- 5 maanden later, de dag van de laatste proef-

Ik stond met Carlo bij de ingang van het doolhof, over 10 minuten zou het laatste onderdeel beginnen. ‘Ik ben zenuwachtig Carlo’ prevelde ik terwijl ik mijn hoofd tegen zijn borst aandrukte.
Hij streelde me over mijn haren, ‘Aspyn ik wil je wat vragen’ ik keen op en hij liet me los.
Hij zakte op een knie en haalde een doosje tevorschijn. Van verbazing sloeg ik mijn handen voor mijn mond, ‘Aspyn Beaurose, wil je met mij trouwen, als je oud genoeg bent want ik weet dat jij de ware bent’ ‘Ja! Carlo ja! Ik wil niks liever’ zei ik met tranen in mijn ogen en vloog hem om de hals.
Iedereen op de tribune juichte, nouja bijna iedereen.
Ik deed de ring met de prachtige gekleurde edelstenen om en kuste Carlo nogmaals.
‘Kandidaten op jullie plaatsen!’ hoorden we de minister van toverkunst zeggen.
‘Oke lieve verloofde’ zei hij met een grijns.
‘Ik ga winnen, voor jou! Vergeet nooit dat ik van je houd oke?’ ik knikte en kuste hem ‘Ik zal altijd van jou houden Carlo, zelfs als de dood ons scheid’ zei ik en kuste hem intens.
‘Onthoud die maar voor je geloften lieverd’ grinnikte hij.
‘Je bent mijn hart Aspyn’ zei hij, kuste me en verdween in het doolhof toen Perkamentus ‘AF!’ riep.

Ik liep naar de tribune en ging naast Hermelien zitten en een vrouw met rood haar.
‘Molly Wemel’ zei ze en stak haar hand uit.
‘Aspyn Beaurose’ zei ik vriendelijk terug.
‘Ah wat lief net zeg!’ zei ze opgewonden en ik bloosde.
‘Je bent gewoon verloofd, mijn beste vriendin is verloofd!’ zei Hermelien blij.
‘Ik heb veel over je gehoord’ grinnikte mvr. Wemel. ‘Sowieso van Fred’ zei ik lachend terug.
Zo praatten we verder voor 25 minuten tot we een ijselijke gil hoorden.
Iedereen keek angstig en nerveus op, er kwamen rode lichten uit het labyrinth en al snel werden Viktor en Fleur uit het doolhof gehaald. Bij het zien van Viktor kneep Hermelien krampachtig in mijn hand en ik aaide haar over haar rug.
‘Hij is niet dood, zie je hij ademt’ zei ik geruststellend.
‘Hoe zou het met Harry en Carlo gaan?’

Een uur lang gebeurde er niks en toen...
Toen gebeurde een van de ergste dingen in mijn leven.
Oppeens verschijnselden Harry en Carlo.
Harry lag op Carlo en hij was heel bleek.
Overal hoorde je gegil, ik wist niet hoe snel ik van die tribune af moest komen, ik rende naar Harry en Carlo.
Ik keek in Carlo's ogen, de sterren waren erin weerspiegeld maar ze stonden dof.
Zijn lippen stonden open, alsof hij mijn naam had gezegd maar er geen geluid uit kwam.
Harry werd eraf getrokken door een leraar en toen stootte ik een hartenbrekend geluid uit.
Ik ging naast Carlo zitten en hield zijn hand vast, zijn hand was zo koud.
Maar straks, zou hij terugknijpen, me lachend aan kijken en zeggen dat het hem speet, dat het een stomme grap was en dat hij van me hield.
Ik wachtte op dat moment, waarom wachtte hij er zo lang mee?
Het was nu niet meer grappig hoor.
Iemand kwam naast me zitten en sloeg een arm om me heen, het was Hermelien.
‘Hij gaat gewoon zo opstaan en zeggen dat het een grap is hoor’ zeg ik grinnikend. Ze kijkt me bezorgd aan.
‘Lieverd... Carlo is dood’ prevelde ze triest in mijn oor.
‘LIEG NIET! Je ziet toch dat het een grap is! Kom op zeg!’ roep ik boos tegen haar. ‘Kom op lieverd, kom op wakker worden nu, het is niet grappig meer. Kom op dan gaan we vieren dat je hebt gewonnen en dan gaan we in deze zomervakantie naar jouw huis, zoals je hebt beloofd en dan.... Dan gaan we trouwen’ zei ik liefkozend terwijl ik over zijn wang streelde.
Zijn blik stond nog melancholisch naar de hemel gericht.
‘Maar Carlo... We zouden trouwen, je had me beloofd dat we zouden trouwen!’ riep ik nu huilend uit en Hermelien hield me nog steviger vast.
‘Carlo word nou wakker!’ riep ik boos en huilend.
‘Aspyn, we moeten Carlo nu meenemen, voor zijn ouders’ mompelde professor Anderling in mijn oor.
‘Nee! Hij blijft bij mij! Anders mist hij me’ zei ik verward. Hermelien trok me overeind en samen met professor Anderling liepen we met Carlo mee naar de ziekenzaal.
Ze legde hem op een bed neer en toverde de mooiste bloemen om het bed heen.
Ze sloeg, net als Hermelien een arm om me heen, ‘Arm meisje toch’ mompelde ze triest en liep weg om Carlo's ouders te halen.
‘Waarom Hermelien?’ mompelde ik zacht huilend terwijl ik over Carlo's hand aaide.
‘We waren gelukkig, we zouden trouwen, kinderen krijgen en nu...’ ik begon zo hard te huilen dat ik even geen adem meer kreeg.
Toen kwamen twee mensen binnen een vrouw en een man, de vrouw had dezelfde ogen als Carlo.
Mijn hart brak bij het zien van die ogen en Hermelien liet ook een traan uit haar oog ontsnappen bij het zien van mijn ongelukkigheid. ‘Hallo Aspyn, ik ben Mireille, Carlo's moeder, we hebben zoveel goede dingen over je gehoord’ zei ze met een lieve glimlach, maar haar ogen straalde puur verdriet uit.
‘Mijn man Barend is even, hij kan het allemaal niet bevatten nu’ zuchtte Mireille.
‘Hoe gaat het met Elise?’ vroeg ik terwijl ik naar adem hapte, ‘Het besef is er niet echt’ mompelde ze triest. ‘We zijn blij dat hij jou had Aspyn, je maakte hem zo gelukkig!’ zei ze lief.

Ik liep naar Carlo's bed toe, ‘Ik hou van je Carlo’ zei ik en kuste hem voor de laatste keer.


.

Reageer (6)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen