Ik begon net aan een nieuw hoofdstuk toen de trein stopte. Ik stopte snel mijn boek weg en pakte mijn bagage. De tas was niet zwaar, ik had ook niet veel spullen, maar dat maakte niet uit. Toen ik de tas uit het bagagerek had geplukt liep ik de coupé uit. Het was niet erg druk meer in de trein. Er liepen nog twee mensen. De kalende man die mijn naam was komen vragen tijdens de rit en een roodharig meisje dat zo te zien niet veel ouder was dan ik. Ik sprong de trein uit, iets waarbij ik harder landde dan ik had gedacht. Naast mij landde het roodharige meisje. Ik keek haar aan en zij mij. We liepen zwijgend richting de plek waar alle andere studenten stonden, totdat een jongen ons riep. 'Hierheen, eerstejaars!' We gingen op het stemgeluid af. Tot mijn schrik zag ik niet dat we met iets als auto's gingen. We gingen met roeiboten. Het meisje stapte in een boot en ik volgde haar. Ze hielp me aan boord en glimlachte. 'Ik ben Taylor,' zei ze, 'wie ben jij?' Ik ging zitten en de jongen telde ons. Hij schreeuwde zo hard dat ik niet over zijn stem heen kon. Ik wachtte totdat hij klaar was en de boten wegvoeren. 'Ik ben Rosalinde. Leuk je te ontmoeten.' Ik lachte. Dat had mijn moeder me geleerd. Lach altijd naar mensen, dan vinden ze je altijd een stuk aardiger. 'Ook leuk om jou te ontmoeten. Heb je een beetje zin in school? Ik wel. Ik hoop dat ik in een leuke afdeling kom. Het liefst niet in Zwadderich.' Ze bleef maar kletsten. Als je haar eenmaal aan de gang had ging het vanzelf. Ze bleef praten totdat de boten tegen de kant stootte en we eruit klommen. Wat ik eruit op kon maken was dat ze heel veel tovenaars en heksen in de familie had. Ze wist dus eigenlijk al in welke afdeling ze zou komen, haar familie had allemaal in Huffelpuf gezeten. Ik had geen idee in welke afdeling mijn oom had gezeten, het kon me ook niet schelen. Ik hoopte wel dat ik bij Taylor zou komen. Ze leek me erg aardig en het was fijn om iemand te kennen. Samen liepen we naar het kasteel en we keken onze ogen uit. Het was prachtig. Er stonden overal beelden en de hele ingang leek in beslag genomen te worden door twee enorme houten deuren. De jongen opende de deuren en we volgden hem naar binnen. Het was enorm. Er stonden beelden van mensen die ik niet kende en er waren overal trappen waardoor ik geheid zou verdwalen, maar daar maakte ik me op dit moment niet zo druk om. Waar ik me wel druk om maakte was de oude heks die voor de deuren, die zo te zien naar de eetzaal leidde, stond. 'Welkom!' zei ze.

Reageer (3)

  • amores

    Aaaah, snel verder(H)

    1 decennium geleden
  • ShakeItUp

    wie weet.....

    1 decennium geleden
  • DesxTiny

    Hmm, ik vraag me ook af bij wie ze komt. Geen Zwadderich, denk ik. Maar wie weet.

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen