Foto bij chapter 2

ik zet het al een deel van wat ik geschreven heb online
want het is nog lang niet af
dus soms kan het wat langer duren..

maar nu nog niet

De bel ging en eindelijk was het eerste uur voorbij. Ik dacht dat het nooit zou eindigen. Maar voordat ik naar zweeds kon gaan, moest ik nog opschrijven welke oefeningen ik moest voorbereiden voor wiskunde. Waarom was wiskunde zo 'n moeilijk vak? Waarom snapte ik er ook niets van? En waarom schreef ik ook zo onduidelijk? Er staan nu krabbels in mijn agenda en ik zou niet weten welke cijfers er zouden moeten staan. Had ik maar haar prachtig geschrift gehad, dat was veel duidelijker. En daar gingen mijn gedachten weer. Helemaal alleen liep ik naar zweeds omdat ik te laat was vertrokken bij wiskunde. Te laat kwam ik aan bij zweeds. Uit beleefdheid klopte ik op de deur en voorzichtig deed ik de deur open. Met mr. Persson wist je maar nooit. Hij liet al eens iemand schorsen voor boeren in de klas. Met een bang hartje liep ik naar binnen. Ik mompelde een goedendag en liep naar mijn plaats. Nog voordat ik daar aangekomen was, floot mr. Persson mij al terug. 'Denkt u nu echt dat u zomaar mag te laat komen en binnenkomen alsof er niks is gebeurd?' vroeg hij met een strenge stem. 'Nee, meneer.' piepte ik. Waar ik voor vreesde, kwam uit met de woorden 'Verlaat de klas maar en meld u bij de conrector' Ik keerde mijn rug naar de klas op weg naar de conrector. Zonder moeite vond ik de deur die mij nog verwijderde van de conrector. Deze stond op een kier dus ik duwde hem open. Vanaf zijn grote bureau keek hij omhoog uit zijn papieren en als hij zo zat leek hij vreselijk klein. Bij deze gedachten kon ik een kleine glimlach niet onderdrukken. Maar met zijn strenge blik en lage stem vroeg hij me waarom ik me hier begaf. Met horten en stoten wist ik eruit te brengen dat ik de klas was uitgestuurd. Na een vragende blik van zijn kant ging ik verder met de reden waarom. Nu hij deze ook wist ,schudde hij zijn kalende hoofd en zei: 'Ga maar naar de refter want ik kan je moeilijk hier laten.' Hij glimlachte zijn typische scheve lach en wees me vriendelijk de deur. Sloffend ging ik naar de refter. Ergens was ik wel blij want nu zou de tijd misschien wat sneller voorbij gaan. Met het briefje dat ik van de conrector had gekregen, liep ik de refter binnen en gaf het aan de leerkracht die toezicht had. Ik zocht een rustig plaatsje zodat ik ongestoord kon dagdromen over mijn prachtige meid. Ze was misschien nog niet van mij maar ik noemde haar zo, gewoon uit gewoonte. Zo zachtjes mogelijk ritste ik mijn boekentas open zodat ik niemand zou storen en nam mijn agenda. Ik klapte hem open op vandaag en zag dat we vandaag geen testen meer hadden. Ik deed mijn agenda weer dicht en legde hem terug op zijn plaats. Uit verveling pakte ik dan maar mijn kladblok. Ik zocht naar de pagina waar ik was begonnen aan een nieuw lied. Ik wou het speciaal voor haar schrijven. Het zou misschien ook haar naam dragen. Wie weet. Ik keek naar de zinnen die ik al had opgeschreven. Ik las ze nog eens voor aan mezelf. '

'I saw her last night
Standing in the crowd
And in a sudden flash of glory
I was blinded
And though everything was moving
My hole world came to stop
Now I need to know
Please I need to know

Who's that girl, tell me what's her name
Who's that girl, does she feel the same
Who's that girl, this is no ordinary crush
If I have to I'll go halfway round the world
Who's that girl

Angel eyes of mine
Where have you gone to
Were you really here
Or was it just a dream
In a sea of smiling faces
Someone special caught my eyes
Now I need to know
Please I need to know

Who's that girl, tell me what's her name
Who's that girl, does she feel the same
Who's that girl, this is no ordinary crush
If I have to I'll go halfway round the world

Who's that girl
In the white dress
With the deep blue eyes
And the magic smile
hHas anybody seen her

And though everything was moving
My hole world came to stop
And now I need to know
Please I need to know

Who's that girl
Who's that girl
Who's that girl
If I have to I'll go halfway around the world
Who's that girl

Who's that girl
Who's that girl, this is no ordinary crush
If I have to I'll go halfway round the world
Who's that girl

Has anybody seen her'


Eigenlijk wist ik niet veel van haar. Maar aan haar manier van doen, merkte ik wel dat ze een geweldige meid moest zijn. Ik voelde dat mijn hart onregelmatig begon te kloppen als ik aan haar dacht. Alles deed me aan haar denken en al deze dingen konden maar een ding betekenen: ik moest echt stapelgek van haar zijn.

En of ik stapelgek van haar was. Ik zal ook altijd stapelgek van haar blijven. Mijn leven zal nooit meer hetzelfde zijn. Ze blijft voor altijd in mijn hart en bij alles wat ik doe zal ik altijd aan haar denken. Ik voel mijn ogen weer vochtig worden en mijn kaak verstrakken. Zij zou nooit gewild hebben dat ik om haar huil.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen