Foto bij 005

- you're my medicine -

Een kleine 20 minuten later zitten we dan eindelijk op een terrasje van het zonnetje te genieten. Nieuwsgierig kijk ik een beetje rond naar de mensen die voorbij lopen. Ik vind het geweldig om mensen te bekijken, iedereen heeft een ander verhaal die hen gevormd heeft tot hoe ze nu zijn. Het klinkt misschien raar maar zo zie ik het in ieder geval. Bijvoorbeeld het meisje wat nu voorbij loopt, ze is een beetje een gothic-achtig typetje maar iets is er dat haar zo gevormd heeft. Misschien is er wel iemand overleden? of vind ze de muziek van gothic-bands gewoon mooi? Ik zal het nooit te weten komen, tenzij ik het zou vragen maar dat is natuurlijk een ander verhaal. Velen mensen begrijpen me nooit zo goed eigenlijk wat ik nou leuk vind aan mensen bekijken maar dat is iets wat ik al sinds kinds af aan heb. 'July!?' Geschrokken kijk ik naar Jay die me lachend aankijkt. 'Wat wil je drinken lieverd?' Ik kijk naar de jongen die me een beetje met opgetrokken wenkbrauw aankijkt maar dan toch vriendelijk glimlacht wanneer ik doordringend terug kijk. Ik vraag me af waarom hij me zo ontzettend vaag aankeek, is het omdat Jay lieverd tegen me zei en je duidelijk ons leeftijd verschil kon zien of is het omdat ik niet reageerde in de eerste instantie.
'Water graag.' De jongen knikt, schrijft het op en loopt dan weer weg. Jay pakt mijn hand vast die op de tafel ligt en streelt die dan zachtjes met zijn duim. Ik kijk hem recht in zijn ogen aan en zonder dat ik er erg in heb staat er gelijk weer een glimlach op me gezicht.
'Waar dacht je aan?' Hij lijkt geïnteresseerd maar wanneer ik het zou vertellen waar ik werkelijk aan dacht zou hij me vast als een raar kind zien, dus schud ik me hoofd maar en haal ik me schouders op als teken dat het niet erg boeiend was. 'Vertel maar.' Grijnzend schud ik me hoofd en leun ik wat naar hem toe om mijn lippen op de zijne te drukken. Hij buigt zich ook wat naar mij toe drukt snel een klein kusje op mijn mond maar gaat dan weer recht zitten. 'Zeg nou, ik wil het weten.' Eigenwijs schud ik me hoofd terwijl ik met mijn hand door de haren van mijn pruik ga.
'Je zal denken dat ik een kleine idioot ben.' zeg ik lachend terwijl ik met het bierviltje speel. Ik voel hoe zijn blik op me brand maar durf niet naar hem te kijken wetend dat hij me een niet begrijpende blik zal geven. Er valt een lange stilte maar voor de rest geen pijnlijke stilte ofzo, nee dat niet het was een fijne stilte. Jay streelt zachtjes mijn rug terwijl hij van het zonnetje geniet en ik kijk naar de mensen terwijl ik van het zonnetje en Jay's aanraking geniet. Nooit heb ik echt durven dromen dat ik ooit nog een jongen zou tegen komen die wist dat ik ziek was en die gewoon bij me zou blijven. Jay bleef bij me en zou dat ook altijd doen had hij me belooft.
'Uw drinken.' De jongen die net onze bestelling op had genomen staat nu weer voor ons. Hij zet een bierflesje bij Jay en mijn water bij mij. We bedanken hem en gelijk is hij weer weg.
'Waarom ben je eigenlijk niet op vakantie?' Met mijn hoofd leun ik op mijn hand terwijl ik Jay even goed bekijk. Zijn perfecte lach staat zoals gewoonlijk rond zijn mond en zijn bruine ogen glinsteren. Hij fronst even zijn voorhoofd terwijl hij diep lijkt na te denken.
'Omdat, ik... ik eigenlijk geen idee heb waarom niet.' Hoofdschuddend kijk ik hem aan en schiet dan in de lach. 'En jij?' Ik haal mijn schouders op en neem een slok van mijn water.
'Ik moest deze vakantie in Nederland blijven omdat ik ieder moment naar het ziekenhuis zou moeten gaan als het fout gaat ofzo.' Mompel ik terwijl ik mijn hoofd weg draai van Jay en de andere richting in kijk. Toch draai ik me weer richting Jay die me alleen maar vertederd aan loopt te staren, alsof het hem helemaal niets uit maakt of ik ziek ben. 'Maar, het ziekenhuis is verbaasd dat het zo goed met me gaat. Ze zeiden dat deze mooie man die nu voor me zit, me erg goed doet.' Hij schiet in de lach en neemt nog een slok van zijn biertje. 'Ze zeiden dat ik maar veel met hem moest gaan doen want het kan nog wel eens zijn dat hij mijn wondermiddel gaat worden.' Lachend drukt hij een kus op me hand die nog steeds is verstrengeld met de zijne. 'Ik denk dat ze nog gelijk kunnen hebben ook.' Jay knikt en leunt naar voren als teken dat hij een kus wilt, iets wat ik niet kan negeren.
Ik ga net terug op mijn stoel zitten als ik Jay moeilijk zie kijken. Alsof hij twijfelt of hij het wel moet vertellen. Vol afwachting kijk ik hem aan terwijl ik nog een klein slokje neem van mijn water. Zenuwachtig speelt hij met zijn bierflesje en kijkt me dan even moeilijk aan. 'Mag ik je wat vragen?' Ik glimlach en knik dan.
'Natuurlijk altijd.' Nieuwsgierig kijk ik naar hem terwijl hij na lijkt te denken over hoe hij het moet gaan vragen.
'Hoelang ben je al ziek?' Fluistert hij zachtjes, alsof hij zich schaamt om die vraag te stellen. Ik glimlach naar hem als teken dat het niets uitmaakt dat hij deze vraag stelt. Eigenlijk vind ik het wel fijn. De vorige keren was het alsof mijn ziekte taboe was, we spraken er niet over.
'Weet je Koninginnedag nog?' Het was een overbodige vraag. Natuurlijk wist hij Koninginnedag nog, de dag dat hij mij officieel ten huwelijk vroeg en me vertelde dat ik zijn droom meisje was zonder me echt te kennen. Hij kijkt me even aan alsof ik gek ben dat ik die vraag nog durf te stellen maar knikt dan wel. 'Anderhalf jaar later werd ik ziek... dus een half jaar nu.' Ik glimlach naar hem terwijl ik nog een slok neem van mijn water om mijn droge keel minder te laten branden.
'Weten ze al of ze je kunnen genezen?' Hij vind het verschrikkelijk om het hier over te hebben. Zijn gezicht spreekt boekdelen. Ik sla mijn ogen even neer maar glimlach dan wel naar hem. Ik schud mijn hoofd en haal dan me schouders op alsof het niets is.
'Nee, dat weten ze nog niet.' Hij kijkt me niet begrijpend aan.
'Hoe, July? Hoe kun je zo rustig blijven?' Ik schrik van de kilheid in zijn stem. Zijn ogen staan woedend of verdrietig, ik heb eigenlijk geen idee hoe ze staan. 'July, ik wil je bij me houden oke? Ik wil je niet kwijt. Ieder woord, ieder woord, hoor je me? Ieder woord op Koninginnedag was gemeend.' Hij zei het zacht, zodat alleen ik het kon horen. Hij sloeg even zijn ogen neer maar keek me toen recht in de mijne aan. Nee zijn ogen staan niet woedend, nee ze stralen over duidelijk verdriet uit. Nu pas valt het me op dat zijn ogen zijn gevuld met tranen en de eerste al over zijn wang heen stroomt. Vol verbazing kijk ik hem aan en schud dan me hoofd, als teken dat hij moet stoppen met huilen.
'Nee, nee, nee. Lieverd niet huilen. Niet huilen.' Snel ga ik recht zitten terwijl ik Jay smekend aankijk. 'Ik weet dat het moeilijk is maar huil niet. Het gaat me lukken! Echt waar ik beloof het je.' Natuurlijk kan ik het hem niet beloven, maar ik zal me best doen en zal altijd blijven vechten tot ik er bij neer val. 'Jay, kijk naar me.' Zeg ik als hij mijn woorden niet lijkt te geloven. 'Zie ik er ziek uit? Nee. Zie ik eruit alsof ik ga opgeven? Nee, want dat ga ik niet. Zie ik eruit alsof ik dood ga? Nee, want dat ga ik al zeker niet. Maar het gaat me alleen lukken als je in me geloofd en als je samen met mij sterk gaat staan want ik kan dit niet in me eentje.' We blijven elkaar even aan staren. Ik voel hoe mijn ogen beginnen te prikken maar bijt op mijn lip om ze binnen te laten. Als hij me nu ziet huilen zou hij het al helemaal niet meer hebben. 'Ik vraag je hulp.' Mijn stem klinkt gebroken maar dat moet dan maar.
'En die heb je, en die zal je altijd houden.' We blijven elkaar even aankijken en dan glimlacht hij weer. 'Ik ben trots op je.'
'Dankjewel.'

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen