Je ziet een bodyguard op je aflopen. ‘Mejuffrouw, ik moest u op verzoek van meneer Kaulitz komen halen. Dus als u mij wilt volgen...’ En hij loopt alweer weg. Je kijkt Lizzy aan. ‘Nou, kom op!’ zegt ze en ze trekt je mee achter de bodyguard aan. ‘Je vindt dit echt helemaal geweldig hè?’ zeg je. ‘Ik vind het super!’ zegt ze grijnzend. ‘Ik bedoel, hoe vaak wordt je beste vriendin opgehaald door een bodyguard van TH op verzoek van een lid van de beste band ooit?!’ ‘Ehmm… zo’n drie keer?’ zeg je sarcastisch. Lizzy lacht. Zelfs je sarcastische opmerkingen kunnen haar niet ontmoedigen. Je krijgt een voorgevoel dat ze weer koppelneigingen krijgt…

1. Je loopt achter de bodyguard aan om het hek heen en loopt richting een busje. Hij gebaart dat je in moet stappen. Je:
- blijft een beetje zweverig voor je uitstaren.
- steekt je middelvinger op en loopt terug (‘-_-)
- aarzelt even maar stapt dan toch in.

2. Binnen zie je heel TH zitten. ‘U riep’ zeg je ironisch tegen Tom. Hij grijnst. ‘Ja, dat klopt’ Je ziet dat er nog twee plekken vrij zijn en vraagt: ‘Zouden wij mogen gaan zitten? Zo gebukt staan wordt een beetje oncomfortabel.’ Tom:
- 'Nee, ben jij gek! Dan worden die stoelen vies!'
- zegt sarcastisch: ‘Nee, jullie moeten zo blijven staan! Natuurlijk mag dat!’
- zegt afwezig: ‘De grond is er ook nog, weet je?’

3. ‘Bedankt’ zeg je. Als jullie zitten zegt Gustav: ‘Dus jij was dat meisje die werd lastiggevallen door die klootzak!’ Je bent even uit het veld geslagen. ‘Go Gustav!’ zegt Tom. ‘Niet een beetje subtiel, nee! Hoppa, lekker direct!’ jullie:
- beginnen te lachen. ‘Maakt niet uit hoor, dat ben ik wel gewend van Liz,’ zeg je grijnzend.
- zijn diep beledigd en stappen het busje weer uit.
- zitten stom voor je uit te staren.

4. Ze kijkt je gespeeld beledigd aan. ‘Ik direct?? Nooit van mijn leven niet! Ik ben altijd héél subtiel!’ Je lacht. ‘Ja, en ik ben vreselijk verlegen :P. En ik hou niet van sarcasme!’ jullie lachen. TH:
- kijkt jullie afkeurend aan. Wat een lage schepsels!
- kijken jullie geamuseerd aan. ‘Nee, dat blijkt.’ Zegt Georg.
- valt in slaap. (BOOOORING!)

5. ‘Maar, hoe heet jij nou?’ vraagt Bill. ‘Tom wist het niet eens, en hij vind je helemaal geweldig!’ ‘Ja, heel grappig Bill!’ zegt Tom. ‘Waarom riep je haar anders hierheen?’ vraagt Bill. Tom:
- ‘Om haar te vragen of ze nog was lastiggevallen door die jongen.’
- ‘Weet ik niet meer. Dus jullie kunnen gaan.’ (jippie…’-_-)
- ‘Om der eens flink uit te schelden natuurlijk! (‘,:-| )

6. Ze kijken je aan. 'Nou laat ik maar beginnen met de eerste vraag. Ik heet Emma, en dit is mijn beste vriendin Lizzy.’ Iedereen geeft elkaar een hand. Als Tom en Bill zich zogenaamd ook aan elkaar voorstellen ontsteekt er een lachbui in het busje. Jij:
- lacht gewoon mee.
- was de auto allang uitgestapt!
- kijkt nu hún afkeurend aan.

7. ‘Maar goed, nu de tweede vraag’ zegt Tom als jullie uitgelachen zijn. Je antwoordt:
- ‘Ik ben op hem afgelopen en heb gezegd dat jij mijn vriendje helemaal niet bent! Lekker puh!' (hoe oud ben jij?? X| )
- ‘Ik heb niks meer van hem gezien of gehoord, dus…’
- ‘Waarom interesseert jou dat? Dat gaat je helemaal niks aan, eikel!’ (GRR.. *bijt je hoofd af*)

Uitleiding.
‘Mooi’ zegt Tom. Op dat moment gaat de deur open. ‘Mensen, we moeten gaan’ zegt een bodyguard. TH knikt ‘Kunnen we jullie ergens afzetten?’ vraagt Bill. ‘Ehhmm…’ zeg je. ‘Komen jullie langs ons hotel dan?’ ‘Als we zouden weten in welk hotel jullie zitten dan zouden we het jullie kunnen vertellen.’ Zegt Tom. ‘Oh, ja’ zeg je en noemt dan je hotel. Tom vraagt het na aan de chauffeur. ‘Jullie zitten daar twee straten vandaan’ zegt die. ‘Aha,’ zegt Bill. ‘zet hun dan maar af.’ Het busje begint te rijden. Onderweg praten jullie met z’n allen over van alles en nog wat, en het is eigenlijk veel te gezellig. Naar jou mening 2 seconden (maar eigenlijk 20 minuten) later komen jullie aan bij het hotel. ‘Zien we jullie morgen nog?’ vraagt Tom. ‘Als je vroeg opstaat.’ Zeg je. ‘Onze bus vertrekt namelijk om kwart over negen.' Toms gezicht betrekt. ‘Ehh… we zien wel. Nou ja, we moeten door, Bill valt al half in slaap!’ Jullie lachen. ‘Oke’ zeggen jij en Lizzy. Jullie stappen uit. Tom kijkt je aan. Je moet denken aan hoe hij vanmiddag afscheid van je had genomen. ‘Nou, dag dan maar hè?’ zegt Lizzy, en het schudt je wakker. ‘Ja, dag! Nogmaals bedankt!’ Jullie nemen afscheid van de jongens. Als je in je hotelbed stapt kun je alleen nog maar denken aan hoeveel knapper ze eigenlijk zijn in het echt. Vooral Tom.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen