Surprise!

Zowel Bacara als Krad had zijn “prooi” laten leven. De enige persoon die deze nacht aan hun handen zou sterven was de graaf.
In stilte droegen de drie vampiers hun slachtoffers terug naar het pad en legden ze zo comfortabel mogelijk neer. Als ze straks wakker zouden worden was hun aanvaring met de vampiers net een droom geweest.
Na een diepe zucht draaide Krad zich om naar Sivica en pakte haar vast bij de schouders, hij kon geen woorden vinden die bemoedigend genoeg waren om deze strijd aan te kunnen en dus legde hij zijn voorhoofd tegen het hare aan in stilte.
Sivica glimlachte lichtjes en knuffelde Krad terug. Even bleven ze zo staan tot Bacara mompelde dat ze moesten gaan. Hoe eerder deze strijd gestreden was, hoe beter.
Rennend bewogen de vampiers zich door het bos heen en het duurde niet lang voor ze het huis van de graaf konden zien.
Alle drie trokken ze hun wapen en renden verder. Ze zouden geen zachtzinnige entree maken.
Eenmaal bij het huis sprongen de drie snel en stil over het hek heen en door de voortuin heen. Hierdoor hadden ze echter wel een stil alarm geactiveerd en de graaf, die altijd een wapen bij zich had, pakte deze achterdochtig waarna hij voorzichtig de gordijnen een stukje opzij schoof om naar buiten te gluren.
Het volgende moment hoorde hij een enorme knal en vloog de voordeur open, de volledige deur kwam naar beneden aangezien deze uit zijn scharnieren was geschoten. Op de deur zat woest kijkende vampier, zijn tanden ontbloot, een Katana in zijn rechterhand. Op zijn gezicht zaten meerdere littekens van eerdere gevechten, Bacara.
Lachend richtte de graaf zijn pistool op Bacara, ‘Nog meer tanden voor mijn collectie’ grijnsde hij en hij legde zijn vinger op de trekker.
Nog voordat hij deze kon overhalen hoorde hij naast zich het raam breken en werd hij door iets op de grond gegooid. Bovenop hem zat een woest kijkende vampier met een Katana. Een meisjesvampier welteverstaan. En dit bepaalde meisje kende hij. Verbaasd werden zijn ogen groter ‘Jij!’ schreeuwde hij ontzet en hij hoorde een tweede raam breken waardoor nog een vampier naar binnen kwam, ook deze met een Katana in zijn hand. ‘Je had zeker niet gedacht mij terug te zien hè graafje?’ grijnsde ze en stak de Katana recht naast zijn hoofd in de vloer. Hierop sloot de graaf zijn ogen kort en opende ze daarna weer met hernieuwd zelfvertrouwen. ‘Jullie kunnen mij niet aan’ sprak hij langzaam maar zeker.
‘En toch ben jij degene die op de grond ligt met een Katana op nog geen twee centimeter van je oor af’ Sprak toen Krad, zijn lip was omhoog gekruld in ongekende woede en zijn tanden blonken gevaarlijk in het lamplicht.
‘Jij weet niet half wat ik kan!’ Schreeuwde de man en hij grijnsde, ‘Schiet!’
Vanuit verschillende hoeken in het plafond kwamen meer pistolen naar beneden, ze bewogen heen en weer alsof ze iets zochten.
‘Deze pistolen zijn afgesteld op vampierbloed. Probeer ze maar eens allemaal te ontwijken!’ lachte de man en hij grijnsde opnieuw.
Een korte piep van de pistolen gaf aan dat ze hun doelwit hadden gevonden en niet lang daarna lagen Sivica, Bacara en Krad onder vuur.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen