2. Thuis

Mijn tante had niet echt een groot huis, een keuken 2 slaapkamers, een woonkamer en een badkamer. In mijn kamer stond al een bed en een bureau met een computer erop, voor school. Morgen zou ik voor het eerst naar school gaan, naar Forks Highschool. De deuropening van Tia’s huis was gelukkig groot genoeg voor mijn rolstoel anders moest ze dat ook nog gaan vergroten. Ik had geluk dat ik sterk was in mijn armen zodat ik mezelf op een bank of op een bed kon tillen. Ook kon ik mezelf al in mijn rolstoel tillen vanaf mijn bed. Tia had zelfs nog een tv gekocht ook voor me, want zelf kijkt ze geen tv. Ik had van thuis al mijn boeken meegenomen, vooral romans. Ik hou van lezen, maar vooral van schrijven. Mijn laptop met mijn verhalen erop is tijdens het ongeluk kapot gegaan. Die verhalen waren mijn leven en nu moet ik daarmee verder gaan. Rotleven. Deze avond ging ik vroeg naar bed, zodat ik klaarwakker was voor morgen. Deze dag was snel gegaan. Gelukkig maar want ik heb er een hekel aan als het uren duurt tot je eindelijk mag gaan slapen. Ik had mezelf op bed getild en deed mijn ogen dicht. Hopend op dat ik ze nooit meer open hoefde te doen. Maar dat ging toch niet gebeuren dus ging ik maar hopen dat ik morgen vrienden zou maken, echte vrienden.