Foto bij Ladykiller

Hoofdstuk vijf.

De dag daarna hadden we het nog steeds niet opgeruimd. Geen van ons drieën had zin om te beginnen, dus het gebeurde niet. Ikzelf was ook niet zo'n opgeruimd type. Ik was meer van het rommelige. Dat had toch veel meer dan zo'n saaie, opgeruimde kamer. Toch was ik nooit iets kwijt. Dat kwam pas wanneer mam mijn kamer had opgeruimd, en alles niet meer op zijn oude, vertrouwde plekje lag. Mam had mijn kamer nog even snel opgeruimd voordat ze op vakantie ging. En je raadt het al, nu was ik mijn schoenen kwijt. Overal had ik gezocht. Eerst had ik op de plek gekeken waar ze altijd stonden. Daar waren ze niet. Daarna zocht ik onder mijn bed. Ook niet. Toen ik de hoop bijna opgaf, zag ik ze naast de deur staan. Gewoon netjes naast de deur, en ik had er gewoon overheen gekeken. Nadat ik mijn schoenen had gevonden, was ik naar de stal gelopen, en dat is waar ik nu was. In die stal woonde mijn trots, genaamd Ladykiller. Het was een kalfje, dat verstoten was door haar moeder. Eén of andere boer uit de buurt kwam vragen of dat wij nog plek hadden in onze stallen. En aangezien deze stal leegstond, hoefden mijn ouders er niet heel lang over te denken. En nu woonde ze alweer een tijdje bij ons, en ik ging elke dag bij haar kijken. Ladykiller kwam altijd gelijk naar me toe als ik bij haar in de stal kwam, en nu was het niet veel anders. Ik aaide haar even over haar neus, die nieuwsgierig overal bovenuit piepte. “Wat ben je toch een liefje”, zei ik vertederd toen ze naar de hooibaal in de hoek liep, en pardoes over de baal struikelde. Ze was zo onhandig, maar zó lief. Ik voerde haar een sneetje brood dat ik uit de keuken had meegenomen, en aaide haar over haar kopje terwijl ze het sneetje opat. Ik ging tegen de hooibaal zitten, en Ladykiller kwam naast me liggen. Het was soms net een hond. Haar gedrag begon er steeds meer op te lijken. Soms dacht ik dat ze meer om knuffelen gaf dan om graspollen. Ik gaf haar nog een sneetje brood, dat ze dankbaar aanpakte. Mijn ouders vonden het niet goed dat ik haar brood voerde, maar ik deed het toch. Als pap de krant las en mam koffie zette, jatte ik altijd een paar broodjes. Nog nooit hadden ze me doorgehad, maar ze zagen wel dat ladykiller dikker werd. Achja, Ladykiller was me er dankbaar voor, en daar deed ik het voor. Ik krabbelde haar nog wat achter haar oor. Ze sloot haar oogjes, en ging helemaal op in mijn gekriebel. Ik zei toch dat het een lief beestje was? “Hé”, hoorde ik plots achter me. Ik schrok ervan, en draaide me vlug om. Noah stond voor het hek, en ik slaakte een zucht. Mijn hartslag kalmeerde langzaam weer, en ik wist nu zelfs naar hem te glimlachen. “Sorry dat ik je liet schrikken”, glimlachte hij geruststellend. Ik glimlachte. “Het maakt niets uit.” “Is dat jouw kalfje?”, vroeg hij nu, en hij bekeek Ladykiller eens kritisch. Ladykiller bekeek hem al even kritisch. “Ja dat is mijn kalfje”, grijnsde ik, toen ik Ladykillers tong over mijn hand voelde glibberen. Ik kreeg er de rillingen van, maar tegelijkertijd vond ik het schattig. Noah stond nog steeds bij het hek, en keek naar ons. Zijn goudblonde krullen hingen voor zijn ogen, maar toch wist ik dat hij ons aankeek. Ik voelde het. “Kom Ladykiller even gedag zeggen.” Ik zag hoe hij me verward aankeek. Hij verbaasde zich vast over de naam Ladykiller. Het was een meisje, maar toch heette ze Ladykiller. Iedereen was er verbaasd over, en Noah was geen uitzondering. “Ladykiller? Heet ze zo?”, vroeg hij dan, maar hij bleef op zijn plek bij het hek staan, en deed geen aanstalten om naarvoor te komen. “Ja, zo heet ze.” Noah keek me nu nog verwarder aan, en ik moest lachen. “Het komt door Jason en Jake. Het kalf was hier een dag, en ik was druk bezig een naam te verzinnen. Die twee stormden de stal in, en Jason zei Ladykiller tegen haar. Het was best bijzonder, want ze hief meteen haar kop op toen Jase dat zei. En sindsdien heet ze Ladykiller.” Noah leek onder de indruk van mijn verhaal. “Kom je haar nu aaien?”, vroeg ik, en ik glimlachte naar hem. Noah schrok van mijn vraag en deinsde een stap achteruit. Was hij bang voor Ladykiller? “Ik heb het niet zo met koeien”, zei hij, en zijn wangetjes werden rood. Hij was dus bang voor koeien. Ik kon de drang om hem te bewijzen dat Ladykiller een schatje was niet onderdrukken, en ik stak mijn hand uit naar Noah. Hij staarde ernaar, maar schudde dan zijn hoofd. Zijn mooie, blauwe ogen stonden angstig, en hij was een beetje verstijfd. “Ze doet niets. Écht niet”, zei ik geruststellend. Om het te bewijzen aaide ik Ladykiller wat over haar kopje, die genietend haar oogjes dicht deed. “Weet je het zeker?”, vroeg hij angstig. Ik zag in zijn ogen dat hij het overwoog om dichterbij te komen, maar nog steeds vreselijk twijfelde. Ik zal hem echt moeten leren om me te vertrouwen als ik iets zei. “Ik weet het zeker”, bevestigde ik, en ik stak mijn hand weer uit. Hij keek twijfelend naar mijn hand. Ik wist dat hij Ladykiller eng vond, maar ze deed niets, en dat moest hij weten. Toen ik zijn hand in de mijne voelde glijden, voelde ik me warm worden, en ik trok hem voorzichtig naar me toe. Voorzichtig, en met kleine stapjes, kwam hij dichterbij. Ladykiller keek hem nieuwsgierig aan, maar bewoog niet. Noahs hand trilde, maar ik liet hem niet los. Hij zakte door zijn knieën, en kwam naast me zitten. Hij slaakte een trillerige zucht, en keek naar Ladykiller, die nog steeds genoot van mijn geaai, maar hem toch stiekem in de gaten hield. “Aai haar maar”, moedigde ik hem aan. Hij keek me aan. Zijn ogen stonden iets minder angstig, maar de angst was nog steeds goed te zien. “Ik durf niet”, piepte hij met een benauwd stemmetje. Zijn angst voor koeien was echt groot, en ik vroeg me af hoe dat zo gekomen was. Zo'n angst kwam niet vanzelf, dat was zeker. Misschien was het iets uit zijn verleden.. Ik durfde het niet te vragen, dat ging me niets aan. Toch wilde ik hem van zijn angst afhelpen, ik vond het een beetje mijn plicht. “We doen het samen.” Voorzichtig pakte ik zijn hand, die hij daarnet weer los had getrokken. Zijn hand voelde klam. Ik voelde het angstzweet, maar ik trok me er niets van aan. Ik legde mijn hand bovenop de zijne, en bewoog hem voorzichtig naar Ladykiller toe, die het allemaal wel best scheen te vinden. Ik voelde hoe Noah zijn hand weg wilde trekken, maar zich telkens weer bedacht. Het was alsof iets hem tegenhield, dat hij dit ergens diep vanbinnen toch wel wilde doen. “Je kunt dit wel”, moedigde ik hem aan, en ik wreef even met mijn duim over zijn handpalm. Noah knikte, en volgde onze handen met zijn ogen. Ik deed hetzelfde. Nu waren we zo dicht bij Ladykillers snuit dat we haar adem over onze handen voelden strelen. Noah deinsde weer iets terug, maar ik hield hem tegen, zodat hij kon wennen aan haar adem. Voorzichtig legde ik zijn hand op haar snuit, en liet zijn hand voorzichtig los. Noah begon Ladykiller een beetje te aaien, maar deed erg voorzichtig, alsof hij bang was dat ze ieder moment zijn hand eraf kon bijten. Ik zag hoe hij langzaam maar zeker meer begon te durven. Hij aaide Ladykiller nu zelfs onder haar kin. Het was mooi om te zien hoe hij zijn angst overwon. “Zie je, je kunt het wel”, zei ik trots, en ik bokste hem vriendelijk tegen zijn arm. Hij grijnsde zijn tanden bloot, en knikte. Ik kon zien dat hij trots op zichzelf was, en dat deed me goed. “Ja, ik kan het”, zei hij opgetogen, en hij aaide Ladykiller nog voor een laatste keer over haar snuitje.

Reageer (2)

  • Jaeger

    Haha cute. (;

    1 decennium geleden
  • Relax

    Wat zijn die twee schattig en wat is Ladykiller een geniale naam. :Y) En nu moet ik even stoppen want ik ga een aflevering Gossip Girl kijken. :'D

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen