "Dat. Deed. Jy Les..." Stotterd Edward. "Ik? Nee joh, want dat zou betekenen dat ik de tijd heb stil gezet, en dat is niet mogelijk voor een mens. Oeps!" Ik realiseer me dat ik teveel heb gezegd. "Je bent nu een vampier Leslie." Verteld Jack, de jongen die mij getransformeerd heeft. "Probeer of je enig bloed kunt ruiken." Spoord hij me aan. "Nee, dat moet ze niet." Gromt Edward zo zacht dat het voor menselijk gehoor niet te horen zou zijn. Ik probeer onopvallend toch of ik bloed kan ruiken.

Een andere man stapt op me af en mijn hand gaan defensief voor mijn gezicht waardoor de vampier die ik bevroor weer tot leven komt. Subtiel zet Edward een stap opzij. De vampier stopt nog voordat hij de boom raakt. "Wat is hier in hemelsnaam aan de hand?" Vraag ik met een hoge stem. "Deze schoften hier wilden je naar de Volturi brengen, zodat je daar mooi een slaaf kon gaan spelen. Ze denken dat ze daardoor als eer worden aangenomen." Legd Edward met een donkere stem uit. "Jullie?" Vraag ik met grote ogen aan Edward, hij knikt. "Hoe weet je wat het plan is?" Vraagt een zwartharige man verontwaardigt. Grijnzend tikt Edward tegen zijn voorhoofd. "Gedachten lezen?" Vraag ik. "Je bent erg oplettend." Geeft Edward toe. De vampiers zijn afgeleid en ik word weg getrokken door Edward. Hij schiet weg, rennend, hij is snel als een kogel. Tot mijn verbazing houd ik hem gemakkelijk bij.

"Waar gaan we heen?" Vraag ik verbaasd. "Ik breng je naar mijn huis." Met een strak gezicht staard hij stug naar voren. Opeens slingert hij me op zijn rug en rent nog harder. Niet meer dan twee minuten later zijn we bij het oh-zo bekende huis. Het ziet er nu nog mooier uit dan eerst. "Leslie! Is alles goed met je? Ik heb gezien wat er gebeurd is!" Preveld Alice bezorgd. Klein meisje, toekomst voorspellen, Alice. Edward is de gedachtenlezer en dan moet de afstandelijke jongen Jasper zijn. Ja, klopt helemaal. Edward kijkt me raar aan. "Hoe weet je dit allemaal?" Vraagt hij. "Nou, ik heb het uit mijn vader getrokken. Hij wilde absoluut geen namen noemen. Daarom dus." Grijns ik. Dan verslapt de lach om mijn mond en zet ik grote ogen op. "Fuck man! Je hebt toch niet alles gehoord wat ik over je dacht he?" Smeek ik haast. Hij grijnst. "Toevallig wel, maar als jy wilt voorhouden dat ik niks hoorde dan heb ik niets gehoord." Bied hij aan. "Deal." Glimlach ik. Dan opeens uit het niets begint mijn keel te branden. "Ah!" Gil ik kort. "Je hebt dorst." Legd Edward uit. Ik vorm een 'O' met mijn lippen. "Kom, we gaan jagen." Zijn fluwelen stem streeld mijn trommelvliezen. "Nee! Ik ga haar een spiegel tonen." Brengd Alice koppig tegen hem in. "Alice, ik wéét wat een spiegel is." Lach ik.

"Wauw." Fluister ik. De blonde schoonheid in de spiegel is het mooiste wat ik ooit zag. Haar krijtwitte huid staat beeldig bij het wilde bleekblonde haar. Haar volle lippen zijn vuurrood, net als haar ogen. Ik besef niet dat ik het ben tot ik het moedervlekje onder mijn lip zie. "Ben ik dat echt?" Vraagt de zangerige stem, die zo mooi klinkt bij het meisje in de spiegel. "Mooi he?" Glimlacht Alice opgewekt. Ik knik alleen maar verbaast. "Je ogen kleuren goud in een maand of twee. Dierenbloed kleurt sneller bij dan mensenbloed." Legd ze uit. Weer knik ik. "Ik kan niet meer thuis wonen neem ik aan?" Vraag ik Edward. "Nee, in ieder geval niet tot je je kunt beheersen." "Ik zal het ze toch moeten vertellen." Zucht ik moedeloos. "Morgen komt je vader toch langs."

Ik heb net een grizzly helemaal leeg gedronken en nog is mijn dorst niet gestild. "Dat blijft." De warme adem van Edward bezorgd me fijne kriebels. "Edward, is Bella geen vampier?" Vraag ik nieuwsgierig. Hij verstrakt. "Wat is er?" Vraag ik. "Bella, ze... Ik heb het uitgemaakt. Het was niet eerlijk om haar aan een lijntje te houden. Haar geur was zo sterk voor me. Maar er is iets, iets nog sterkers. Je kunt het vergelijken met het imprenten van weerwolven. De geur van dat andere meisje, was zo sterk voor me. Zo sterk dat ik als ik in haar buurt was niets anders kon ruiken, niet helder meer kon denken, als de hele wereld voor haar zou verschuiven zou ik het niet merken. Zo blind door haar geur. En om dan nog maar te zwijgen over die liefde." Hij lijkt het moeilijk te hebben. "Was? Is ze?" Ik stop midden in mijn zin. "Nee Leslie Ann, dat meisje, ze staat voor me." Bekend hij. Ik? "Ik, ik weet niet wat ik moet zeggen. Behalve dat ik het begrijp. Het is, wederzijds?" Fluister ik lieflijk. "Dat is het altijd. Het is moeilijk zoiets te weerstaan, en de wereld heeft het zo gemaakt dat het wederzijds is. Net als weerwolven hebben ook wij geen keuze. Als je eenmaal je obsessie gevonden hebt maakt niets meer uit. Je doet alles om bij haar te blijven, om haar in leven te houden, om haar gelukkig te zien." Zijn uitleg is heel duidelijk. "Hoe weet je dat ik weet over weerwolven?" Vraag ik. Hij streeld het haar uit mijn gezicht en drukt een kus op mijn hoofd. In plaats van hard en koud, zoals gewoonlijk, is hij nu warm en zacht, zijdezacht. "Dat komt doordat je nu even hard en even koud als mij bent." Ik moet blijkbaar nog heel veel leren.

Als we weer bij de Cullens' aankomen rukt Alice de deur open. "En?" Vraagt ze, breed glimlachend. "Wat?" Vraag ik. Ze gebaard naar Edward. Langs haar staan zes andere nieuwsgierige vampiers. Ik probeer de tijd stil te zetten en houd mijn handen op. "Wat heeft Alice gezien?" Vraag ik aan Edward. "Ze heeft ons in het bos gezien. Dalijk neemt ze je mee naar boven en gaat ze je uithoren." Grijnst hij. "Wat wil ze weten?" Vraag ik lichtelijk hysterisch. "Ze gaat vragen of we een stel zijn. En wat er precies aan de hand is. Ik denk dat je op dat eerste 'ja' kunt zeggen, en op de tweede vraag moet je terug denken aan wat ik je vertelde in het bos. En ze wil weten wat je allemaal zo is overvallen hier. En op dat antwoord zal ik ook zitten wachten." Verteld hij. Hij drukt snel nog een kus op mijn voorhoofd voordat is de tijd weer laat lopen. "Leslie, kom je even met me mee?" Vraagt Alice vrolijk aan me.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen