Foto bij een zaak van leven en dood

Peter heeft op het strand een meisje gevonden de vraag is leeft ze nog of is ze...

Mijn vinger raakt haar pols aan. Ze was ijskoud en er was geen hartslag te voelen."Help !"roep ik paniekerig.
"Mam. Pap. Kom vlug."
"Wat is er ?"vraagt mijn moeder en loopt naar me toe."*Glup*"mijn moeders adem stokt in haar keel."Snel ,Harold."gilt mam en mijn vader rent naar haar toe. Snel begonnen ze haar te reanimeren.
"Wat is er gebeurd ?"schreeuwt mam naar me.
"Er.."begin ik."BAM !!"de ster die naar het strand suisde was op het strand in geslagen. Mijn moeder schrikt even op en gaat dan weer verder."Bel 112!"gilt mijn moeder. Snel ren ik naar binnen ,naar de telefoon."Met 112 alarmcentrale. Waarmee kan ik je helpen ?"vroeg een mannenstem op een verveelde toon."Op het strand vond ik een meisje. Haar hart staat stil. Kunt u een ambulance sturen."vraag ik hem ongeduldig."Oké ik verbind u door met het ambulance team."zegt de man en met een klik wordt ik doorverbind met een ambulance team.
"Waarmee kan ik u van dienst zijn."zegt een vrouwenstem snel.
"We hebben hier een meisje en haar hart staat stil."
"Aha. Goed. Ik zal een ambulance sturen. Blijf aan de lijn en blijf bij het slachtoffer."
"Oké bedankt"zeg ik en loop naar buiten met de telefoon in mijn hand.

Een paar minuten later kwam de ambulance. Snel loop ik naar voren en begin te zwaaien."Daarheen."schreeuw ik en wijs naar het gebied naast het huis waar de trap naar beneden stond. In 2 tellen stopte de ambulance en vlogen er medewerkers uit. De ambulance broeders laden het meisje in de ambulance."Wil je mee komen ?"vraagt de ene broeder. Ik kijk naar mijn ouders.
"Wij volgen jullie wel."
"Ja ,graag."zeg ik en word naar binnen geholpen.
"Waar vondt je haar ?"vraagt de andere broeder.
"Bij het strand. Gaat het goed met haar ?"
"Niet echt."
Ik kijk naar het meisje ze is beeldschoon. Opeens zie ik de ketting om haar nek. De ketting had een blauw kristal en was in de vorm van een hart. Met gierende remmen stopt de ambulance bij het ziekenhuis. Snel stappen de broeders uit en nemen de brancard met het meisje erop mee. Ik volg de broeders door de witte hallen van het ziekenhuis. Ze renden door de klapdeur. Een broeder loopt op een huppelend tempo op mij af.
"Sorry u mag daar niet naar binnen. U kunt wachten in de wachtzaal."zegt de broeder en wijst mij de weg. Ik loop even naar de receptie om te vragen of als mijn ouders er zijn te vertellen dat ik in de wachtzaal wacht.
"Dat zal ik doen"zei de recptioniste en ik ga zitten op een stoel in de wachtzaal. Minuten lijken wel uren totdat mijn ouders opeens de hoek kwamen om zetten.
"Zijn jullie de familie Pamdorama ?"hijgde een broeder die aankwam rennen.
"Ja ,waarom ?"vraagt mijn moeder.
"Wilt u mij volgen."zegt de broeder. Ik sta op en loop de broeder samen met mijn ouders achterna. Bij elke stap die ik zet worden mijn zorgen groter en groter. De broeder stopt bij de klapdeuren waar het meisje naar binnen was gereden. Hij draait zich om en ik zie de ernstige blik in zijn ogen. Een koude rilling loopt langs mijn rug."Laat het alsjeblieft goed nieuws zijn."denk ik zo hard dat dat het enige was dat ik hoopte.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen