Foto bij Run away if you can.

Het tweede hoofdstuk! Geef plz je mening.

Ik woonde al weer een paar weken bij mijn nieuwe “vader”. Zo wil ik hem niet echt graag noemen, want ik mag hem totaal niet. Liever gezegd: Ik haat hem. Als hij vind dat ik me niet gedraag, slaat hij me en sluit hij me op in een kast. Ik mis mijn vader, maar ik weet dat hij nooit terug zou komen. Ik heb nog steeds lange, slapeloze nachten. Ik kan niet stoppen met aan hem denken en mijn peetvader maakt het alleen nog maar erger. Ik moet hier weg.

Ik zat weer opgesloten in de kast, ik kan er niet uit. Ik schopte zo hard tegen de deur, dat ik een ‘krak’ hoorde. Ik duwde zachtjes tegen de deur en voelde dat die open ging. Ik stapte zachtjes de kamer in, en zag mijn peetvader nergens. Ik maakte snel een soort touw van dekens en kleren, wat ik maar kon vinden, en gooide die uit het raam. Ik keek snel achterom, in de ogen van mijn peetvader. ‘Waar denk je dat je mee bezig bent!?’ riep hij zo hard dat het pijn deed aan mijn oren. Ik klom zo snel mogelijk uit het raam en ik zag dat hij het laken probeerde door te snijden. Ik was er bijna…
Het laken was doorgesneden, en ik viel naar beneden. Ik was zo dicht bij de grond, dat ik niets brak, ook al deed het wel heel erg pijn. ‘Kom terug jij!’ hoorde ik nog in de verte. Niet dus, dacht ik bij mezelf. En ik rende zo hard als ik kon, weg, weg van hier.

Ik kwam bij de stallen, en sprong op Tamira’s rug en ik reed weg. Het deed best pijn, om zonder een zadel te rijden, maar het voelde natuurlijk en ik voelde me vrij, een vrij mens. Ik kon heen gaan waar ik wilde, ik moest wel ergens heen om onderdak te vinden.
Ik keek naar achteren en zag een zwart vlekje, het was een paard. Er zat een man op het paard, maar ik kon niet goed zien wie het was. Toen hij al te dicht bij was, had ik door wie het was! Ik schrok omdat hij me al bijna had ingehaald, en alsof ze wist wat er aan de hand was, ging Tamira sneller rijden. In volle galop reed ze verder, met mij op haar rug. Tamira was zo lief en begripvol, dat ze bijna een mens was.
Ik keek nog eens achterom, en ik zag hem weer als klein zwart vlekje. Ik had niet door dat mijn paard zo snel had gereden. Ik reed door om een plek te vinden om te schuilen, want ik wist dat hij verder zou gaan zoeken naar mij. In de verte zag ik een klein huisje. Het zag er heel schattig uit, en ik vroeg me af hoe iemand in zo´n klein huisje kon wonen. Ik reed naar het huisje en klopte op de deur. Een vrouw deed open. ´Hallo… Arm kind, wat is er met je gebeurd? Kom binnen, dan maak ik wat te eten voor je.’ zei ze en ze liep naar de keuken, zover je het een keuken kon noemen. Ik liep naar binnen en keek rond in de kleine kamer en realiseerde me dat het veel groter was dan dat het van buiten leek, maar het huisje was nog steeds heel klein. ‘Ik…’ ‘Ga maar zitten, hier heb je wat brood. Ik heet trouwens Emily.’ Ik ging zitten en ze zette een bord voor me op de tafel. Ik keek naar het armzalige broodje met vlees en ik vroeg me af of ze dit elke dag zouden eten. Ik was thuis heel erg verwend, omdat mijn vader een hoge functie had in het leger. Nee, nu moest ik weer aan hem denken en ik voelde de tranen weer opkomen. ‘Gaat het?’ Vroeg Emily. Ik nam een hap van het brood, wat eigenlijk helemaal niet zo slecht smaakte. ‘Ja, ik… Ik zal je mijn verhaal vertellen,’ en ze keek me nieuwsgierig maar toch vol medelijden aan. ‘ik ben Catharina en kom van het kasteel Edin…’ en ik vertelde haar alles wat ik had meegemaakt, omdat ik voelde dat ik haar kon vertrouwen. Ze had veel medelijden met me.
Er werd opeens heel hard op de deur geklopt. Ik schrok, ‘Zeg dat ik hier niet ben!’ zei ik nog snel en ik verstopte me in een klein kastje, wat heel erg krap was. Ik luisterde naar de stemmen die ik nog net kon horen. ‘Hallo..’ ‘Ik zoek naar een klein meisje, met lang bruin haar en een lange witte jurk.’ ‘Nee, mijn dochtertje heeft blond haar…’ ‘Dank u. Tot ziens.’ Ik hoorde de deur dichtgaan. Toen ik zeker wist dat hij weg was, durfde ik mijn schuilplaats te verlaten. ‘Wie was dat?’ ‘Ik heb toch verteld over mijn peetvader…’ ‘Is dat hem?’ Ik knikte.
Tamira! Ze stond nog buiten! Ik rende naar buiten, en zag haar staan op de plek waar ik haar achtergelaten had. Had mijn peetvader haar niet herkend? ‘Wat doet dat paard hier?’ zei Emily. ‘Dat is mijn paard, stond ze hier net niet dan?’ ‘Nee’ zei Emily en ze keek me verbaasd aan. ‘Ze heeft zich verstopt’ zei ik. Ze was waarschijnlijk ook bang voor hem. ‘Zet haar maar in de stallen, hier om het hoekje.’ En ik voelde me weer veilig, Emily was een goed mens.

Reageer (1)

  • Abaddon

    Naiss

    Ik maakte maar een grapje hoor , natuurlijk mag je enjoy gebruiken XDD
    Wrom heb je je cover er nog niet bij gezet ? :c

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen