Ik heb dit verhaal ook geschreven met hulp van DesxTiny :D

‘Nu moet je echt met haar gaan praten’ hoor ik een boze stem die boven zit zeggen. Ik hoor 2 paar voetstappen naar beneden lopen. De deur wordt opengemaakt en wordt keihard opengezwaaid door een woedende jongen. Achter hem staat Caspar met een zielige blik te kijken. De jongen stormt op me af en gooit me keihard tegen de muur en dan val ik op mijn bed. Hij pakt me bij mijn keel en begint tegen me te schreeuwen. Caspar zegt dat hij me los moet laten omdat hij me straks nog vermoord. Hij verslapt zijn greep maar blijft schreeuwen. Ik probeer zijn hand weg te duwen maar hij is te sterk. Wat me ook opvalt is dat hij ijskoud is. Ook heeft hij donkere ogen met een rood randje. ‘Wat ben jij?’ weet ik zachtjes te zeggen. ‘een vampier die jou gaat vermoorden als je niet normaal gaat doen. Trouwens we kunnen alles horen wat je zegt pas maar op dus. En Caspar trouwens ook.’ Caspar staat er ongemakkelijk bij.
Ik slik even. 'Vampiers?' vraag ik met een hoge stem. Hij knikt. Ik schiet keihard in de lach. 'Vampiers? Tuurlijk. Echt, serieus. Je moeder moet die televisie van je weg houden!' roep ik lachend uit. Ik maak een spookachtig gebaar met mijn handen. 'oeeh.. Zijn die vampiers nu boven? Gaan ze ons midden in de nacht opeten? Gezellig.' zeg ik lachend. 'Oké, nu even serieus,' antwoord ik. 'Ik ben serieus.' Ik zie dat hij het meent. 'O... ***! Nee. Geen kans. Ga bij me weg. Of nog beter, laat mij bij je weg gaan.' Ik sta op, en loop richting de deur. Voor ik het weet, zit ik weer op het bed. Ik voel een wind, en hij zit weer voor me. 'Kappen met irritant doen.' mopper ik. Ik sta weer op, en probeer het nog eens, en nog eens. 'Serieus, je maakt me hier niet moe mee hoor.' zegt hij rustig. Ik geef het uiteindelijk op. 'Je wilt me niet meemaken als ik chagrijnig ben. Echt niet. Laat me gewoon met rust.' zeg ik. 'Dat kunnen we niet, Yara.' zegt hij. 'Wie is, we?'
‘Dat kunnen we je niet vertellen’ zegt Caspar
'Ga dan maar weg,' mopper ik. Ze lopen weg en de deur gaat dicht, en ik zoek hulpeloos voor een wastafel. Nee hoor, die is er niet. Dan loop ik maar weer naar het bed toe. 'En zodra het kan, kun je deze lakens ook wel even opruimen!' roep ik. 'Bah. Stinkt.' Ik ga met tegenzin liggen, maar kan toch echt niet in slaap vallen. Ik wil in slaap vallen, om vervolgens wakker te worden in mijn eigen bed. Bedenkent dat het maar een nachtmerrie was. Dat dit niet mogelijk is. Ik sluit mijn ogen, en droom uiteindelijk toch weg

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen