Ik was bang, dit duurde te lang. Veel ste lang. Nooit was ik meer dan twee dagen en één nacht opgesloten. Dit was dag vier alweer. De dag vloog aan mij voorbij. Terwijl de nacht het van de dag overnam bleef ik wakker. Ik kon niet slapen. Er was iets of iemand dichtbij, dichterbij dan dat me lief was. Het prikkelde mij om alert te blijven. Elke keer dat ik knipperde kon mijn laatse keer zijn. Ik mocht nog niet heengaan, er wachtte een belangrijke taak op mij. Onwetend of ik de kans kreeg om die te vervullen deed ik mijn uiterste best ervoor. Alice leven kon ervanaf hangen, evenals het mijne. Ik moest haar waarschuwen voor het naderende gevaar. Echter kon dat niet zolang ik hier opgesloiten zat. Kon Alice mij niet helpen te ontsnappen?
Of zat ze zelf ook vast? Zonder me af te sluiten voor de omgeving sloot ik mijn ogen. Ik voelde door elke muur heen, elke onzichtbare kleur nam ik waar. Helaas vond ik niet haar kleur. Of beter gezegd; gelukkig. Nu was er nog een beetje hoop. Ze was niet in een van de cellen. Maar er was wel iemand die op ons lette. Iemand die ik liever niet wou zien. Ik opende mijn ogen en de kleuren verdwenen tussen het zwart van de nacht. Het duurde een paar uur voordat ik weer zonlicht zag door de kiertjes.
De deurklinkt rammelde. Ik deinsde van schrik tegen de muur aan. De deur ging krakend open. Een onheilspellende lach glimde in het morgenlicht.

Reageer (2)

  • ailine39

    spannend

    1 decennium geleden
  • nakito

    snel verder! :D

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen